Kindje mooi, mama blij
Ze werken in de mode, maar hun kinderen zijn geen etalagepoppen. Respect voor de individualiteit en aanzetten tot creativiteit lijken de leidraden. Modebewuste moeders over kinderkleding.
M arina Yee, modeontwerpster en moeder van Tzara-David (5), kiest voor haar zoon soms kleren uit meisjescollecties, omdat die fantasierijker zijn. Bea Pecceu, juwelenontwerpster en styliste, mama van Leonie (8) en Louis (4), hanteert als stelregel dat kleur moet en dat niks bij elkaar mag passen. Sonja Noël, eigenares van Stijl en moeder van Tibo (10), Aya (6) en Noë (4), houdt rekening met zeer ongewone eisen, genre: een manteltje moet genoeg volume hebben zodat het ook als riddercape kan dienen. Valerie Sieuw, organisatrice van Kid’s Fashion (beurs voor kinderkleding), eigenares van enkele winkels, en moeder van Marie (6), Justin (4) en Avrile (acht maanden), zorgt voor de theoretische omkadering.
Is er genoeg keuze aan mooie en betaalbare kleding?
Marina: Tja, als ik meer geld had, dan kleedde ik Tzara elke dag in Dries Van Noten en Paul Smith. Maar dat ligt boven mijn budget. Ik hou het dus op mengen. Ik combineer duur met goedkoop. Het vraagt enig zoekwerk, maar dat is nog plezant. Bij H & M vond ik een prachtige jeans, een workwear fifties model, perfect. Daar koop ik er dan drie van. Andere stukken vragen enige aanpassing, daar moet ik eerst alle logo’s afhalen. Weet je wat ik eigenlijk mis? Een goede tweedehands zaak voor kinderen.
Bea: Er komt hier ontzettend veel binnen van de vijf neefjes en nichtjes. Alles wordt gesorteerd op kleur en motief. Wat wit of triest is, gaat eruit. Als we zelf op stap gaan, is het naar ketens of winkels met collectiestukken. Toeval wil dat hier dichtbij een Oilily-outlet is.
Sonja: Er zijn veel mooie kindercollecties op de markt. Betaalbaar? Kwaliteit heeft z’n prijs, dat kan ik niet ontkennen. Maar op lange termijn levert zo’n aankoop op. Kleren worden bij ons van het ene kind aan het andere doorgegeven en ik merk dat een kwaliteitsstuk langer meegaat. Noë draagt nu nog katoenen sweaters van Tibo, van kleur en vorm nog net hetzelfde. Vriendinnen vertellen me dat ze truitjes na twee maanden al moeten weggooien. Dat heb ik nog nooit gedaan.
Valerie: Er zijn in België zo’n 2300 kinderwinkels, dat is in vergelijking veel meer dan in Nederland en Frankrijk. Er zijn bovendien ook geweldig goede merken. Te veel om op te noemen. Belgen kiezen meestal voor kwaliteit, en zijn bereid daarvoor te betalen. Volgens recente studies gaat 43% van het gezinsbudget naar de kinderen. Dan heb ik het niet alleen over kleding, maar ook over uitstappen, school, vervoer enzovoort. Een fenomenaal bedrag. Ouders sparen eerst uit op zichzelf, hun kinderen moeten er piekfijn uitzien en het beste hebben. Al is de gangbare trend dat dure stuks worden aangevuld met goedkopere merken. In basisstukken als mantels en truien wordt geïnvesteerd, T-shirts en hemdjes mogen minder kosten.
Boys will be boys, en meisjes worden prinsesjes?
Marina: Tzara is erg geïnteresseerd in stoffen en kleuren. Hij verkleedt zich graag, maar dan wel als cowboy of ridder. Soms maken we samen een jasje voor zijn knuffeldieren. (Prompt komt Tzara aandraven met Knorretje, en wordt er een fluo kostuum voor het biggetje geknipt. Marina: “Zo, hij lijkt wel een oranje rollade, maar goed.”) Eigenlijk vind ik jongenskleding vaak saai, safe: stoere kleuren, traditionele modellen. Heel cliché: sportieve dingen vol cijfers en tekeningen. Truitjes en T-shirts kies ik vaak in de meisjesafdeling, die kleurcombinaties zijn verfijnder. Ooit heb ik een prachtige caban gevonden in de meisjescollectie van Benetton. Niemand die ooit heeft gezien dat het een meisjesjas was.
Sonja: Jongens willen er vooral stoer uitzien: een lange broek, een trui; meer moet dat niet zijn. Aya heeft nu al een oog voor mode, zij experimenteert met kleding. Is het omdat ze een meisje is, of is het haar persoonlijkheid, ik weet het niet. Aya is niet bang om anders te zijn. Tibo en Noë blijven liever discreet, willen niet opvallen.
Bea: Leonie heeft altijd haar eigen stijl gehad, erg meisjesachtig. Het is nog maar pas dat ze niet meer per se elke dag een jurkje aan wil. Ik heb twee uitgesproken karakters: een echt meisje en een echte jongen. Leonie zou om het uur van outfit veranderen. Als Louis iets aantrekt, moet het voor de rest van de dag zijn.
Wie kiest?
Marina: Ik kies, maar als het hem niet aanstaat dan zegt Tzara dat onmiddellijk, heel kalm: “Dat vind ik niet mooi.” En natuurlijk houd ik daar rekening mee.
Sonja: Tot vier jaar kan je als moeder je eigen smaak opleggen, dan begint het kind te reageren. Valt hun smaak samen met de jouwe, dan is er niets aan de hand. Anders wordt het onderhandelen. Maar mijn kinderen staan open voor argumenten.
Bea: Leonie heeft erg snel haar eigen keuzes gemaakt. Louis heeft zijn mening die hij luidruchtig verkondigt: “Ik wil die trui niet aan!”, maar hij laat zich nog leiden.
Valerie: Er bestaat een lichte trend om kinderen steeds vroeger te laten beslissen. Vanaf één jaar kan een kind een mening formuleren, gewoon door “nee” te schudden of door te weigeren een bepaald kledingstuk aan te trekken. Vanaf drie begint het vragen te stellen: “Waarom moet ik een jas aan?” Elke ouder reageert daar anders op. Persoonlijk ben ik voorstander van geleide aankopen. Laat ze kiezen binnen de mate van het mogelijke, maar hun mening moet niet doorslaggevend zijn.
Met welke praktische eisen houd je rekening?
Marina: Kinderkleding moet comfortabel zijn. Zelf ben ik gek op salopetten, maar dat is gewoon te moeilijk. Broeken met een elastiek, schoenen met ritsen, truien die makkelijk over het hoofd gaan… dat moet het zijn.
Sonja: Een manteltje moet genoeg volume hebben om dienst te kunnen doen als riddercape, dat is heel belangrijk. Schoenen moeten stevig zijn, want bij het fietsen wordt er geremd met de voeten.
Bea: Voor Louis moet een kledingstuk bergruimte hebben, massa’s zakken om van alles in te steken. Zonder zakken is hij naakt.
Valerie: De evolutie in stoffen en materialen heeft voor een enorm draagcomfort gezorgd. Polar, bijvoorbeeld, is licht, luchtdoorlatend, maar houdt warm. En velcro: wat een verbetering tegenover veters en knopen.
Hoe groot is de invloed van tv en popmuziek?
Valerie: Geen ontsnappen mogelijk. Neem nu de Spice Girls: je ziet ze op tv, hoort ze op de radio en vindt hun foto in de cornflakes. Volgens een Amerikaans socioloog is de idolatrie van popgroepen of tv-sterren noodzakelijk in de overgang van kind naar adolescent. Van de Barbie promoveer je naar de Spice Girls en uiteindelijk groei je daar ook uit. Klinkt logisch. Maar hoe tolerant ik ook ben, mijn dochter op platformschoenen… ik durf er niet aan te denken.
Marina: Tzara is heel trots op zijn Power Rangers-T-shirt, en ik respecteer dat. Ik had als kind ook idolen. Als hij wat ouder is, wil hij waarschijnlijk skate-kleding dragen, of zijn haar groen verven. Om een individu te worden, moet je experimenteren en rebelleren. Ik vind het prima.
Sonja: Aya heeft onlangs op kamp een jurkje voor zichzelf getekend en laten maken. Mouwloos, van zilverlamé, in een lichte A-lijn. Een Spice Girl-jurkje noemde ze het. Ik vind het prachtig. Ze heeft een persoonlijke keuze gemaakt, daar kan ik toch moeilijk iets op tegen hebben.
Bea: Ik heb geluk. Leonie zet zich op een natuurlijke manier nogal af tegen de gangbare trends. Ze houdt bijvoorbeeld helemaal niet van wit, ecru en grijs. “Mama, ik doe liever iets anders”, zegt ze dan.
Kopen jullie op bepaalde momenten?
Valerie: De traditionele piekperiodes zijn eind augustus, dan wordt de schoolgarderobe aangekocht; en februari, voor het bruids- en communieseizoen.
Bea: Op het laatste moment. Als er iets kapot is.
Sonja: Uit tijdgebrek vaak laat in het seizoen, wanneer ik merk dat de kasten leeg worden.
Hebben kinderen nog zondagse kleren?
Bea: De mijne niet. Ze hebben kleding die ze zelf graag zien en die ze elke dag zouden aantrekken. En als dat kan, mag dat.
Marina: Niet echt. Hoewel… Voor een feestje of een receptie kleden we ons mooi aan en hij is zich er dan ook van bewust dat die witte broek wit moet blijven. Maar ik stop hem niet in een dwangbuis. Het kind is belangrijker dan de kleren en als die broek vuil is, is ze vuil.
Sonja: Ze hebben allemaal wel een kledingstuk waar ze erg aan gehecht zijn. Eerst wordt dat bewaard voor speciale gelegenheden, nadien wordt het opgenomen in de dagelijkse garderobe. Ik vind het fijn dat ze voor sommige stuks extra zorg dragen, op die manier geef je doorheen kleding een aantal waardes door.
Van welke kinderkleding houd je niet?
Marina: Ik verafschuw alles wat burgerlijk en begrensd is. Zo’n keurslijf met een logo, daar kan ik niet tegen.
Bea: Wij houden niet van saaiheid en trieste kleuren. Fantasie, kleur, motieven; dat is meer onze stijl.
Valerie: Ik heb het niet zo op overdaad. Je moet de persoonlijkheid van een kind respecteren, en die komt het best tot uiting in een eenvoudig kledingstuk.
Lene Kemps
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier