Nee, een ‘groot’ bordeauxjaar is het niet, maar 2004 hoort wel thuis bij de ‘klassieke’ jaren. Streng selecteren kan zeker geen kwaad, want de voorraad is groot en de prijzen dalen.

:: De dienst voor toerisme in Bordeaux (contact Sophie Gaillard-Mairol via s.gaillard@bordeaux-tourisme.com organiseert vanuit Bordeaux dagbezoeken aan MĆ©doc (80 euro) en aan Saint-Emilion (75 euro) met een ‘dĆ©jeuner au chĆ¢teau’.)

Het oogstjaar 2004 in Bordeaux is een ‘verkeerd’ merlotjaar. “De wijnstok heeft zich gedragen alsof de armoede van het jaar tevoren moest worden goedgemaakt”, aldus YvesGlories, de decaan van de beroemde Enologische Faculteit van Bordeaux. We weten het allemaal wel van de notelaar in de tuin : jaren met overvloedige oogst komen altijd na arme jaren. Daar de verzengende droogte van het jaar 2003 vooral de merlotplanten heeft getroffen, zijn het ook dezelfde wijnstokken die nu overreageren. Wijnboeren die in 2004 niet op het veld hebben ingegrepen, houden er verdunde en mager smakende merlotwijn aan over. Yves Glories : “De merlotwijn is wel alcoholisch, heeft veel kleur en komt fris in de mond, maar smaakt nauwelijks naar merlot.”

De klimatologische omstandigheden hebben trouwens de verdunning nog wat verder opgedreven. Massieve en snelle, heel regelmatige bloei, ten gevolge van zon en warmte begin juni. De bloei viel wel ongeveer tien dagen later dan gemiddeld over de decade 1993-2002. De zomer was eerder nat dan warm : in augustus 102 mm regen, het dubbele van het gemiddelde 57 mm. September, de maand waarop alles moet rijpen, was zeer goed : hoge temperaturen (19,2 Ā° C, tegenover een gemiddelde van 18,4 Ā° C), veel uren zon (208, of 17 meer dan gemiddeld) en weinig regen (45 mm tegenover 85 mm gemiddeld). De nachten waren bovendien koel, zodat het eventuele rottingsproces wat werd afgeremd. Op de vooravond van de oogstperiode zijn de druiven zoet (merlot 223 g suiker per l) en flink zuur (merlot 3,4 g zuur per l). Maar er is vooral veel : 100 merlotdruifjes wegen 177 g, waarin 122 ml sap. Weer Yves Glories : “Men noteert zeer belangrijke waarden voor het sapvolume, we mogen dan ook zeer veel wijn verwachten.”

Vanaf de tweede week van oktober komt er veel regen, waardoor de sauternes (alweer) in de moeilijkheden komt, zeker nadat de ’tropische’ regen van augustus (het regende twee dagen op de drie) onrustwekkende zones van rot had veroorzaakt. Een zeer strenge selectie was absoluut nodig, de rendementen zijn in de buurt van 15 hl per ha. Toch is er ‘gewoon’ (niet nobel) rot tot in de gistkuipen geraakt, waardoor men soms de gevreesde smaak van jodium treft.

Ook de kwaliteit van de rode wijn is volledig bepaald door de zorgen in de wijngaard en selectie van de druiven, er is toch al 10 procent meer wijn dan in 2003. In de assemblages zal cabernet het moeten doen, vooral die van op de grintbodems die rijp waren voor de oktoberregen. De cabernet op de koelere kleibodems (saint-Ć©milion en pomerol) werd pas rijp onder volle regen, wat zeker geen voordeel is.

In de geselecteerde stalen die door het Institut d’Oenologie werden voorgesteld, detecteerde Yves Glories in het monster saint-Ć©milion ” un peu d’agressivitĆ© en finale“, voor pomerol werd het ” il sĆØche un peu en finale“, voor haut-mĆ©doc en moulis : ” une suite tannique difficile Ć  gommer par l’ Ć©levage“, enkel margaux en graves worden als ” Ć©quilibrĆ©” bevonden. Als hij erop gewezen wordt, komt het wonderbare antwoord : “De bitterstaart is nu nog erg want ten gevolge van de reductie is het fruit wat onderdrukt, het komt wel terug…” Een kind weet dat reductie de neiging heeft om het fruit te accentueren en dat oxidatie het omgekeerde doet : ” l’annĆ©e du siĆØcle” is weer op komst.

En de winnaars zijn

SAUTERNES

Van de 24 blind geproefde stalen zijn er drie ronduit goed. Lafaurie Peyraguey : nuance, diepte, goed geknoopt evenwicht en goede pourriture noble. Rabaud Promis : goed genuanceerd, maar toch krachtig (ik dacht dat het Rieussec was). Guiraud : exotische neus, goede nuance en mooi fris ingebouwd.

Iets voorbehoud bij volgende chĆ¢teaus : Lamothe Guignard (bitter accent), De Myrat (wat kort), Coutet (stomp), Clos Haut Peyraguey (te gewoon), La Tour Blanche (wat wollig en stomp) en Rieussec (wat stomp).

POMEROL

Van de tien pomerols zijn er vijf ronduit goed. La Cabane : fijne neus van cabernet franc en aangenaam zacht. Petit Village : aangenaam rond en evenwichtig. La Croix de Gay : inktkleur, fijne neus en een stevige gedrongen smaak. La Pointe : diepte aan de neus en goed geknoopte smaak met structuur. L’evangile : zacht smakelijk en geknoopt.

Iets voorbehoud bij : Gazin (stug) en La Conseillante (kort).

Wegblijven van Vieux Certan, Clinet en Beauregard .

SAINT-EMILION

GRAND CRU

21 wijnen geproefd. Drie zijn ontroerend goed. Larcis Ducasse : inktkleur, rijpheid aan de neus en mooi rijpe tannines. Clos Fourtet : diepe kleur en grote geknoopte lengte. Beau SĆ©jour BĆ©cot : diepe neus en grote geknoopte evenwichtige lengte.

Zeven andere zijn ronduit goed . Franc Mayne : inktkleur, diepe neus en goed geknoopte grote en smakelijke lengte. La Tour FigƩac : zacht fruit en geknoopte lengte. Pavie Macquin : diepe neus met ook nog fijne bovenbouwen sappig in het fruit met geknoopte lengte. La Couspaude : gedrongen diepe neus en smakelijke goed gestructureerde lengte. AngƩlus : volkomen toegevouwen, inktkleur, statige compacte neus en gedrongen, geknoopte smaak. Trottevielle : diepe neus en volkomen evenwichtige lengte. FigƩac : brede presente neus en een smakelijke, geknoopte lengte.

Licht voorbehoud bij Cheval Blanc : een sombere kleur en een neus van rijpe cabernet franc, met veel onderbouw en een smaak gedragen door rijpe tannines, mist wat fruit in het middengebied.

RODE GRAVES

19 geproefde wijnen, waarvan twee ontroerend goed. Bouscaut : statige diepe neus en een ronduit lekkere, geknoopte lange smaak. Olivier : inktkleur en een fijne, discrete neus, maar in de mond een perfect geknoopte, smakelijke lengte.

Nog drie zijn ronduit goed. Haut-Bergey : diepe, fruitige neus en een sterke, lange, geknoopte onversmolten smaak. La LouviĆØre : mooi genuanceerde neus en een smakelijke, geknoopte lengte. Larrivet-Haut-Brion : inktkleur en een heel goede, diepe neus, geknoopte lengte, maar nu nog wat houtdominant.

Klein voorbehoud bij Chantegrive (wat ruwe tannines), Carbonnieux (mist wat samenhang), Fieuzal (iets simpel), Les Carmes Haut-Brion (iets ruw), Pape ClƩment (kleine naakte bitterstaart) en Smith Haut-Lafitte (iets kort).

Betere evenwichten dan in saint-Ć©milion en pomerol met Bouscaut en Olivier als revelaties.

WITTE GRAVES

Smith Haut-Lafitte is ontroerend goed en duidelijk de beste van het stel : frisse kleur en neus, nu nog wat houtdominant, stevige goede lengte.

Een negental is gewoon ronduit goed. Chantegrive : fijne aroma’s met ook wat rondeur en een goed genuanceerde lengte, met zelfs wat diepte. Bouscaut : sauvignon dominant met goede smaakvulling en lengte. Domaine de Chevalier : neus nog toegevouwen, maar een goed geknoopt smaaktype. Fieuzal : statige nuance aan de neus en een goede smaakvulling. De France : heel presente neus en een goedgevulde sauvignonsmaak. Haut Bergey : heel presente neus en smakelijk. Latour-Martillac : goede diepe neus met sĆ©millon en een correct gevulde smaak. Pape ClĆ©ment : statige neus en een dense smaak. Olivier : diepe neus en een stevige smaak, een type.

SAINT-JULIEN, PAUILLAC, SAINT-ESTEPHE

21 wijnen geproefd. Vijf zijn ontroerend goed. Croizet-Bages : neus van zwarte bessen, smaak perfect geknoopt en goed omhuld. Pichon-Longueville : grote inktkleur met spanning en een neus van zwarte, rijpe bessen. De smaak is perfect geknoopt met diepte en lengte. Lynch-Bages : briljante inktkleur en een neus van diep fruit na opschudden, smakelijk en perfect geknoopt. Latour : briljante inktkleur en een fijn genuanceerde neus met diepte, de smaak is mooi door tannines gestructureerd en met evenwicht en lengte, misschien iets ruw. PhƩlan SƩgur : inktkleur en een neus van zwarte bessen, de smaak is perfect geknoopt en met grote lengte (we proefden ook een mooi verouderde 1989).

Vijf zijn ronduit goed. Grand-Puy-Ducasse : nu houtdominant, maar perfect omhulde smaak met lengte. Haut-Bages-LibƩral : haast inktkleur en een statige, brede neus door hout ondersteund, smaak met fruit en goed geknoopt. Lynch-Moussas : zeer goede kleur en een neus met finesse, geknoopte, zacht uitdijende smaak. Pontet-Canet : volkomen geknoopte, houtgedragen smaak van het getemde type. Les ormes de Pez : zachtrijpe kleur en een smakelijke, geknoopte lengte (we proefden ook een schitterende 1990).

Klein voorbehoud bij : Gruaud-Larose (iets kort), Branaire-Ducru (strenge tannines), Beychevelle (mist wat drive), Talbot (valt wat weg op het einde), LĆ©oville-Barton (wat vegetaal), Langoa-Barton (streng), LĆ©oville-PoyferrĆ© (streng), d’Armailhac (streng einde), Cos Labory (wat stomp).

MARGAUX

We proefden 18 stalen, waarvan de helft ronduit goed. Cantenac-Brown : houtondersteunde neus en heel goede structuurtannines. Dauzac : heel smakelijk met goed omhulde tannines. Du Tertre : aangename, perfect omhulde smaak. Giscours : neus met finesse in de diepte en een stevige, geknoopte smaak met lengte. Kirwan : diepe neus van zwarte bessen en een fruitige smaak met structuurtannines en lengte. Malescot Saint-ExupƩry : neus van rijpe zwarte bessen en een geknoopte lange smaak. Monbrison : neus met fijn fruit en een stevige en aangename smaak. PrieurƩ-Lichine : neus met rijpe zwarte bessen, smakelijk en een suite van rijpe cabernet. Siran : goed omhulde smaak (we proefden ook een heel mooie 1982), Palmer : fijn en toch krachtig en perfect geknoopt.

CRUS BOURGEOIS

Ronduit goed : FonrƩaud, Greysac, Latour de By, Coufran, Malescasse, La Tour Carnet (Haut-MƩdoc).

In een aparte proefsessie screenen we nog een honderdtal crus bourgeois : snel proeven en enkel klasseren als ‘goed’ of ‘slecht’.

Goed werden bevonden : CastĆ©ra, Leboscq, Les Grands ChĆØnes, L’Inclassable, Patache d’Aux, Rollan de By, Tour Haut-Caussan, Barateau, Cambon La Pelouse, Caronne Sainte Gemme, CitranClĆ©ment Pichon, d’Agassac, du Retout (verbluffend), Hanteillan, Larose Perganson, Larose-Trintaudon, Lestage Simon, Peyrabon, Ramage La Batisse, Reysson, Anthonic, Verdignan, Dutruch Grand Poujeaux, Granins Grand Poujeaux, La Mouline, Poujeaux (ook een heel mooie 1982), Mayne Lalande, Deyrem Valentin, Haut Breton LarigaudiĆØre, La Gurgue, La Tour de Mons, La Bridane, Pibran (verbluffend), Beau-Site, Clauzet, De Pez (verbluffend), Haut-Marbuzet (verbluffend), Le Boscq, Meyney (groot), Petit Bocq, Tour de Pez.

Proeven en wachten

Na de warmteopdoffer van 2003 met groeistilstand en zijn groene tannines komt nu 2004, wat men een ‘klassiek’ jaar mag heten. Er zijn inderdaad goede, evenwichtige wijnen gemaakt, maar van een ‘groot’ jaar kan men niet spreken. Er is veel verdunde merlot en veel onrijpe cabernet : proeven en selecteren is de boodschap.

Er is ook geen reden om aan de primeurrage mee te doen : de voorraden zijn enorm en de prijzen dalen : men spreekt van 10 tot 20 procent. n

Tekst Herwig Van Hove I Foto’s Gerald Dauphin

“De wijnstok heeft zich gedragen alsof de armoede van het jaar tevoren moest worden goedgemaakt.”

Doe niet mee aan de jacht op primeurs : de voorraden zijn enorm en de prijzen dalen : men spreekt van 10 tot 20 procent.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content