Tien dingen die Patrick Van Ommeslaeghe voor altijd hebben beïnvloed:

1. Dat ik als tweeling geboren ben. Mijn tweelingzus en ik hadden tijdens onze kindertijd een mysterieus hechte band en een eigen codetaal die niemand anders begreep. Toen zij naar een meisjesschool werd gestuurd en ik naar een college was die band wel wat verbroken. Sindsdien is het nooit meer helemaal hetzelfde geweest.

2. De landing op de maan. Ik was toen drie jaar. Ik herinner mij dat mijn grootmoeder mij een reep chocolade gaf en mijn vader mij wakker maakte. Ik wou eigenlijk verder slapen, maar ik ben blij dat hij mij toen voor de televisie heeft gesleurd. De eerste mens op de maan: wat een nieuwsfeit! Mijn hele jeugd ben ik erdoor geobsedeerd gebleven. Mijn kamer hing vol posters van manen en planeten; ik kende de wetenschappelijke namen van zo’n 100 sterren uit het hoofd.

3. Yayoi Kusama. Een Japanse kunstenares die van haar obsessies levensverruimende kunst heeft weten te maken. Als kind al was ze getormenteerd: ze had angstaanvallen en zag van overal bollen, bloemen, vangnetten en fallussen op haar afkomen. Ze is vanuit Tokio in New York terechtgekomen waar ze haast maniakaal is beginnen schilderen, doeken van netten op formaten die nooit eerder waren gezien. Donald Judd omschreef haar als een nieuw genie. Dat was nog maar het begin: daarna begon met stripteases op televisie, of schilderde ze bollen en stippen op mensenlichamen. Begin de jaren ’70 is ze in een gesticht beland. Het eerste werk dat ik van haar zag, was haar Endless Love Room, in een boek over performancekunst. Een kamer, eindeloos groot, vol pastilles, duizenden keren herhaald. Kusama is mijn favoriete kunstenares, al jaren. Ze ging buiten zichzelf, op het gevaarlijke af, maar heeft kunst geproduceerd die mij steeds weer overweldigt.

4. Yoko Ono en de Fluxus-beweging. Vanaf het moment dat ik Ono’s single Walking On Thin Ice hoorde, was ik verkocht. Voor zowat iedereen was ze de meest gehate vrouw op de planeet, zeker toen The Beatles uit elkaar gingen. Mijn respect voor haar is alleen maar gegroeid, vooral na het beluisteren van haar soloplaten en het lezen van haar boeken. Ze heeft me ook de Fluxus-beweging doen ontdekken, de anti-conformistische kunstgroep waarvan ze lid was. Namen als John Cage, Nam June Paik en George Maciunias. Ze doorbraken barrières maar met zin voor humor, zoals het hoort, vind ik. Mijn favoriete Fluxus-anekdote: de keer dat Maciunias zich weken bezighield met het distilleren van voedsel tot kleurstof, die hij daarna in eierschalen goot zodat men transparante eieren kreeg die smaakten naar aardbei, of koffie.

5. Benares. De heilige stad van India. Als je daar kan sterven, hoef je niet meer gereïncarneerd te worden en ga je rechtstreeks naar het Nirwana. Dus zie je er stokoude mensen met de glimlach en hopen houtstapels waarop doden worden verbrand. Ik heb die stad zo’n vijf jaar geleden bezocht en het is zonder twijfel mijn meest spirituele ervaring. De ochtend na mijn aankomst maakte ik een boottocht. Rondom het schip dreven kaarsen en bloemen en om de zon te bedanken dat ze terug was opgekomen, sprongen honderden mensen in het water. In één oogopslag zag ik alle kleuren van de regenboog, feller dan ooit. Water, vuur, aarde, lucht, dood, leven, alles was verenigd. Het heeft me enorm geraakt.

6. Quatuor Pour La Fin du Temps – Messiaen. Een stuk dat deze Franse componist in het concentratiekamp geschreven heeft. Op een dag mocht hij aan de kampoverste vragen wat hij wou, een soort beloning vermoed ik. Hij bestelde papier en potlood en daarmee heeft hij dit muziekstuk gecomponeerd. Zes delen zijn wat mij betreft onbeluisterbaar, maar twee fragmenten bevatten de mooiste muziek ooit. Golven van tristesse die maar blijven aanzwellen. Ongelooflijk hoe iemand vanuit de totale desolatie zoveel schoonheid en warmte uit zichzelf kan halen.

7. Het Lam Gods- Gebroeders Van Eyck (1432). Toen ik klein was, kwam er nog een man de panelen openzetten terwijl je erbij stond. Van het ene op het andere moment kreeg je dan die duizelingwekkende kleurenexplosie te zien, en honderden figuurtjes en tafereeltjes. Als 12-jarige was ik begeesterd door het befaamde missende paneel. Overal waar ik een holle muur of een nis vermoedde ging ik controleren. Ik was ervan overtuigd dat ik het ging vinden.

8. Films. Van mijn collegetijd kan ik me maar één positief moment herinneren: de dag dat iemand het lumineuze idee had om 2001: A Space Odyssey van Stanley Kubrick in de filmzaal te projecteren. Maar mijn favoriete film aller tijden is THX 1138, de eerste prent van George Lucas. Het verhaal speelt zich af in de toekomst. Iedereen is kaalgeschoren en draagt witte kleren. Als afgodsbeeld hebben ze een schilderij van Memling. THX 1138 heeft me al op jonge leeftijd minimalisme leren kennen, nog voor ik wist wat het was. De omgeving die deze film toont, is nog altijd de manier waarop ik zou willen leven. Verder: het werk van Eisenstein, Ivan De Verschrikkelijke bijvoorbeeld, heel dramatisch en hysterisch. Of de films van Tarkovsky, eigenlijk eindeloos saai maar wel vol beelden die nog in mijn hoofd spoken. La Passion de Jeanne D’Arc van Dreyer, subliem. Ik ben ook weg van die typische togafilms over het Romeinse Rijk, waarin mannen altijd heldhaftig zijn en vrouwen immer elegant.

9. Mijn favoriete modebeelden: Patty Hearst tijdens haar bankoverval, de pubikini van Rudi Gernreich, de Babouschka-trouwjurk van Saint Laurent, de strepencollectie van Courrèges, de eerste collecties van Stephen Sprouse, de archieven van Christobal Balenciaga, de pantalon tourné van Adeline André, de bultenjurken van Georgina Godley.

10. Borrelnoten van Calvé. Die van vroeger, met een vierdubbele laag. Toen ik 18 was, at ik er dagelijks hele zakken van. Ik heb het later uitgerekend: dat was zo’n 15.000 calorieën per dag. Ik was toen erg dik, geen wonder eigenlijk. Maar ik ben er wel mee kunnen stoppen en ik viel in één klap 25 kg af. En dat was ook een belangrijke gebeurtenis in mijn leven: het besef dat het kon.

Peter De Potter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content