Wie houdt van houtarchitectuur komt in Midden-Zweden beslist aan zijn trekken. De landhuizen zijn er sprookjesachtig mooi.

Piet Swimberghe / Foto’s Jan Verlinde

“Vanaf de 18de eeuw werden de vlasboeren hier zeer rijk”, vertelt Barbro Sollbe, die als lokale gids vertrouwd is met de geschiedenis van de streek. “Ze bleven dat tot in de 20ste eeuw. Gedurende heel die periode bouwden ze monumentale boerderijen die vaak erg goed lijken op de zomerresidenties van de adel. Daarom hebben sommigen het hier, zij het wat smalend, over de ‘boerenadel’.” Veel van die landhuizen hebben ook iets van een filmdecor. De gebouwen zijn namelijk opgetrokken uit hout, dat onder een laag verf, doorgaans caseïneverf, het uitzicht krijgt van natuursteen of baksteen. Ze zien er dus robuuster uit dan ze in werkelijkheid zijn. “Soms zijn het ook echte decors, want niet zelden werd de bovenste verdieping nooit afgewerkt”, weet Barbro Sollbe. “Voor de vensters werden soms ruggen van stoelen genageld om bezoekers de indruk te geven dat deze hoge woningen tot in de nok bemeubeld waren. Kwestie van rijkdom uit te stralen natuurlijk.”

Maar de houten boerderijen van Hälsingland hebben toch uit het verre verleden iets extra bewaard dat tot de verbeelding spreekt. Naast de eigenlijke woning staat er namelijk een tweede huis, compleet met inkomhal, woonkamer, keuken en slaapkamers, dat evenwel niet wordt bewoond. Deze aparte huizen, doorgaans wat kleiner dan het woonhuis, worden gebruikt om feest te vieren. In de woonkamer staat er steevast een grote ruwe tafel waaraan de gasten plaatsnemen. En de bedden van de slaapkamers zijn gevuld met hooi en worden nooit beslapen. Bovendien zijn deze feesthuizen volledig versierd met volkse beschilderingen, destijds aangebracht door rondreizende decoratieschilders. Hoewel deze versieringen heel archaïsch zijn van stijl, zijn ze zelden meer dan anderhalve eeuw oud.

Naast de talrijke bijbelse voorstellingen en heidense symbolen troffen we in Nygårds een interieur aan uit 1853, met naïeve stadspanorama’s. Deze decoratie doet denken aan het behangselpapier dat destijds in West-Europa werd gemaakt. Soms werden de muren gewoon bespat met kleur of beschilderd met imitatiehout of -marmer. Door het gebruik van waterverven, meestal op basis van caseïne, zijn de kleuren uitstekend bewaard.

Barbro Sollbe bracht ons in contact met een van de talrijke restaurateurs die in de streek actief zijn, Anna-Carin Åsbrink. Zij organiseert elke zomer restauratiecursussen waarbij telkens een oud landhuisje wordt opgeknapt. Daartoe dragen allerlei ambachtslui hun steentje bij, want zowel het schrijnwerk wordt hersteld als de kachelovens en de beschilderingen die helemaal volgens de traditie worden hermaakt. Veel wanddecoraties zijn gedeeltelijk uitgevoerd met sjablonen op doek of op papier dat op de houten wanden wordt gelijmd.

Het is vrij ongewoon dat deze restauraties worden uitgevoerd door ambachtslui en doe-het-zelvers en niet altijd door gespecialiseerde vaklui. Maar precies daardoor voelen de bewoners, die de klus wel eens zelf klaren, zich ook meer betrokken bij de opknapbeurt. Het is eveneens tekenend dat veel van die boerderijen niet eens beschermd zijn als monument: doordat ze naar waarde worden geschat, worden ze niet bedreigd. De bevolking is uitermate trots op haar patrimonium.

Wie rondreist, krijgt de gelegenheid om veel privé-interieurs te bezoeken. De lokale toeristische dienst zorgt voor de nodige informatie. Natuurlijk zijn er ook enkele streekmusea waar deze architectuur eveneens te bewonderen valt. Wie zich in het onderwerp wil verdiepen, vindt ter plaatse heel wat documentatie.

Voor algemene toeristische informatie over Hälsingland verwijzen we naar de site www.halsingland.nu. Wie meer wil weten over de houten kastelen, de beschikbare vakliteratuur en restauraties raadpleegt de site www.halsingegardar.com. Anna-Carin Åsbrink kan worden gecontacteerd via tel. +46-65 13 10 90.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content