Soms kan een inzicht je plots overvallen, op een miezerige dag, achter een krant met koppen als ‘Landbouwers planten weer meer aardappelen’. Het besef, bijvoorbeeld, dat enkels en het bultje op je pols geen toevallige uitsteeksels zijn, maar de afgeronde uit- einden van knoken zoals je die ziet in stripverhalen, in de muil van een hond of verblekend in de kerkers van de Koningin van Onderland.

Jaren loop je rond als gewerveld zoogdier, zonder aandacht voor je geraamte. Nu voel je daaraan, en dan loop je weer verder, in de voorspelbaarheid van telkens weer nieuwe ontmoetingen met nieuwe mensen, die waarschijnlijk ook telkens weer ogen en oren zullen hebben, urineleiders en twaalfvingerige darmen, al worden die aan het zicht onttrokken door een soms toch genadige schepper. Organen en slijmbeurzen zijn een democratische gedachte, als het regent en laf is, als de wereld tegenwringt en de mensheid een complot lijkt. Soms bundelt de weerbarstigheid zich samen in een stofvlok of katte, die aan je vingers blijft plakken als je ze uit het raam probeert te gooien, en die terug naar binnen waait als was ze behept met een treiterachtig verlangen.

Op zulke momenten kan het helpen om koffie te zetten of te denken aan de grote rode vlek op Jupiter, waar het al eeuwen stormt volgens wetenschappers. Het kan dan helpen om te lezen over het element strontium, vernoemd naar een plaats in Schotland, in tegenstelling tot wat je misschien zou denken.

Het kan helpen om te wandelen, door water dat opspat van onder autobanden, door straten met namen van koningen en koninginnen, en door de Prinses Clementinalaan, waar aan een statig herenhuis het bekende bordje hangt in fluorescerend oranje.

Kamer te huur.

In dit pand heeft, zo weet ik toevallig, op Valentijnsdag 1978 de schrijver Jan-Emiel Daele zijn vrouw doodgeschoten, om reden van amoureuze verwikkelingen die sommigen als banaal zouden omschrijven. Vervolgens sloeg hij de hand aan zichzelf, terwijl hun zoontje in de belendende kamer lag te slapen. Zouden ze dat saillant detail erbij vermelden, vraag ik mij af, naast de EPC-waarde, aan enthousiaste studenten die naar een kot op zoek zijn ? Vermoedelijk niet, en mochten ze het al zeggen, dan zou het toekomstige huurders wellicht slechts matig beknellen. Het blijft opmerkelijk, hoe vorige generaties met koele veerkracht door nieuwe generaties worden overwoekerd, zonder plichtpleging of leedvermaak. Het recht van verversing, vanzelfsprekend als een baby die wordt verpamperd.

Vroeger zou ik mij misschien in dat huis naar binnen gewerkt hebben, onder het mom een kamer te willen huren – desnoods voor mijn kinderen, want zelf ben ik de leeftijd ontgroeid waarop men kamers kan huren zonder achterdocht te wekken. Vroeger schurkte ik mij welgezind aan tegen het macabere, maar dat is er wat uitgegroeid met de jaren, zoals ik ook het roken heb afgeleerd van sigaretten zonder filter. Ik wend dus de blik af en vervolg mijn pad, door een woud van fietsen, weg van de klopgeest van Jan-Emiel. Positief wil ik zijn, het leven vieren en de lichthoofdigheid omarmen. Niet dat ik zo ver wil gaan op nieuwsberichten te klikken als ‘Oostenrijk stuurt vrouw met baard naar Songfestival’. Maar toch. Wat moet het heerlijk zijn om te leven zonder dat gevoel van drama, van naderend onheil dat in je hoofd blijft gonzen, als water tegen je trommelvlies na veertig lengtes in het zwembad. Om vrolijk te shaken en te shoppen zonder altijd die vage gedachten aan ontsporingen. Hartinfarcten. Wereldbranden.

Het kan helpen om samen met je dochter te kijken naar De Aristo-katten, of naar de oude Bambi, en vast te stellen dat de gebeurtenissen niet zo tragisch zijn als in het merg van je herinneringen.

Soms vraag ik mij af wat er van die zoon zou zijn geworden.

Jean-Paul Mulders

Het blijft opmerkelijk, hoe vorige generaties met koele veerkracht door nieuwe worden overwoekerd, zonder plichtpleging of leedvermaak

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content