Voor het eerst sinds “Voice of Chunk” hebben the Lounge Lizards een nieuwe cd. Toch heeft John Lurie ondertussen niet stilgezeten, al zou hij soms wel willen. Worstelgesprek met een naar eigen zeggen soms “wat achterlijk artiest”.

Een man met een beginnend kroontje kan het zich niet permitteren om zo cool te zijn als de John Lurie uit de Jim Jarmush-films, denk ik als ik hem zie zitten. Hij draagt geen pak van iets te wijde Italiaanse snit, noch zijn vlekkeloos blinkende schoenen waarmee hij ooit het moeras uitkwam in Down By Law. En hij begroet me met: “Heb jij dat ook? Dat vreselijke gevoel dat er een liedje in je hoofd blijft zitten en je het er niet uitkrijgt?” Het zingen helpt meestal, zeg ik. “Maar het is er eentje van Radiohead“, riposteert hij. Hij neuriet twee noten, maar hij zingt het niet.

Het woordje cool was nog geen tienerjargon en betekende nog iets in de jaren tachtig: een soort stijlvol grootstadsnihilisme. En John Lurie was er de paus van. Ook op het podium met the Lounge Lizards, een groep New Yorkse eclectici die funk met Mingus, repetitieve patronen, punk en wereldinvloeden samenbracht met een air van doe-me-eens-wat. Het was: podium opkomen, ding doen, applaus ondergaan en weer inpakken. Wat je daarvan vond, leek van hen af te schuiven als knikkers van een gletsjer. Lurie keek toen nog eens boos het publiek in, draaide zich om en verdween.

“Je imago maak je niet zelf”, zegt hij nu. “We zijn begonnen als een bende punks die jazz speelden. Door dat imago zijn er mensen die ook nu nog niet naar onze optredens komen, omdat ze nogal achterdochtig zijn. Omdat ik ook nog in die twee Jarmush-films ( Stranger than Paradise en Down By Law) hetzelfde personage speelde, denken de mensen al vlug dat ik ook zo ben. Dat klopt niet, en dat is me gaan storen, want er is een sterke eerlijkheid in onze muziek, die door dat imago niet gehoord wordt.”

Zelden een man gezien die zo in een interview worstelt met zichzelf. “Ik wil ook wel de wat achterlijke artiest spelen, maar ik word tegenwoordig wakker met gedachten over wie ik nog een fax moet zenden, wat nog genegotieerd moet worden in plaats van welke de volgende twee maten zullen zijn van een nieuw muziekstuk. Geloof me vrij, ik heb nu een eigen platenfirma – Strange and Beautiful Music – maar het is uit noodzaak.”

Maar nadenken over de volgende twee maten doet hij toch: voor het eerst sinds Voice of Chunk uit 1990 hebben the Lounge Lizards een nieuwe plaat. Niet dat Lurie heeft stilgezeten, er waren de vele filmsoundtracks die hij schreef, strijkkwartetten die Bela By Barlight heetten… Maar vooral: “Ellende, ellende, ellende heb ik de laatste jaren gehad. Ik heb langer in advocatenkantoren gezeten en bij de procureur gezeten dan elders. Ik kan je verzekeren, ik heb mijn saxofoon een jaar lang niet opgeraapt. Miserie, miserie.”

Toch werd deze cd al een tijdje geleden gemaakt. “De vorige had ik al in de VS helemaal alleen op de markt gebracht, want ik moest niks meer hebben van platenmaatschappijen. En dan komt toch weer iemand met een voorstel en ga je daar domweg op in. Twee jaar heeft het geduurd voor ik de rechten terug kon halen bij Warner voor mijn eigen platenfirma. Gelukkig kon ik af en toe een soundtrack schrijven om wat geld op de plank te krijgen. Nee, het laatste wat ik wou doen, is een platenfirma oprichten. Maar het moet wel, de muziek moet toch uitkomen. Wat is het alternatief? Stoppen? Dat heb ik al zo vaak gezegd. Ik ben zeker dat als ik morgen de hele klerezooi vaarwel zeg, er volgende week weer iemand staat met een voorstel waarop ik niet nee kan zeggen. Iets brengt me altijd terug. Ik durf het niet te luid te zeggen, maar ik denk dat het God is.”

Als we opperen dat het dan misschien de moeite loont om af en toe eens te stoppen, lijkt hij de optie ernstig te overwegen, denkt na en zegt: “Dat is als God belazeren. Daar moet je voorzichtig mee zijn.”

Het gesprek wordt wat vrolijker als we het over Fishing with John hebben. “Een crazy idea. Ik was een paar keer gaan vissen met Willem Dafoe. We hadden daar wat homevideo’s van, en ik heb ooit – meer als grap – tegen iemand gezegd dat ik daar wel een reeks over wou maken. Die had net een Japanse groep ontmoet die televisieprojecten zocht om in te investeren, en wat doe je dan? Ik ben gaan vissen in Thailand met Dennis Hopper, in Jamaica met Tom Waits, in Costa Rica met Matt Dillon en ik ben zelfs op haaien gaan vissen met Jim Jarmush. Geen van ons kon echt vissen, en na verloop van tijd ga je dan gewoon wat zeveren tegen elkaar. Maar je ziet Hopper en Waits zoals ze echt zijn, en het is wel ongelooflijk grappig.”

Fishing with John liep op de Amerikaanse openbare omroep en in Japan, met meer dan verwacht succes overigens. “Aan wie moet ik hem hier verkopen, denk je? Canal Plus? Arte? Met wie moet ik dan gaan spreken? Kun jij de reeks hier niet verkopen?”

Ik breng hem terug naar de cd: meer verwerkte wereldinvloeden, zeg ik. Meer soefimuziek. “Het is gek, want ik luister steeds minder naar dat soort dingen. Maar het gaat vaak zo dat je iets twintig jaar geleden hoorde, dat het in je hoofd gaat zitten en er pas jaren later op een of andere manier uitkomt. Nog voor ik jazz speelde, luisterde ik al naar Balinese muziek, en ik ben wel gek van de qawwali van Nusrat Fateh Ali Khan bijvoorbeeld. Toen ik voor het eerst de Malinese gitarist Ali Farka Touré hoorde, dacht ik dat hij een van mijn stukken had gepikt.”

Ik lees hem een stukje voor van zijn eigen website. “John Lurie schrijft simpele, charmante melodietjes”, staat er. “Staat dat op mijn website? Simple, charming melodies, hemeltje, het staat er. Ik zou dit niet zeggen, maar soit, het zal dan wel zo zijn. Wat gek, het lijkt wel of ik een leuk oud mannetje ben.”

We sluiten af, hij haalt een stapel faxen bij mekaar, regelt nog een paar praktische zaken en gaat weer zitten. Hij buigt voorover, wrijft over zijn voorhoofd. “Dat verdomde Radiohead-liedje.” “Zingen”, zeg ik nog eens. Maar hij gromt alleen maar.

John Lurie and the Lounge Lizards spelen op 9 november om 20u.30 in Théâtre 140 in Brussel. Info: Tel. (02) 733.97.08. Distributeur VIA verdeelt de cd’s van Strange and Beautiful Music (www.strangeandbeautiful.com) “Queen of All Ears” en de soundtrack van “Fishing with John”.

Gerry De Mol

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content