JOHN HIATT. Je blijft zoeken

“Ik wil niet voor een beperkt kringetje intimi spelen. Ik hou ervan dat het publiek steeds toeneemt, want ik geloof dat je kunst daar ook baat bij heeft. Anders stop je met groeien. ” De Amerikaanse singersongwriter John Hiatt over zijn nieuwe cd “Walk on”.

JACKY HUYS

Het leven heeft er niet altijd even rozegeurig uitgezien voor John Hiatt. Oké, hij werd gerespekteerd door zijn kollega’s en iedereen van Bob Dylan tot Bonnie Raitt heeft ooit wel eens aan zijn telefoon gehangen voor een liedje, maar commercieel bekeken was hij geen hot property. Multinationals dumpten hem om ter snelst en er waren soms lange tussenperioden zonder platen. Maar de tijden zijn veranderd. Deze keer is Hiatt zélf opgestapt bij zijn vorige firma. Hij meldde het hen toen hij de banden van zijn live-cd inleverde. Ze bekeken hem, gooiden de cd op de markt en gunden ‘m geen blik meer.

Hiatt haalde z’n schouders op en begon te werken aan Walk on. In zijn eentje. In stilte. “Ik dacht wel dat ik iemand zou vinden om de plaat uit te brengen, dus ik vond het niet zo erg om een risico te nemen en er mijn eigen geld in te steken. Het geeft je ook meer vrijheid. De laatste keer dat ik een plaat maakte, zat ik ook net gekneld tussen twee platenfirma’s, de dato Bring The Family. Zoiets doet me blijkbaar goed. Mijn nieuwe A&R-man heeft al gezegd dat hij me zal laten vallen na deze plaat, want dan kan ik weer een goede plaat maken en dan kan hij me weer kontrakteren (lacht). “

Je hebt de meeste van deze songs geschreven terwijl je op toernee was. Dat heb je vroeger nooit gekund.

Hiatt : Ik had voordien altijd thuis geschreven. Nu werd alles omgedraaid. Het was de meest uitgebreide en langdurige toernee die ik al heb meegemaakt. We zijn wel eens drie, vier of vijf maanden op de baan geweest, maar deze keer waren we meer dan een jaar weg van huis. Op toernee zit je je toch voortdurend te vervelen in je hotelkamer, je hebt je boek uitgelezen en je weet geen weg met jezelf, dus ben ik maar beginnen schrijven. Uit pure verveling. Met uitzondering van één song, is de hele plaat geschreven tijdens het reizen. Ik kan nog ongeveer zeggen in welke stad elke song is gecreëerd. Sommige zijn in de kleedkamer ontstaan, net voor we moesten spelen, sommige in de hotelkamer. Het is me opgevallen dat veel songs over bewegen gaan en over het naar andere plaatsen trekken, hoe zou dat toch komen (lacht) ? En er is natuurlijk ook dat verlangen om ergens anders te zijn, wat vaak voorkomt als je op toernee bent. Ik heb de songs veel sneller dan anders geschreven. Wanneer ik een goede riff of melodie had gevonden, schreef ik er meteen woorden bij.

Vraag je je nooit af waarom je eigenlijk nog op toernee gaat, als je zelf zegt dat de kans bestaat dat je je gezond verstand verliest en je vaak naar huis verlangt ?

Hiatt : Ik heb me jaren afgevraagd wat ik nu eigenlijk was : een songwriter of een performer. Twee jaar geleden ben ik daar mee gestopt. Ik hou van optreden en ik hou ervan om mijn songs op plaat te zetten. Ik ben een artiest, punt. Zo van : als het kwaakt als een eend en loopt als een eend, dan zal het wel een eend zijn (lacht). Ik hou me met zulke vragen niet meer bezig. Wat me wel bezighoudt, omdat ik nu eenmaal geen piepjonge, beginnende artiest meer ben ik ben 43 , is dat het einde er aan zal komen. Als ik optreed, wil ik dan ook het beste van mezelf geven zolang het nog kan. Ik zie mezelf niet meer op toernee gaan als ik zestig ben. Op mijn vijftigste misschien nog wel en op mijn vijfenvijftigste ook nog, maar ergens tussen de vijftig en zestig hou ik ermee op. Ik wil er nu dus nog het beste van maken.

Denk je aan muziek als “een carrière” ?

Hiatt : Dat heb ik eigenlijk nooit gedaan. Voor mij is het gewoon iets wat ik doe, een deel van wie ik ben. Ik schrijf songs omdat ik dat graag doe. Ik hou ervan om ze te spelen. Gelukkig heeft dat vruchten afgeworpen : ik kan me er voltijds mee bezighouden. Kijk, het is altijd belangrijk om een groter publiek te bereiken. Ik weet niet of dat komt omdat ik een Amerikaan ben, dat ik altijd groter, beter en meer wil. Het heeft gewoon te maken met een innerlijke drive, the push westward. De zwerflust van de Amerikanen, die waarschijnlijk ontstaan is in Europa in de zestiende eeuw want de eerste Amerikanen zijn van hier afkomstig en ook de idee dat je het beter kon stellen dan je voorouders, dat is waar Amerika voor stond. Dat is zowel een positief en negatief gegeven. Je blijft maar westwaarts drijven, als het ware, je blijft zoeken. Vanuit een kreatief standpunt gezien wil je natuurlijk altijd een zo groot mogelijk publiek. Ik wil niet voor een beperkt kringetje intimi spelen. Ik hou ervan als je publiek steeds toeneemt, want ik geloof dat je kunst daar ook baat bij heeft. Anders stop je met groeien. En je kunst ook.

Kan je je een leven thuis inbeelden, de dakgoot fiksen, paardestront opruimen ?

Hiatt : Mijn vrouw ruimt die nu op en ze is er erg goed in (lacht). Ze beweert dat het een schitterende vorm van terapie is. Ik heb het al genoeg gedaan om te weten dat het in elk geval nederig is. Als familie moet je altijd offers brengen. Bij Perfectly Good Guitar heb ik gezegd dat ik uitgebreid wou gaan optreden. Dat is niet een beslissing die ik alleen maak. Als familie moet je je dan voorbereiden op het feit dat we een hele tijd van elkaar gescheiden zullen zijn en er het beste proberen van te maken onder de omstandigheden. Met deze nieuwe plaat hebben we dezelfde afspraak gemaakt. We gaan wel proberen het toerschema ietwat te wijzigen. Wanneer we vroeger in de States optraden, was het zo dat iedereen na drie weken optreden een week naar huis ging. Dat kostte ons echter handenvol geld, zodat we hebben beslist dat ik één dag in de week naar huis ga, terwijl de groepsleden gewoon blijven waar we op dat moment zitten. Ik kijk er wel naar uit, ik denk dat het wekelijkse weerzien mezelf en het gezin goed zal doen.

Ten tijde van “Perfectly Good Guitar” circuleerden verhalen dat de energieke sound van de cd te maken had met je stiefzoon die peper in je kont had gestrooid.

Hiatt : Die jongen heeft genoeg met mij gesold (lacht). Nee, serieus, hij oefent nog altijd druk uit. Hij is echt hilarisch, hij luistert naar verschrikkelijk veel dingen. Zijn smaak in muziek is zeer uitgebreid. Hij heeft nu plots Taj Mahal ontdekt. Toen ik een tiener was, was ik verzot op de eerste twee platen van Taj Mahal. Hij luistert naar de Band, de Allman Brothers maar tegelijkertijd ook naar nieuwe groepen. Toen hij thuis was voor de zomervakantie heb ik tapes voor hem gemaakt van Wilco en Son Volt.

De nieuwe plaat lijkt meer verwant te zijn met “Bring The Family” dan met “Perfectly Good Guitar”.

Hiatt : Ja, waarschijnlijk wel. De stilistische setting van de platen hangt over het algemeen af van datgene waarrond de songs opgebouwd zijn, waar de songs naar hinten. Hopelijk ontstaat die als je met de muzikanten samenkomt. Ik weet op voorhand niet of ik een mandoline wil gebruiken op bepaalde songs. Mijn musici kwamen op een gegeven ogenblik af met iemand : “David Immergluck is fantastisch, hij speelt allerlei verschillende instrumenten”. Ik heb hem meteen ingehuurd zonder hem te horen spelen. Ik was hem een song aan het tonen en plots zegt hij : “Waarom gebruiken we geen mandoline ? ” Geen probleem. Voor je het weet, heb je Cry Love. Ik heb geen groots voorbedacht plan in mijn hoofd van hoe ik wil dat een plaat zal klinken. Veelal ontstaan de ideeën in de studio.

Laten we het even over de songs hebben. Je bent doorheen de jaren met merkwaardige songtitels op de proppen gekomen, “Shredding The Document” bijvoorbeeld.

Hiatt : In Amerika worden we overspoeld door talkshows, en andere vormen van publieke vertoningen, en ik had er mijn buik van vol. Ik heb het in een politieke kontekst geplaatst, met Whitewater en dergelijke. We gaan die song als single uitbrengen in het campagnejaar ’96 (glimlacht). Ach, Amerikaanse politiek. Ik denk dat de kloof tussen de gewone mensen en de problemen die dringend moeten besproken worden enerzijds, en de politici anderzijds enorm groot is. Ik weet het niet. Het zou best kunnen dat er binnenkort een burgeroorlog uitbreekt, of een klasseoorlog, of een rassenoorlog. Het zijn interessante tijden.

Op de plaat staat een nummer, “Mile High”, van het soort dat je nog niet eerder hebt geschreven : rechtstreeks uit het Great American Songbook. Het is alsof je hiermee een poging doet om Frank Sinatra te overhalen een song van je te coveren.

Hiatt : Sinatra in een film van David Lynch. Het heeft dezelfde wazige sfeer. Ik herinner het me nog goed, ik was ergens in Utah en we kwamen ’s morgens vroeg toe nadat we de hele nacht hadden gereden. Ik voelde me barslecht en het hotel was afschuwelijk. Alles ging fout. Ik was moe, maar begon toch te spelen op mijn gitaar. Er kwam een soort heroïne-geluid uit, een afschuwelijke heroïne-groove. Jaren geleden heb ik met heroïne geëxperimenteerd en als je zoiets ervaren hebt, vergeet je nooit dat gevoel van high te zijn. Het kan je plots overvallen, dat gevoel en de reuk, wat zeer bizar is. Ik probeerde toen in Utah waarschijnlijk het feit dat ik me ellendig voelde te verzachten, te verdoven. En ik ben daarin geslaagd, door de muziek. De woorden kwamen er toen zo uit, want liefde is de drug. Dit soort nummers wordt tegenwoordig niet meer gemaakt. Ik moet alsmaar denken aan een interview met Michael Stipe dat ik een aantal jaren geleden las. Hij zei dat hij geen liefdesliedjes schreef, omdat hij ze weerzinwekkend en ergerlijk vond. Daar werd ik door getroffen, omdat het namelijk heel moeilijk is om een liefdeslied te schrijven. Misschien vindt hij de uitdaging afstotelijk, maar ik kan het moeilijk geloven. Voor mij bestaat er niks beters dan een goed geschreven liefdeslied. Misschien wil de hedendaagse generatie songwriters daar gewoon niet aan beginnen. Ik heb altijd al een voorliefde gehad voor de ballade, voor de gevoelvolle liefdesverklaring. Van Love Me Tender tot Stand By Me, daar hou ik van. En het is veel diepzinniger dan alles wat Michael Stipe al heeft geschreven (glimlacht). Maar dat mag ik niet zeggen. Hij is een fantastische schrijver. Ik neem het terug, Michael. Het spijt me.

Is er nog iemand van wie je zegt : als dié een nummer van mij zou willen opnemen…

Hiatt : Ray Charles. Ik zou sterven als een gelukkig man als Ray Charles Lipstick Sunset opneemt. Ik heb het hem al opgestuurd. Misschien vindt hij het niet goed.

Is dat een bezigheid waar jij je soms aan overgeeft : terugkijken naar je hele oeuvre ?

Hiatt : Bijna nooit, tenzij we op toernee gaan. Dan moet je terugkijken om te weten wat je gaat spelen. Deze keer wil ik een aantal nummers brengen die ik voordien nog niet gespeeld heb. Ik wil er een paar oude brengen, maar ook op de laatste vier A&M-platen staan er songs die ik nog nooit live gespeeld heb. Sometime other than now, It’ll come to you bijvoorbeeld. Maar eigenlijk kijk ik veel liever vooruit naar de liedjes die ik nog zàl schrijven.

Nog één keer toch : wat zijn je eigen drie favoriete songs ?

Hiatt : Ik denk dat Lipstick Sunset er een van is. Waarschijnlijk ook Tennessee Plates. En dan misschien Feels Like Rain, een liefdesliedje uiteraard.

(“Walk on” van John Hiatt is verschenen bij Capitol. Vermoedelijk in januari ’96 toert Hiatt door Europa.)

John Hiatt : het verlangen om ergens anders te zijn. Ik zou sterven als een gelukkig man als Ray Charles “Lipstick Sunset” opneemt. Ik heb het hem al opgestuurd. Misschien vindt hij het niet goed.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content