Johan Verminnen Zonneschijn en regen, dat ben ik

?Ik wil de ernst relativeren die rond rock, kleinkunst of pop hangt. Dit blijft een spielerei, men moet geen literatoren van ons maken.? Johan Verminnen over zijn nieuwe cd. En over de racist in ieder van ons : ?Iemand uit Merendree, een paar kilometer verder, da’s eigenlijk iemand van een andere wereld.?

Jacky Huys / Foto Lieve Blancquaert

Er zijn artiesten van bij ons, die ondermeer omdat ze van bij ons zijn als een stuk van het meubilair worden bekeken en van wie men de aanwezigheid, de concerten en de platen als niet meer dan normaal ervaart. Johan Verminnen heeft het er over in Zelfportret, een nummer van zijn nieuwe cd Suiker en Zout, waarin hij tekstueel ironiserend spijkers met koppen slaat over hoe hij een leven lang liedjes zou willen schrijven maar niet weet of dat wel haalbaar is. ?De onzekerheid van ons beroep die het grote publiek vaak onderschat?, zegt hij.

Toch is er dezer dagen geen sprake van aarzelingen of haperingen in de carrière van Verminnen. De festiviteiten rond zijn 25-jarige artistieke bestaan lopen stilaan af en de Alles Leeft-tournee is z’n meest bevredigende ooit geweest. Vervolgens is er de consecratie van zijn status via Spelers en Drinkers (jong Belgisch grut interpreteert zijn werk), waar hij eindelijk vrede mee heeft : ?In het begin heb ik daar zeer veel gêne tegenover gehad, nu gaat het beter. Iemand had besloten ter gelegenheid van mijn 25-jarige carrière een zogenaamd eenmalig project op te zetten. Da’s dan buiten proporties gegroeid : er is een cd van gemaakt en een jaar later zijn ze er nog mee op tournee. Eerlijk gezegd : ik hou niet van de idee om een standbeeld te hebben in je eigen dorp.? En vervolgens is er het verse werkstuk, dat dertien eigen nummers bevat en een song van Jan Savenberg, broer van ex- Clouseau-lid Bob. Sterke composities, herkenbare melodieën, ingetogen mijmeringen en gevarieerde arrangementen, allemaal gedrenkt in zijn typische melancholie.

?Ik schrijf veel bewuster?, zegt hij. ?Ik kan mij afzonderen en zeggen : nu ga ik werken. Ik heb dat vroeger nooit gekund. Het is niet makkelijk. Toen Alles Leeft verscheen, zei ik dat je even mag omkijken in het leven, maar dat je daarna verder moet. Da’s natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, maar goed : het moét. Ik heb de vorige toernee met uitgebreid orkest en strijkkwartetten, met arrangementen en alles erop en eraan tot eind augustus laten doorlopen. Daar wil ik nu een lijn onder trekken. De single On a déjà donné stond daar symbool voor : het accent op de ritmesectie. Ik ga nu toeren met twee gitaristen, een bassist, een drummer, een toetsenist en een harmonicaspeler, en we gaan weer eens poeier geven. En in december ga ik dan een reeks concerten doen met Koen De Cauter en zijn familie. Weer een ander repertoire. Er zijn ook plannen om iets met Maurane te doen. Maar goed, nu is Suiker en Zout aan de orde en ik besef dat dat project de nodige aandacht vereist en dat ik dus weer alles moet doen om ervoor te zorgen dat er volk in mijn zaal zit. Onder andere door met journalisten te praten.

Terwijl je eigenlijk, proef ik uit je woorden, liever alleen maar muziek zou maken ?

Verminnen : En niets met de zakelijke kant te maken hebben, ja, maar dat kan niet. Als je mij zou vragen wat me de voorbije twee jaar op muzikaal vlak meest is bijgebleven, dan zeg ik : een artikel over hoe Sting door zijn boekhouder in de zak is gezet. Enerzijds was er fiscale fraude, anderzijds had de man tientallen miljoenen van Sting verduisterd. Men noemt het niet voor niets show- of muziekbusiness : niemand in onze stiel kan het zich permitteren om alleen met muziek bezig te zijn, want anders word je langs alle kanten gerold.

Wij zijn altijd een beetje jaloers op Willem Vermandere omdat hij het zich blijkbaar kan veroorloven om op een eilandje te leven. Maar ik vraag me soms af : is het zo of lijkt het alleen maar zo ? Kleinschaligheid beperkt soms je mogelijkheden, maar het geeft je meer vrijheid. Zie Billy Bragg of Loudon Wainwright III, met niets dan hun gitaar. Ik ben helaas geen noemenswaardig instrumentalist, ik heb altijd een muzikant naast me nodig.

Je bruist weer van ideeën. Heeft dat te maken met het afsluiten van een periode in je carrière ?

Een hernieuwd zelfvertrouwen is het. Ik heb nog nooit zoveel bevrediging gehad in mijn carrière als aan de tournee rond Alles Leeft. Stampend volle zalen, een wisselwerking tussen publiek en artiest, bijna lijfelijk contact, mensen die na anderhalf uur spontaan rechtstaan zoals het in Nederland de gewoonte is : dat doet je iets. En het legt de lat voor een volgend project ook een stuk hoger.

Een van de opvallendste nummers van je nieuwe cd is ?Zelfportret?.

Een nummer met een kwinkslag, want als je het letterlijk zou interpreteren, zou je allicht kunnen zeggen : Johan, waarom stop je er dan niet mee ? Ik wil de ernst relativeren die rond rock, kleinkunst of pop hangt. Dit blijft een spielerei, men moet geen literatoren van ons maken. Zelfs Jacques Brel zou volgens mij moeite hebben met het feit dat men hem dezer dagen dichter noemt. Oké, het zijn soms teksten die méér zijn dan een gewone liedjestekst, maar dat heeft ook veel te maken met de mythe die er achteraf rond gebouwd is. Ik durf nooit beweren dat mijn werk voor de eeuwigheid is. Ik weet dat er hoop en al een paar liedjes zijn die een iets langere tijdsduur zullen hebben. Ga vandaag de straat op en vraag aan jonge mensen wat ze van Brel kennen en in het beste geval zul je Ne me quitte pas als antwoord krijgen. Wie meer dan dat kent, behoort eigenlijk al tot een soort happy few. Will Tura is Eenzaam zonder jou, Bob Dylan is Blowin’ in the wind, ik ben de man van Laat me nu toch niet alleen en daar houdt het bij op. Je hebt er geen idee van hoe snel het publiek je vergeet. In Zelfportret zeg ik ook : ?Ik ben een charlatan, een selfmade man, een verkoper van lucht?. Als je de belangrijkheid van mijn werk vergelijkt met dat van een procureur in Neufchâteau, dan buig ik deemoedig mijn hoofd. Als die man kan doorgaan, dan zou hij iets fundamenteels aan de maatschappij kunnen veranderen, ik ben tot het besef gekomen dat je dat met een liedje niet kan. Helaas. Ik wou dat het anders was, ik wou dat ik hier of daar een nobel idee zou kunnen doordrukken, maar het is onmogelijk.

In dat nummer zeg je ook dat je liefst je leven lang liedjes zou maken, maar dat je niet weet hoe lang het nog zal duren.

Dat is de onzekerheid in ons beroep, die vaak onderschat wordt door het publiek. Als ik nu niet vecht als een duivel in een wijwatervat dan loop ik de kans om uit de markt gedreven te worden. De platencontracten sneuvelen vandaag bij bosjes, het gaat rampzalig slecht in de platenindustrie. Eigenlijk zou ik dat niet mogen zeggen, want dat verergert het vermoedelijk alleen maar. Vroeger sprong ik veel argelozer rond in dit vak. Weet je, als ik me afvraag hoe lang het nog kan duren, dan denk ik daaraan, niet aan gebrek aan inspiratie. Ik verschil van veel collega’s omdat ik verhalen vertel in mijn liedjes : Het dorp in de Cevennen, De vrienden van mijn vader, zelfs Rosie is een soort road movie. Alleen Vermandere doet dat ook, zij het in een andere stijl. Ik geef een voorbeeld : Een oude dame. Mijn grasmachine was stuk, dus zocht ik iemand die ze kon repareren. Bon, ik vind iemand in Aalter, ik ga er om zeven uur naartoe, hij is nog niet thuis. Zijn moeder wel, een vrouw van 90. Ik vraag hoe het met haar is. ?Slecht?, zeg ze, ?ik heb zona?. Ze vraagt me binnen en toont me een foto op de schouw waar zij, haar man en haar zuster op een tractor poseren. Ze zegt : ?Allen die ik graag zie, zijn in de hemel, wat doe ik hier in godsnaam nog ?? Op zo’n moment denk ik : da’s een liedje. En dat apprecieert mijn publiek blijkbaar, dàt en het feit dat ik tussendoor ook nog eens verhalen vertel.

Heb je dan minder behoefte om je ziel weg te schrijven, om autobiografie te plegen ?

Oh maar er zit altijd wel iets van mezelf in. Soms vergissen mensen zich ook : Boulevard du Cafard lijkt misschien het meest autobiografische lied van de cd, maar het is wel geschreven door Jan Savenberg. Ik had absoluut geen zin meer om een lied over Brussel te schrijven, ik woon nu in Oost-Vlaanderen, ’t is dus genoeg geweest met de cafard over Brussel. Maar ik wou dit nummer toch zingen omdat het ook een verhaal heeft. Een jonge man zit in Zwitserland, kijkt naar de druilerige regen en denkt : ik ga aan de piano zitten, hoewel ik liever ergens een pint zou gaan drinken, omdat ik heimwee heb naar Brussel. Het zijn niet mijn gevoelens, maar ik herken ze wel.

Is ?Dorp in de Cevennen? ook gebaseerd op feiten ?

Ja, al klopt het derde couplet niet. Vrienden van mij zijn daar twee jaar geleden naartoe getrokken en ze zijn nog niet teruggekeerd, zoals ik in het lied suggereer. Zij beweren dat ze gaan blijven, ik weet zeker dat ze gaan terugkeren. Een mens kan zich onmogelijk verplanten. Mijn broer woont al 26 jaar in Brazilië en iedere keer dat ik ‘m zie, zegt hij : ?Als mijn kinderen geen Portugees spraken en als het een beetje mooier weer was in België, dan kwam ik meteen terug?. Hij heeft er een bedrijfje en als alles goed gaat, dan zien ze een Braziliaan in hem, maar van zodra er ook maar een klein probleem is, wordt hij opnieuw een Belg. De moraal van het verhaal is dat je ergens anders nooit echt geaccepteerd wordt. Het is een pessimistische visie, maar migranten zullen ook in België nooit aanvaard worden. Zelfs als je als Belg van provincie naar provincie verhuist, ben je in zekere zin een migrant. Ik zal mijn loodgieter altijd meer moeten betalen dan iemand die in Hansbeke zelf geboren is. Ik ben iemand die tussen de mensen moet zijn, dus ga ik naar het voetbal, ik heb mijn stamcafé in het dorp, maar als ik aan de toog sta, dan kan ik de ene keer als een inwijkeling worden beschouwd en de andere keer als iemand van het dorp. Iemand uit Merendree, een paar kilometer verder, da’s eigenlijk iemand van een andere wereld.

Racisme is overal.

En we zijn allemaal racisten. Het enige wat we kunnen doen, is er tegen vechten. Het racisme wordt ook volkomen verkeerd gedefinieerd. Mijn dochter komt thuis van school en denkt dat racisme iets te maken heeft met andere landen en een andere huidskleur. Fout. Racisme is de verdrukking van andere mensen om te zijn wie ze zijn. Binnen eenzelfde huidskleur, binnen een zelfde straat kan men dus racist zijn. Racisme overstijgt kleur, taal, ras en land. Racisme is niet accepteren wat een democratisch bestel beslist. Racisme is de bureauchef die de opsteller kloot tot aan zijn pensioen.

Goed dat jij dit jaar niet op de IJzerbedevaart was.

Ik ben bevriend met Bert Anciaux, hoewel ik geen lid van zijn partij ben. Ik ken Bert, ik weet hoe rechtvaardig hij is en ik zie hem tot tranenstoe bewogen. Ik kan dat begrijpen, want voor hem moeten die rellen veel erger zijn dan voor mij : ik ga daar namelijk niet naartoe, ik bekijk die mensen als curiosa. Ik denk alleen : ’t is te hopen dat de internationale pers die dag iets anders te doen had. Is dit het onafhankelijke Vlaanderen waar sommigen naar streven ?

Ik wil nog even doorbomen op ?Dorp in de Cevennen?. Die idee om alles achter te laten…

… dat zit er ook bij mij in, net als bij iedereen. Je kan evenwel ook iets geestelijks achterlaten, het hoeft niet altijd materieel te zijn. Ik heb een fax, ik heb een telefoon, wij hebben twee auto’s, ik heb een huis met chauffage, ik heb video, platenkasten, drie cd-spelers : ik ben dus een gevangene. En toch weet ik dat ik zonder al die dingen zou kunnen leven. Een kluizenaar zou ik niet kunnen worden, ik ben geen heremiet die zegt : alles is al gezegd, ik ga alleen nog nadenken. Geen onbewoond eiland voor mij. Ik zal altijd met iemand willen communiceren, ik haal zelfs mijn kracht uit andere mensen. On a déjà donné is eigenlijk een sleutelnummer voor mij : we zijn 45 en we hebben allemaal een redelijke carrière gemaakt. Wie ze nu nog niet gemaakt heeft, die zal het ook niet meer doen. En wie ze wel gemaakt heeft, zit met de vraag : kunnen we ze continueren of stopt het hier ? Heeft het te maken met een midlife crisis ? Er zijn mensen die carrière hebben gemaakt en die er plots uitstappen. Fuck off, ik heb mijn kinderen niet zien groot worden, ik heb gewerkt om dingen af te betalen die ik helemaal niet nodig heb, ik trap het af. Of het hen lukt om anders te leven, valt nog te bezien, maar je voelt in de maatschappij steeds meer een trend van mensen die willen afhaken.

Heb jij nooit dat gevoel gehad ?

Regelmatig (glimlacht). Je speelt even met die idee en dan doe je weer verder. Ik hoop altijd de Lotto te winnen. Dan zeg ik : foert, ik ga nu in Brazilië een plaatje opnemen met plaatselijke muzikanten, die ik vet betaal en het kan me just gene zak schelen of dat verkoopt of niet, als ’t maar goed is. Herinnert iemand zich Antoine nog ? In de jaren ’60 werd die gelanceerd als de Franse, dus minder diepgaande, tegenhanger van Bob Dylan. Hij heeft een drietal monsterhits gemaakt, is strontrijk geworden en is met een boot vertrokken naar de Caraïben. Af en toe stuurt hij een filmpje naar TF1 over de plaatselijke fauna en flora. En’s winters komt hij naar Europa waar hij op boatshows een beetje promotie doet voor een bepaald type zeilboot. En dan gaat hij in een Parijse brasserie linzen eten. Voilà.

Als je je dromen iedere keer voor je uitschuift, word je vermoedelijk een bittere bejaarde.

Ja. Als ik mijn boot zal nemen om mijn solo-trip te maken, dan zal het leven voorbij zijn. Ik zie het overal rondom mij. Het bakkers- en beenhouwersprincipe : je werkt je zot tot je 55ste omdat je dan wil profiteren van het leven en op je 56ste slaat de fatale ziekte toe. Dàg leven. Ik beloof je, Jacky, dat ik het zachter aan zal doen (glimlacht), nà dit.

Moeten we het nu al over het fin de siècle hebben ?

Ik vind dit hoe dan ook boeiende tijden, ook al komen er steeds meer zieke mensen aan de oppervlakte, zoals die Marc Dutroux, een zieke die aan andere zieken toelevert. Maar ik vraag me af of zo’n ziektebeeld te maken heeft met een fin de siècle en het verloren gaan van het normbesef, zoals men her en der beweert. Mij valt bij de mensen enerzijds een toenemende onzekerheid op en anderzijds een je m’en foutisme. Minder wij, meer ik. Is de maatschappij ziek ? Fijne vraag (glimlacht). Veel heeft met onderwijs te maken. Men schuift alle schuld op politici, maar die mensen zijn ook maar de producten van een onderwijssysteem, ze hebben ook maar een opleiding genoten. Ik ben bang dat veel mensen op de verkeerde plaats zitten : klastitularissen zijn geen echte klastitularissen, leraars aardrijkskunde houden niet van de aarde, leraars geschiedenis trekken zelf geen lessen uit de geschiedenis, een leraar wiskunde beseft niet dat zijn vak niet dient om leerlingen te kloten maar om de mensen vooruit te helpen in het leven, een leraar Latijn heeft lak aan de prachtige zaken uit die cultuur, een leraar Grieks haat Griekenland, een leraar moraal heeft geen moraal en een godsdienstleraar is niet godsdienstig in de echte zin van dat woord. Wij hebben meer en meer te maken met mensen die een beroep uitoefenen waar ze niet van houden. De maatschappij loopt fout omdat het onderwijs faalt.

Je werk is altijd doorwasemd geweest van de melancholie, maar het viel mij op dat zelfs de iets luchtiger nummers van ?Suiker en Zout? daarvan hebben.

Ik heb al lang geleefd, hé. Alles wat ik doe, is gekleurd. Mijn karakter heeft een Vlaamse kleur. Ik weet dat Vlaams een beladen term is, maar ik bedoel er niets eng-nationalistisch mee. Voor mij betekent Vlaams : naar buiten kijken en die lucht zien, die Brel le ciel Flamand heeft genoemd, in tegenstelling tot le ciel Italien. De weemoed zit in ons ingebakken, net zoals de euforie trouwens. Zonneschijn en regen, dat ben ik.

Toen je vorige studio-cd ?Zeven levens? verscheen, zei je dat je al drie levens opgebruikt had. Zit je ondertussen al aan je vijfde ?

Toots Thielemans zei : ?Johanneke, gij viert nu de eerste 25 jaar van uw carrière, ik ben aan mijn derde bezig?. Ik heb dus nog een paar levens en een paar feesten voor de boeg. Eerst als ik 30 jaar bezig ben. En daarna neemt het ongetwijfeld Will-Turanormen aan : zou ik classic gaan of niet ?

?Suiker en Zout? is verschenen bij BMG. De bijhorende concerttour loopt langs Dilbeek (27 en 28/9), Hasselt (3/10), Antwerpen (4/10), Kortrijk (5/10), Maasmechelen (18/10), Leuven (22/10), Aalst (25/10), Bornem (31/10), Lier (24/1/97), Opwijk (31/1), Wevelgem (8/2) en Halle (14/3).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content