JO WYCKMANS
Hij is dertig jaar modeontwerper en grijpt op zijn vijftigste terug naar een passie uit zijn jeugd : de couture-look. Dat wordt de nieuwe levensadem van zijn Gigue-collectie.
Tessa Vermeiren
Al dertig jaar loopt Jo Wyckmans rond in het Belgische modewereldje. Hij behoorde tot de eerste lichting die afstudeerde aan de modeafdeling van de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten, samen met Linda Loppa, die later verantwoordelijk werd voor de afdeling.
?In die tijd was er hier nog geen sprake van stilisten”, zegt Wyckmans. ?Ik droomde van haute couture, ik zat altijd in de shows in Parijs. Het was de tijd dat Givenchy, Balmain, Philippe Venet en Courrèges grote namen waren.” Maar Wyckmans ging de industrie in : hij ontwierp regenjassen voor Bartsons. ?Dat bedrijf gaf mij ook de ruimte om mijn vleugels uit te slaan. Ik wou reizen, de wereld zien, mensen ontmoeten, talen leren. Ik werkte ook voor het Franse Promostyl en als consultant voor een Japans concern. Ik besefte al snel wat er in die modewereld marketinggewijs omging. Daar ben ik dan ook van doordrongen geraakt. Maar ik heb mijn tijd ook goed gebruikt om mij vol te zuigen met indrukken : kijken, ruiken, voelen hoe de mensen leven, welke trends er uit het buitenland overwaaien. Ik had geen baksteen in mijn maag, nooit gehad.”
Voor de haute-couturedromen van Jo Wyckmans was de Belgische markt niet de geschikte voedingsbodem. Toen hij uitgekeken was op de regenjassen, begon hij voor Bartsons met een collectie die een instant-succes werd : A Different Dialogue. En hij werd mister preppie-look : blazers, madrasruiten, polo’s in zachte pasteltinten, kabeltruien in katoen, goedgeknipte jeans. Het was of België erop had zitten wachten. Nadat Bartsons in 1990 door Scapa werd opgekocht, ging Wyckmans door met het eigen label Gigue, dat hij uit de brand gered had.
Twee seizoenen geleden probeerde hij het roer om te gooien, weg van de Amerikaanse collegestijl die hij al zoveel jaren op de markt brengt. ?Dat soort collectie kan ik onderhand wel met de ogen dicht tekenen”, zegt hij. Maar mijn klanten verwachten nog steeds dezelfde dingen van mij. Dat is de schaduwzijde van het succes. Ze accepteren in België niet dat je iets anders wil gaan doen. De inkopers van de modezaken wij hebben zo’n 100 verkooppunten in België zijn vaak bijzonder conservatief.”
Ter staving haalt hij uit de rekken een paar toppers uit de wintercollectie ’96-’97 : klassieke, rechte zijden blouses met knoopjes in een typische Gigue-print. Niets nieuws op het eerste gezicht. Daarnaast toont hij twee korte getailleerde jakjes met rits in dezelfde print. ?Ik merk aan de reacties van de inkopers dat ze toch maar weer naar dat bekende model grijpen.” Vreemd, want klanten uit Nederland, Scandinavië, de States en het Verre Oosten hebben wél oog voor de nieuwe Wyckmans. Die is er pas gekomen nadat de ontwerper probeerde wat afstand te nemen, de zaak liep immers vanzelf.
?Ik besloot meer te delegeren, vakantie te nemen, intensief te gaan golfen. Maar op de green dacht ik : wat doe ik hier eigenlijk ? Ik voelde me verloren, geprepensioneerd. Daar moest ik uit. Ik was niet honderd procent gelukkig met de collectie zoals ze draaide. En ik besefte dat ik heimwee had naar de tijd toen ik gek was op couture, toen ontwerpen nog geen routine was geworden voor mij. En dat was het keerpunt.”
De preppiestijl werd niet abrupt beëindigd, het is een goed draaiende commerciële machine. Zo’n marktaandeel geef je niet zomaar weg. Maar daarnaast ging Wyckmans doorwerken op de dingen waarvoor hij van zijn buitenlandse klanten waardering krijgt.
?Geen sant in eigen land, het is een oud liedje. De Belgen zoeken bij Belgische confectiehuizen de basics. Voorbij onze noordergrens verandert de houding tegenover de Belgische confectie al : daar zijn wij exotisch, het creatievere. Inkopers van Amerikaanse warenhuizen zijn verbaasd over ons product : vooral over de zeer redelijke kwaliteit-prijsverhouding, vergeleken bijvoorbeeld met de Duitse mode.”
Jo Wyckmans koesterde zijn heimwee naar de jaren dat hij wou flirten met de haute couture, bladerde in oude mappen met knipsels en schetsen, en de vonk was er weer. ?Ik wilde mijn potlood weer scherpen, de frustraties wegwerken. Het is hetzelfde als met poëzie : ik wil het proberen, zelfs als zegt iedereen : ‘Jo, dat verkoopt hier niet. ‘ De wereld is groter dan dat stuk tussen Oudenaarde en Gent.” Hij toont mooie gestructureerde jasjes met fijn afgewerkte manchetten en kraagjes. ?Toen ik weer volop in die couturesfeer zat, had ik het gevoel dat ik al jaren niets meer echt had ontworpen. Het was als een verjongingskuur. Vanuit het buitenland is er veel enthousiasme, ik hoop dat het naar België overslaat. Een paar van de toonaangevende boetieks zijn gematigd geestdriftig, en in onze eigen Gigue-winkel op de Antwerpse Komedieplaats komt de nieuwe collectie en vedette. Ook al moet ik soms vechten voor mijn nieuwe stijl met mijn zakelijke partners, ik ga door. Ach, ze weten dat ik een moeilijk mens ben. Ik blijf natuurlijk een Tweeling, ik kan perfect op twee benen staan. Het commerciële is van het allergrootste belang, maar de stijl die mij nu bezighoudt, is volgens mij de levensadem van Gigue.”
Geen makkelijk mens om mee te leven ? Neen. Een Pietje precies ? Beslist. Elk detail van het imago van Gigue wordt door Wyckmans zelf bepaald. Van de stijl in het prachtige herenhuis dat het hoofdkwartier van Gigue is, over de fotografie van zijn catalogus, de keuze van de modellen, het lettertype, het logo, de labels. Als hij tijd had om zich erin te bekwamen, zou hij zelfs zijn eigen foto’s schieten.
Jo Wyckmans is reislustig. Door zijn Japanse echtgenote Mariko heeft hij veel contact met het Verre Oosten. Een deel van zijn collectie wordt ook daar geproduceerd, vooral blouses en tricot. Eerbiedig streelt hij de fijne wolletjes van zijn wintercollectie. ?Wat een vakmanschap, wat een afwerking. Het is doodzonde, maar bij ons kan dit niet meer tegen redelijke prijzen.”
Van zijn buitenlandse klanten pikt hij vaak meer op dan zij van hem. ?Toen ik vijf jaar geleden zei tegen de boetiekhouders : ‘Jullie krijgen het moeilijk, want binnenkort gaan de mensen voor een weekend naar New York om kleren te kopen’, lachten ze me uit. Ondertussen hebben ze ondervonden hoe het koopgedrag van de Belg veranderd is. De vrouw die Gigue koopt, is een redelijk type tussen de 30 en de 40. Tien jaar geleden kocht ze nog zonder problemen Kenzo. Nu besteedt ze haar budget bij Gigue, en af en toe koopt ze er een stuk van Jil Sander bij. Ze houdt van eenvoud, cultiveert een zeker classicisme. Ze besteedt haar geld met zorg, en blijft op zoek naar kwaliteit tegen redelijke prijzen. Maar ze volgt me soms niet even snel als ik wel zou willen.”
Om Jo Wyckmans te volgen, moet je tempo hebben. Hij racet door zijn ideeën en impressies zoals door het Internet, dat voor hem een onmisbaar werkmiddel is geworden. Hij is en blijft een veelzijdig man : begaan met zijn rozen, zijn wereldmuziek, het klassieke comfort van zijn oude Jaguar, de perfectie van de golfsport. Eén droom heeft hij nog : ?Ik zou dolgraag goed leren koken.”
Wilt u deelnemen aan een exclusieve ontmoeting met Jo Wyckmans in de showrooms van Gigue, kijk dan op pag. 207.
Jo Wyckmans : Ik heb mijn tijd goed gebruikt om mij vol te zuigen met indrukken : hoe leven de mensen, welke trends waaien er over uit het buitenland ?
Wyckmans : De vrouw die Gigue koopt, is een redelijk type tussen de 30 en de 40. Ze houdt van eenvoud, en cultiveert een zeker classicisme. (Uit de zomercollectie ’96)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier