A lice B. Toklas, de levensgezellin van Gertrude Stein, was een buitengewoon begaafde kok. Toen de schilder Matisse, een man die ze niet in haar hart droeg, onverwachts bleef eten, besloot ze spiegeleieren te bakken in plaats van een omelet. ?Je hebt er evenveel eieren en evenveel boter voor nodig,? zei ze, ?maar je drukt er minder respect mee uit, en hij zal dat begrijpen.?
Eten heeft veel met communicatie te maken. Als we iemand ontmoeten, valt ons meteen op hoe dik of hoe dun hij of zij is. En we trekken daar onze eerste conclusies uit. Ook als je met iemand eet, leer je veel. Wat heeft hij van het menu gekozen ? Hoe reageert zij op wat er op haar bord komt ? Heeft hij een beetje tafelmanieren ? Het is niet voor niets dat heel veel avances in restaurants gemaakt worden.
De Engelse schrijfster Joan Smith, bekend van Misogynies, haar studie over vrouwenhaat, onderzoekt in Hungry for you (verschenen bij uitgeverij Chatto & Windus) de complexe rol die eten in ons leven speelt. Zij doet dat aan de hand van fragmenten uit de wereldliteratuur, waarin grote kwesties behandeld worden die samenhangen met eten : honger, kannibalisme, obsessies en seks.
In 1812 schrijft Lord Byron een brief aan Lady Melbourne waarin hij enthousiast vertelt over een nieuwe liefde. Beeldschoon én getrouwd. Ideaal dus voor een avontuurtje zonder bindende consequenties. Er was echter één probleempje : ze at te veel. ?Kippenvleugels, koekjes, gebak, perziken, port…? Byron somt het op met nauwelijks verholen afgrijzen. Want : ?Een vrouw moet zorgen dat ze nooit etend of drinkend gezien wordt, tenzij het kreeftensla of champagne is, de enig waarlijk vrouwelijke en gracieuze spijzen.?
De schrijver van Don Juan, de dwangmatige veroveraar, had een fobie voor etende vrouwen. In het post- Freud-tijdperk is dat niet zo moeilijk te interpreteren. Zijn angst voor vrouwelijke eetlust is een angst voor vrouwelijke wellust : een angst om opgeslokt te worden, het schrikbeeld van de vagina dentata.
Vrouwen zijn er, en dat niet alleen in de ogen van Byron, om geconsumeerd te worden, niet om te consumeren. Een standpunt waar de dames medeplichtig aan zijn. Kijk maar, zegt Joan Smith, hoe ze altijd weer op dieet willen gaan : ze projecteren hun honger op hun mannelijke tegenspelers, ze maken zichzelf tot object van andermans honger. Dat kan redelijk zieke vormen aannemen zoals in het opgenomen fragment van Alina Reyes, waarin een slagersassistente zich identificeert met de biefstukken waar haar baas in staat te hakken. Alev Adil formuleert het smakelijker, in het gedicht Cunt : ?You be the diner, I’ll be the dinner.? Ze heeft ?een aroma van oesterachtige zeesoep? te bieden.
?Je bent om op te eten?, zegt de minnaar tot zijn geliefde, en al bedoelt hij dat niet letterlijk, de uitdrukking illustreert goed het verband tussen voedsel en seks. Het is daarom ook, schrijft Smith, dat mensen zo gefascineerd zijn door verhalen over kannibalisme. Het totale opgaan van twee in één is de kern van vele seksuele fantasieën. Een weigering om na het orgasme opnieuw uiteen te vallen in twee individuen, een onaangename isolatie die aan de basis ligt van het gevoel dat men de kleine dood noemt.
Smith legt de link met religie. Was het Jezus immers niet die zei : ?Neem en eet, dit is mijn lichaam? ? Nadat het vierde concilie van Lateranen (1215) bepaalde dat het niet de bedoeling was dit louter symbolisch te interpreteren, moesten vooral in Zuid-Europa kerken op dubbel slot gedraaid worden, omdat er nogal wat nonnen waren die zich nog uitsluitend met hosties lijf en leden van de Heer wilden voeden. In de veertiende eeuw had de heilige Catharina van Siena een visioen waarin ze hartstochtelijk dronk uit de wond in de zijde van Christus, ?een merkwaardig ineenvloeien van antropofage verbeelding en iets dat op fellatio lijkt?.
Ook diëten doen Smith aan religie denken. (Er staat terloops gezegd een heel slim dieet in dit boek. Het komt uit A Far Cry from Kensington van Muriel Spark : eet dezelfde maaltijden, maar slechts half zoveel.) Zowel religies als diëten doen je een belofte (langer leven, eeuwig leven, dunnere billen…), maar in ruil moet je wel van iets afstand doen. Beide hebben ze lijsten van verboden producten, die soms erg arbitrair lijken. Van de ene dieetgoeroe moet je niks dan bananen eten, volgens de andere zwelg je calorieën alleen al door er naar te kijken. En waarom mag je van de bijbel ( Leviticus) wel een sprinkhaan eten maar geen zwaan, wel een kikker maar geen haas ? Geen godgeleerde die het weet. Misschien moeten we weer bij vadertje Freud te rade. Mensen, zei hij, vinden taboes uit om om te gaan met dingen die hen bang maken. Eten dus, en maar dat wisten we al seks.
Pol Moyaert Illustratie Sandra Schrevens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier