DON PULLEN (1944-1995)

Nog maar net was er een nieuw album van hem uitgekomen : Don Pullen en de African Brazilian Connection, live op het festival van Montreux, 1993. Op de hoes geen foto, maar een geschilderd portret van de pianist. Alsof hij al een beetje weg was, afstand had genomen. Het overlijden van Don Pullen, op 22 april in New York, kwam niet onverwacht. Hij leed al geruime tijd aan botkanker, maar bleef tot op het laatst doorgaan. Zoals het een man past die aan zijn platen titels gaf als “Healing Force”, “New Beginnings” en “Warriors”.

Het debuut van Pullen in de avant-garde van de jaren zestig, aan de zijde van de obskure saxofonist Giuseppi Logan en Milford Graves, ging onopgemerkt voorbij. Een carrière als begeleider van tweederangszangeressen leek in de maak. Tot Charles Mingus in 1973 de pianist een kans gaf in zijn nieuwe kwintet, de beste band die hij in jaren had gehad. Aanbevolen luistervoer : de albums “Moves”, “Changes One” en “Changes Two”, allemaal op cd bij Atlantic-Rhino.

Bij Mingus leerde Pullen saxofonist George Adams kennen. Na de dood van de bassist leidden zij samen een van de populairste bands van de jaren tachtig, een kwartet dat met veel zwier en autoriteit defeeling van de blues en de vrijheid van de nieuwe jazz met elkaar verenigde. Dat was ook Pullens sterkte als pianist. Hij sloeg een brug tussen toen en nu, zette blues- en gospelakkoorden naast genadeloze clusters, deed soepele, bebopachtige lijnen uit hun voegen barsten.

Onder eigen naam nam hij vooral op voor Black Saint Records (“The Sixth Sense”) tot hij bij het prestigieuze Blue Note onder kontrakt kwam. Met zijn African Brazilian Connection ging hij op zoek naar de band tussen jazz, Afrikaanse en Braziliaanse ritmes. Na een studio-album volgt nu dus een wat spitsere live-versie daarvan. Vrolijke, dansbare, maar nogal oppervlakkige exotica. Liever herinner ik me Don Pullen als de felle romanticus van de opnamen met Mingus of van zijn eigen, hier helaas niet uitgebrachte trio-albums voor Blue Note, het al eerder vermelde “New Beginnings” en “Random Thoughts”.

– Don Pullen & African Brazilian Connection, Live… Again (Blue/Note, EMI).

THE BEST OF

Blue Note brengt een paar afleveringen in de onvermijdelijke reeks The Best of… Een sterk overdreven titel voor de overigens knappe en gevarieerde keuze uit het werk van Duke Ellington in de jaren vijftig een stemmig overzicht, maar allerminst essentieel.

Het beste van de bij leven even aanbeden als verguisde Stan Kenton werd blijkbaar gekozen voor het orkestwerk, niet voor de solo’s. Jammer voor wie, zoals ik, meer van de flitsen van Art Pepper en Lee Konitz houdt dan van Kentons orkestrale brallerigheid. Toch hebben de lef en de hardnekkigheid waarmee deze matig begaafde pianist zijn erg persoonlijke slechte smaak, kunstige pretenties en commercieel opportunisme aan de man bracht iets sympatieks. Het Wagneriaanse imago van Kenton wordt behoorlijk gekorrigeerd door de aanwezigheid op deze cd van enkele naïeve swingstukjes en staaltjes van onversneden camp.

Zonder die paar stukken uit latere, niet echt meesterlijke albums (“Togethering”), zou “The Best of Kenny Burrell” een perfekte kompilatie zijn. Het werk uit de jaren vijftig en zestig (met Horace Silver, Hank Mobley, Art Blakey, Herbie Hancock en minder bekende figuren als trompettist Louis Smith en saxofonist Tina Brooks) behoort zonder uitzondering tot het beste van wat de sobere en immer trefzekere gitarist ooit maakte. U kunt natuurlijk, mits enig zoekwerk, Burrells volledige Blue Note-albums kopen “Midnight Blue”, “Live at the Five Spot”, en de blauwe en de roze met de befaamde Warhol-hoezen. Vindt u dat te ver gaan, dan krijgt u met deze “Best of… ” voortreffelijk waar voor uw geld.

– “The Best of Duke Ellington”, “The Best of Stan Kenton”, “The Best of Kenny Burrell” (Blue Note/EMI).

OP HET PODIUM

– Aanbevolen : kaal en blootvoets beweegt Greetje Bijma zich moeiteloos en onvoorspelbaar tussen wild kabaret, nightclub-achtige ballads en meesterlijk beheerste kreten en gefluister. Met pianiste Marilyn Crispell en bassist Mark Dresser nam zij “Barefoot” op. Samen komen zij op 9 mei naar deSingel waar zij klarinettist Louis Sclavis ontmoeten in de reeks “Stemmen”.

– Ook nog : het strakke ensemblewerk van Octurn in De Werf (Brugge, 5/5, gratis) ; tenorsaxofonist Greg Marvin en zijn kwartet, in het spoor van Marsh, Konitz en Lester Young in l’Archiduc (Brussel, 6 en 7/5, 17 uur) ; trombonist Ray Anderson en de vrolijke bende van de Alligatory Band in De Werf (Brugge, 7/5).

– Festival : Jazz à Liège met o.a. Ray Anderson & Alligatory Band, Charles Lloyd, Gonzalo Rubalcaba, John Scofield, Max Roach Quartet, Octurn, Hommage à René Thomas (Palais des Congrès in Luik, 6 en 7/5).

– Op komst : Lee Konitz en JF Prins Trio in l’Archiduc (Brussel, 13/5, 17 uur) en in Sheraton Airport Hotel (Brussel, 14/5, brunch), Lee Konitz-Reggie Workman-Gerry Hemingway in l’Archiduc (Brussel, 14/5, 17 uur), Reggie Workman Ensemble met Jeanne Lee in deSingel (Antwerpen, 16/5) en in Vooruit (Gent, 17/5), Henry Threadgill & Very Very Circus in Vooruit (Gent, 24/5), Sonny Rollins in Paleis voor Schone Kunsten (Brussel, 28/5).

Info : deSingel, (03) 248.38.00. De Werf, (050) 33.05.29. l’Archiduc, (02) 512.06.52. Jazz à Liège, (041) 21.10.11. Sheraton Airport, (02) 725.10.00. Vooruit, (09) 223.82.01. Paleis voor Schone Kunsten, (02) 507.82.00.

ROB LEURENTOP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content