U herinnert zich nog die boomlange saxofonist met zijn rare benen in Bertrand Taverniers ?Round Midnight? ? Dexter Gordon, juist. In de film speelde hij een kruising tussen het leven van Bud Powell en Lester Young, maar meer nog speelde hij zichzelf. Zoals hij dat altijd deed, ook en vooral op zijn tenorsax. Een balling in het Parijs van de jaren zestig, en misschien wel een balling tout court, in hart en ziel.

Gordon zat niet alleen in de film, maar ook in het echt in Parijs. Dat gebeurde in de jaren zestig. De man had toen al een veelbewogen leven en carrière achter de rug. Jonge held van de bebop in de jaren veertig, vergeten veteraan van het gevangenisleven een decennium later. Toen hij op parool vrijkwam van zijn heroïne-veroordeling, wachtte hem een contract van Blue Note Records en trok hij de wereld in. Vier jaar zou de samenwerking duren, van mei 1961 tot mei 1965. Opnames in New York en Parijs leverden stof op voor een lp of negen. Die staan nu allemaal samen op zes cd’s in een spectaculaire flap- en klapdoos.

Of Gordon ooit beter speelde dan toen, blijft een kwestie van smaak. Dat hij echter nooit een platenfirma had die hem sympathieker behandelde en meer zorg besteedde aan zijn platen, dat staat vast. Long Tall, zoals hij zichzelf noemde, kreeg de knapste sidemen en gaf doorlopend het beste van zichzelf. Eén moment steekt nog eens extra boven al dat moois uit. Kort voor zijn vertrek naar Parijs trok hij de studio in met pianist Sonny Clark, bassist Butch Warren en drummer Billy Higgins. Daar kwamen twee meesterwerken van, de lp’s ?A Swinging Affair? en ?Go?. Als een volleerd acrobaat van het leven weet Gordon hier, moment na moment, het genereuze evenwicht tussen rijpheid en gretigheid te bewaren. Onweerstaanbaar wordt het verklankt in luie, bitterzoete ballads als ?Don’t Explain?, of robuuste, lichtjes ironische klappers zoals ?Cheese Cake?. En : wàt een ritmesectie.

Verder ontmoeten we in dit verslag van vier jaar Gordon- on-the-road trompettist Freddie Hubbard ; de pianisten Kenny Drew, Horace Parlan en Barry Harris ; bassisten Paul Chambers, Ron Carter, Pierre Michelot en de jonge Niels-Henning Orsted Pedersen ; vibrafonist Bobby Huthcerson ; drummers Art Taylor, Kenny Clarke en Philly Joe Jones. En, in Parijs, pianolegende Bud Powell, wiens tragische levensloop Gordons rol in ?Round Midnight? zou inspireren.

Voor de kenners onder u : de gebundelde albums zijn, behalve het al vernoemde ?Swinging Affair? en ?Go?, ?Doin’ Allright?, ?Our Man in Paris?, ?One Flight Up?, ?Dexter Calling…?, ?Getting Around?, en de pas jaren na de feiten verschenen ?Landslide? en ?Clubhouse?. Stuk voor stuk getuigenissen van de tijdloze moderne jazz die toen, tussen de uitlopers van de bebop en de opkomst van de free en de fusion, klonk als de natuurlijkste muziek ter wereld.

Bijkomende atrractie is het fraaie boekje, met foto’s van Blue Note-partner Francis Wolff, en de aandoenlijke, onzakelijke correspondentie tussen Gordon en zijn producers. Met een paar brieven heen en weer, ging er al snel drie, vier maand over heen om een opname voor te bereiden of titels en sidemen af te spreken. Wat gingen de dingen toch prettig traag, toen. Dezelfde ongehaastheid, hetzelfde vanzelfsprekende geduld waarmee Gordon zijn verhalen op de sax vertelde, en die nu voor goed tot vervlogen tijden behoren. Van die tijd tekenen ?The Complete Blue Note Sessions? van Dexter Gordon een aangrijpend portret, verpakt in toepasselijke blauwtonen.

Dexter Gordon, ?The Complete Blue Note Sessions? (Blue Note, album met 6 cd’s/Emi).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content