Wat krijg je als een zelfverzekerde, succesvolle vijftiger een boek schrijft over een zelfverzekerde, succesvolle vijftiger die door het leven op zijn nummer gezet wordt ? ‘Het geheim van de man’, Ivan Wolffers’ verraderlijk luchtige, van ironie barstende roman over de lotgevallen van een op drift geraakte seksuoloog.

Het gaat niet goed met Victor Vennenberg, zelfverklaarde sekspaus en alom bekend onder zijn huishoudnaam Oom Victor, “zo vertrouwd als het Drosteblikje, het journaal van acht uur, de hoed van de koningin, ’t kofschip, Puk van de Petteflet of haarlemmerolie”. In de jaren zestig en zeventig verslond iedereen (van onbevredigde vrouwen tot nieuwsgierige pubers) zijn boeken over de prettige kanten van de fysieke liefde. Bestsellers met titels als Het geheim van de vrouw en dus ook Het geheim van de man. Maar tegenwoordig lijkt niemand nog echt in hem en zijn favoriete onderwerp geïnteresseerd. En zelf begint het hem ook te irriteren dat alles via borsten en billen verkocht wordt, vooral omdat hij in zekere zin heeft bijgedragen tot die onomkeerbare ‘vergeilisering’ van de wereld. Nadat een politiecommissaris hem ten onrechte beschuldigt van seksueel misbruik van zijn minderjarige dochter, valt ’s lands bekendste voorlichter in ongenade. Door Viagra en Prozac te slikken raakt hij dan weer zo ontremd dat hij na een grotesk incident tijdens het verjaardagsfeest van zijn vrouw, huis en familie ontvlucht en op straat tussen de daklozen belandt.

De spot waarmee Ivan Wolffers Victors zoektocht in eigen ziel verwoordt en de soms ronduit hilarische manier waarop de ex-sekspaus zich willens nillens in nesten werkt, doen onmiskenbaar Angelsaksisch aan. Kingsley Amis en David Lodge – toch niet de minsten – zijn de geestesgenoten die mij tijdens het lezen spontaan te binnen schoten en zelf rekent Wolffers Philip Roth tot zijn favoriete schrijvers. En passant ventileert de autoriteit in de gezondheidszorg zijn visie op de zogenaamde lifestyledrugs en het feit dat de patiënt veeleer een cliënt wordt. Maar heeft het ook niet iets van een bezwering als een gewaardeerd hoogleraar en auteur de ondergang beschrijft van een leeftijdsgenoot die in meer dan één opzicht verdacht veel op hem lijkt ?

Ivan Wolffers : Het probleem is dat ik altijd eerlijk ben… Natuurlijk heeft het met een bezwering te maken. Met de angst voor het vallen. Als het allemaal maar goed blijft gaan. Eigenlijk gaan al mijn romans daarover. Voor een Amerikaans boek heb ik een essay geschreven over het thema van mijn werk en dat heet Stories of falling men. Soms vallen ze zelfs letterlijk naar beneden. Op mijn website ben ik dan weer een weekboek begonnen met de titel Job en ik. Veel heeft met mijn werk in de gezondheidszorg in ontwikkelingslanden te maken. Projecten van aidspreventie in Cambodjaanse bordelen waar Vietnamese meisjes werken, bijvoorbeeld. Als ik die mannen van alle leeftijden met meisjes van twaalf zie. Nu ja, ik wil er geen al te moraliserend oordeel over vellen, maar ze zouden hun verstand beter moeten gebruiken. En ik vind het hoe ook beangstigend om te zien hoe mensen die van deze kant van de aardbol komen zich daar helemaal laten gaan. Wat mij fascineert is het smalle pad tussen je gevoel van eigenwaarde, wie je bent en waar je trots op kunt zijn en het je laten afglijden in de duisternis.

Misschien hebben die mannen dat nooit gehad, waarden.

Precies. Maar ik ken er ook andere. Gestudeerde mensen die naar Indonesië trokken, daar trouwden en dan begonnen te drinken. Kijk, ik lust ook wel een goed glas, maar bij hen heeft het een andere functie gekregen, het is systematisch geworden, een middel om het leven aan te kunnen. Ik probeer ze te begrijpen en daarom schrijf ik er ook over : de huichelachtigheid van mensen die aan de andere kant van de wereld gedrag vertonen dat ze thuis zorgvuldig verborgen houden. Ooit heb ik samen met mijn vrouw Marion Bloem een documentaire gemaakt over vijf Nederlandse soldaten die in de late jaren veertig naar Indonesië trokken om daar de revolutie te onderdrukken. Een van hen was duidelijk homoseksueel, wat in Nederland in die tijd helemaal niet kon. Die is toen overgelopen, om toch maar in Indonesië te kunnen blijven. De keuzen die je maakt, hoe je jezelf overeind houdt, dat is het wat mij bezighoudt.

In die zin wijkt Het geheim van de man enigszins af van mijn vorige boeken. Wat Victor overkomt, is meer een speling van het lot, iets waar je geen greep op hebt. En ook al gaat het helemaal niet over jezelf, als schrijver vertel je toch ook een beetje je eigen levensverhaal, in de zin dat je een soort ordening probeert te brengen in alles wat je overkomt en wat je denkt. Dat leg je dan in je personages en dan kun je alleen maar hopen dat het ook nog een beetje leuk wordt om te lezen. Er zijn van die boeken waarvan je tijdens het lezen denkt : allemachtig, wat een treurnis. Het minste wat je als lezer toch mag verlangen, is dat je het gevoel krijgt dat een boek met plezier geschreven is. Die schrijfvreugde probeer ik in ieder geval over te brengen.

De antiheld Vennenberg ligt duidelijk overhoop met zichzelf. Zijn de vijftigers van tegenwoordig verwarder dan andere generaties ?

Alle mensen zijn verward, daar ben ik heilig van overtuigd. Door allerlei omstandigheden ben ik volop bezig mijn leven te ordenen, ook al omdat ik een website aan het maken ben. Mijn conclusie is : je hebt nergens controle over, of je nu dertig, veertig of vijftig bent. Vijftig is natuurlijk wel de levensfase waarin je pijnlijk met het lichamelijk verval geconfronteerd wordt. Bij vrouwen is dat heel duidelijk, er worden minder oestrogenen geproduceerd. Maar ook mannen voelen zichzelf veranderen. Wist je dat een van de populairste geneesmiddelen in de VS tegenwoordig testosterongel is ? Officieel goedgekeurd en al. Tegen de andropauze, heet dat dan. Ben je moe, een beetje terneergeslagen, gaat de seks niet meer zo goed ? Vooruit, smeren maar.

De vijftigers van nu, dat is de post-’68-generatie, die de rekening maakt van wat er van hun schitterende idealen geworden is.

Wat is er van over, wat is er veranderd ? Dat zit ook in al mijn boeken, vooral dan in de twee laatste. Het gevangen beeld gaat over een Nederlandse schrijver die samen met een Belgische fotograaf op pad gaat om een koffietafelboek te maken over mensen en hun idealen. Geïllustreerd met prachtige foto’s, hoe mooi de wereld is, je kent dat. En dan loopt hij keihard tegen zijn idealen aan. Natuurlijk zijn dat dingen waar je op mijn leeftijd mee bezig bent. Wat mensen van dieren onderscheidt, is zingeving. Je probeert zin te geven aan de chaos om je heen, terwijl er natuurlijk niks orde is. Alles is toeval. Maar ja, daar houden wij niet van. Ons religieus gevoel vertelt ons dat alles een reden heeft. Vanaf een zekere leeftijd nog meer dan anders. Je ziet het vaak bij mensen die kanker krijgen. Waarom is dat ? Vast omdat ik toen zus of zo gedaan heb. Mijn vrouw een tijd ontrouw was, bijvoorbeeld. Mensen denken na over de grote beslissingen in hun leven. Heb ik er goed aan gedaan om te emigreren ? Wat mij bijvoorbeeld ook frappeert is dat er zoveel mensen van in de vijftig ineens gaan scheiden. Als je het al dertig jaar met elkaar uithoudt, waarom kun je het dan niet nog wat langer ? Het zijn laatste-kans-beslissingen. Zoals al die mensen die ineens een eigen bedrijf beginnen. In Deverliefdewaria gaat een man op zoek naar een leeftijdgenoot, een respectabele huisvader die spoorloos verdwenen is in Indonesië. Waarom doet hij dat en ik niet ? Wat heb ik van mijn leven terechtgebracht ? Die contemplatie en de daaruit voortvloeiende acties, dat probeer ik vast te leggen.

De vijftigers van nu hebben het moeilijk met oud worden.

Forever young, typisch voor de Bill Clinton-generatie. Daar komt nog bij dat we nu in een tijd leven waarin alles mogelijk is : mannen en vrouwen gaan naar botox-party’s om hun rimpels te laten wegspuiten en met een beetje efedrine kun je lekker trainen en dan word je net zo slank als je wilt. Efedrine is een zogenaamde vetverbrander, een kruidenpreparaat waarvan je in België en Nederland wel 125 merken zo over de toonbank kunt krijgen. Het veroorzaakt nochtans een hoop gezondheidsproblemen, maar omdat het niet onder de gewone geneesmiddelen valt, is er moeilijk greep op te krijgen. Op internet creëren pseudo-kenners daar een hele mystieke wereld rond. Af en toe valt er ook wel eens iemand dood. Onlangs nog een honkballer van 23, die te veel van het spul genomen had.

Maar hoe ook, de mens is in grote mate maakbaar geworden. Tegelijkertijd leven we in een hedonistisch tijdperk, in een maatschappij die sterk veramerikaniseerd is. En we zijn individuen, we kunnen kiezen. Alles kan, je zou stom zijn als je het niet doet. De mensen willen controle over hun lichaam en gaan ervan uit dat ze recht hebben op alles wat ze nog niet hebben. Ik weet niet of ik het zal meemaken, maar ik ben echt benieuwd hoe deze generatie vijftigers zal zijn op zestig, zeventig en ouder.

Vennenbergs arts schrijft tegelijkertijd Prozac en Viagra voor.

Wat op zich niet eens een gevaarlijke combinatie is. Maar in mijn werk kom ik vaak in contact met artsen en telkens weer verbaast het me met welk gemak ze geneesmiddelen voorschrijven. Je zou er versteld van staan hoeveel mensen een verkeerde combinatie slikken. Iedereen heeft ook steeds minder tijd, de snelste manier om als arts van patiënten af te zijn, is een voorschrift uitschrijven. Praten duurt veel langer. Maar de persoonlijkheidsverandering onder invloed van Prozac, dat is bekend. Mensen ontremmen en doen dingen die ze anders nooit zouden doen. Een van de eerste gevallen die ik me herinner was de vrouw van een sheriff in Florida die zich ging prostitueren. Een man die bij mij terechtkwam, had een nog bonter verhaal : die voelde zich zo vrij opeens dat hij midden in de stad in zijn blootje in het raam ging staan en de mensen toeriep. Later begon hij mensen op straat aan te raken. Wat hem achteraf nog het meest verbijsterde, was dat sommigen op zijn avances ingingen. Je zou denken : je wordt afgescheept, je krijgt een dreun, maar nee, lang niet altijd.

In zijn crisis meent Vennenberg dat hij “beland is in een land van eenzamen, voor wie seksualiteit een manier geworden is om zich uit te drukken”.

In mijn werk zie ik dat zo helder. Als Vietnamese meisjes in een bordeel in Cambodja werken, dan doen ze dat niet voor de lol, maar omdat hun moeder hen daarheen gestuurd heeft. Hun ambitie is elke maand zoveel dollars naar huis te zenden dat hun zusjes naar school kunnen. Ze hebben een groepsgevoel, ze maken deel uit van een familie en daaraan ontlenen ze een gevoel van identiteit, van zelfwaarde. Bij ons is dat groepsgevoel verdwenen, wij leven in een veel meer geïndividualiseerde maatschappij. Identiteit is iets wat je kiest, wat je onder andere kunt verwerven via de producten die je koopt . Ik ben dit soort mens, want ikkoop deze kleren en deze wijn en ik hou van deze muziek. Dat heeft met de markteconomie te maken die ons tot keuzen dwingt. Zodat we ook keuzen gaan maken waar dat niet voor de hand ligt. Zo is seks al lang niet meer vanzelfsprekend. De simpele geslachtsdaad is nu een evenement, iets waarover je nadenkt en waarmee je je uit. Seks is een expressiemogelijkheid geworden. Of dat überhaupt een probleem is, weet ik niet, dat laat ik aan de lezer over. Ik weet ook niet hoe het moet, wat goed is en verkeerd. Ik breng gewoon een aantal fenomenen samen in een leuk verhaal en daar kan de lezer dan mee aan het werk. Schrijvers die pretenderen dat ze overal een oplossing voor hebben, vind ik de saaiste die er zijn.

Net als Victor hebt u veel over seks geschreven. Hebt u ook het gevoel dat u hebt bijgedragen tot de ‘vergeilisering’ van de wereld ?

Ik heb een zeer gevarieerd oeuvre zal ik het maar noemen, omdat ik ook in heel veel dingen geïnteresseerd ben. Wat in mijn hoofd zit, wil eruit en dan ga ik niet zitten wikken en wegen of het nu wel past in het beeld dat mensen van mij hebben. Maar het zijn toch vooral de dingen die ik over seks geschreven heb die mij nu nog achtervolgen. In de positieve zin overigens. In de jaren zeventig had ik een reeks in Vrij Nederland die Vies is lekker heette en vreselijk populair was. Dat zijn dan boekjes geworden en nu nog kom ik voortdurend mensen tegen die zeggen : “Heb ik van mijn vader gekregen toen ik tien was, heel leuk vond ik dat.” Terwijl ik zelf eigenlijk geen flauw benul meer heb van wat ik toen geschreven heb. In de jaren tachtig heb ik nog eens zo’n reeks voor Vrij Nederland geschreven, daar heb ik toen een prijs voor gekregen. Ik heb dus wel iets neergezet, waar ik nu nog altijd op vastgepind word, maar waar onvermijdelijk de tijd aan vastkleeft. Toen schreef je bijvoorbeeld altijd ‘lijf’, wat ik nu een beetje een klef woord vind. Nu zeg je keurig ‘lichaam’. Ik heb tijdens het schrijven van Het geheim van de man ook vaak aan die Duitser moeten denken, Oswald Kolle, die in de jaren zeventig zo’n succes had met boeken als Het wonder van de liefde en Jevrouw, dat onbekende wezen. Wat voor iemand was dat en wat is er van hem geworden ? Nu, ik heb er bewust geen research naar gedaan, want wie weet was het helemaal geen leuke man en welke kant zou het boek dan opgegaan zijn ? Maar wat die ‘vergeilisering’ betreft… Seks heeft me altijd erg geïnteresseerd, maar ik vind dat er in de media heel slordig mee omgesprongen wordt. En wat is het allemaal vreselijk plat soms. Terwijl ik daar bij wijze van spreken zelf aan meegewerkt heb. Wat jammer, denk ik dan.

Het is ook niet simpel om op een goede manier over seks te schrijven.

Ik denk dat het vooral met een beetje humor moet, anders wordt het flauw. Maar je moet er ook stijlvol mee omgaan. Een mens wil toch ook met stijl eten, naar mooie muziek luisteren, mooie films zien. Door mijn werk word ik met verschillende aspecten van seks geconfronteerd. Prostituees die zich op de kerkhoven van Surabaya voor omgerekend een halve euro laten gebruiken, dat is natuurlijk heel triest. En toch geven ze hun leven niet op, ze proberen er nog iets moois van te maken. Ze ontwikkelen een soort professionalisme waaruit ze toch een gevoel van eigenwaarde kunnen putten. Maar zoiets vind je niet terug in de kleffe huiskamererotiek van de laatavondprogramma’s op televisie waarin de verburgerlijkte samenleving seksualiteit omarmt als iets wat in zwart leer verpakt is.

“Lullen over seks is voorbij”, beweert Marc, het vriendje van Vennenbergs dochter. “Dat is iets voor problem lovers en oude mensen.”

Het boeit mij enorm hoe de verschillende leeftijdsgroepen met seksualiteit omgaan. Elke generatie heeft zijn eigen ontwikkeling door te maken in het proces van het lid worden van die grote stadsgemeenschap waar we allemaal min of meer bijhoren. Mijn vrouw maakt een hele leuke website met een stel meiden van tussen de twintig en dertig. Die hebben heel andere ideeën over seksualiteit dan wij. Over vreemd gaan, bijvoorbeeld, wanneer het wel en niet kan. Ik ben vlak na de oorlog geboren, mijn generatie heeft ingepompt gekregen dat alles beter moest dan voorheen en dat je daar een grote verantwoordelijkheid voor had. In de jaren zestig zag je de eerste pogingen om daar kleur aan te geven, om een weg in dat idealisme te vinden die niet die van onze ouders was. Maar als je die verantwoordelijkheid niet dwangmatig opgelepeld hebt gekregen, dan ben je heel anders, dan kun je je zelfs niet voorstellen dat mensen over iets als seksualiteit gepiekerd hebben.

Is er geen sprake van een soort tegenbeweging bij jonge mensen, van een nieuw puritanisme ?

Ik vind het heel moeilijk om daar in algemene termen over te spreken. Veel heeft natuurlijk met de aidsdreiging te maken. Ik ben bijvoorbeeld heel erg onder de indruk van de mentaliteitsverandering in sommige Afrikaanse landen. Jonge mensen die heel bewust zeggen : zo wil ik het niet, het is veel te riskant. Maar met zo’n verhaal hou je je alleen niet staande, je moet het echt geloven : het is niet goed, zo ben ik niet. Vaak wordt dan steun gezocht in godsdienst. Je merkt er ook meer van in de stad dan op het platteland, omdat er daar meer communicatie is en invloed van de media.

Maar als ik dan naar het Oosten kijk… Bijna geen enkele gemeenschap is vrij. Want mensen willen weten wie hun nakomelingen zijn, wie hen zal verzorgen als ze oud zijn, waar hun geld heen gaat als ze dood zijn. Maar ook al zijn de regels nog zo streng, er zijn altijd wel manieren om ze te ontduiken. Dat is bijvoorbeeld ook zo in het Midden-Oosten, waar ze heel moeilijk doen over seksualiteit. Maar er is daar een enorme prostitutie van zogenaamde domestic workers uit Bangladesh, Sri Lanka, de Filipijnen. Veel van die vrouwen hebben een geheime seksuele relatie met hun werkgever. Ze zijn eenzaam, ze hebben ook hun behoeften. Maar in hun eigen land zijn ze heel keurig, religieus en monogaam. Zelfs op de luchthaven willen ze al niet meer door ons aangesproken worden, vaak hebben ze dan al een andere naam. Ik weet niet of er sprake is van een nieuw puritanisme. Ik zie het veeleer als een pendelbeweging, die te maken heeft met levensfases, de ontwikkelingsfase van de samenleving en de sociale controle.

Victor Vennenberg is van mening dat de mens van nature slecht is en de beschaving een middel om dat beter voor anderen verborgen te houden.

Je blijft natuurlijk wel hopen dat het goed komt, maar de realiteit leert je voortdurend dat je heel erg moet oppassen met hoe de mens in elkaar zit. Hoe kun je als moeder je dochter van veertien naar Phnom Penh sturen om in de prostitutie te gaan ? Hoe is het in godsnaam mogelijk dat geneesmiddelen die aids afremmen voor tien, vijftien dollar gemaakt kunnen worden, maar in de handel vele veelvouden daarvan kosten ? Waarom gooit Bush in Irak de boel plat, ten koste van vele onschuldige levens en met enorme consequenties voor de rest van de wereld ? Dat kan niet van één mens afhangen, er moeten heel veel mechanismen zijn die ervoor zorgen dat zoiets gebeurt. En aan die grote belangen zitten kleine belangetjes vast die het hele systeem in stand houden. De mens is een overleefdier dat voor materieel welzijn kiest. En het enige voordeel van de beschaving is dat het individu beter in staat is om dat voor anderen verborgen te houden. Niet dat ik een totale zwartkijker ben. Laat ik het zo stellen : in mijn hoofd ben ik een pessimist, in mijn hart een optimist. n

Linda Asselbergs / Foto Guy Kokken

“Alle mensen zijn verward, daar ben ik heilig van overtuigd. Door allerlei omstandigheden ben ik volop bezig mijn leven te ordenen, mijn conclusie is : je hebt nergens controle over.”

“Bij ons is het groepsgevoel verdwenen, wij leven met een zelfgekozen identiteit, die we onder andere verwerven via de producten die we kopen. De markteconomie dwingt ons tot keuzen.”

“Over seks schrijven moet met een beetje humor, anders wordt het flauw. Je moet er ook stijlvol mee omgaan. Een mens wil toch ook met stijl eten, naar mooie muziek luisteren, mooie films zien.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content