italiaanse heer van stand
PIERRE DARGE
De nieuwe Lancia Thesis is in veel opzichten een aparte auto. Met een lengte van 4,88 meter en een verfijnd interieur knoopt hij opnieuw aan met de traditie van de grote Lancia’s van weleer. Toch is het vooral zijn styling die bewondering of verbazing wekt. Het minste wat men kan zeggen is dat zijn uiterlijk ongewoon is of zeker onconventioneel, en dat lijkt een nieuwe roeping voor de concurrenten van de Duitse luxemerken. Renault stelde eerder al dat de Vel Satis het van de onconventionele klant moet hebben, Lancia sluit zich op een eigen manier bij die nieuwe trend aan. De vraag blijft of er in het segment van de betere wagens genoeg eigenzinnige kopers zijn om beide modellen tot een succes te maken.
De klant heeft de keuze tussen een 2.4 liter JTD turbodiesel, gekoppeld aan een manuele zesbak, een tweeliterbenzinemotor met turbo en een drieliter-V6-benzinemotor, die enkel met een automatische vijfbak verbonden is. Onze kennismaking gebeurt met die laatste versie, die trouwens het best past bij de allure van deze wat gezette Italiaan die 1,8 ton op de weegschaal zet. De motor bezit voldoende trekkracht om rustig en soepel te rijden, maar valt bij fors gas geven (bijvoorbeeld bij een inhaalmanoeuvre) wat moeilijk te doseren. Bij een kick down gaat hij de krachten enkele versnellingen lager zoeken, waardoor hij meteen in zeer hoge toerentallen belandt. Tenminste, als de versnellingsbak op automatisch staat. Het gaat allemaal vlotter met de sequentiële bediening, waarbij je een betere controle behoudt, de pook naar voren duwt voor het opschakelen, en naar achteren om een lagere versnelling te kiezen.
Wie een beetje vooruit wil, wordt ook algauw geconfronteerd met het gulzige karakter van de Thesis. In een normale (verre van nerveuze) rijstijl blijven we nooit onder de 14 liter/100 km, en dat is veel voor een moderne auto.
Lancia bezit een lange traditie van technische vernieuwingen, gekoppeld aan een zekere verfijning in het interieur. Die finesse is een van de meest in het oog springende kenmerken van de Thesis. In het mooi afgewerkte interieur is er plaats voor inlegstukken met acajou, een groot kleurenscherm op de middenconsole, sfeer scheppende lichtjes, alles afgewerkt op een feilloze manier. Alleen vinden we dat de voorstoelen wat te weinig steun bieden en dat lijkt erop te wijzen dat de ontwerpers de Thesis vooral zien als een cruiseschip voor lange ritten, waarbij het rijcomfort voorop moet staan. Overigens hebben ze achterin maar in twee echte plaatsen voorzien, gescheiden door een uitklapbare armsteun met ingebouwde opbergvakken.
In de drieliterversie vinden we de wagen bijna te zacht afgeveerd, zodat hij herinneringen oproept aan Amerikaans comfort. Op een bochtig parcours gaat dat ten koste van de wegligging en mist de chauffeur feeling met de weg. Aan de elektrische handrem, die in P-stand automatisch wordt ingeschakeld, is het even wennen, maar hij valt zeker ruimtebesparend uit. Het is ook duidelijk dat de ontwerpers nooit hebben wakker gelegen van de moduleerbaarheid van het interieur: de Thesis oogt als een echte luxeauto, waarin de vaste achterbank niet de minste verstelmogelijkheid laat voor het vervoer van grotere objecten in de koffer.
Bepaald genereus zijn de ontwerpers dan weer met de veiligheidsuitrusting, die in serie acht airbags omvat, ABS met elektronische remcorrectie en controlesystemen voor het doorspinnen van de wielen en de stabiliteit. Bovendien bezit de Thesis vier geventileerde remschijven. Over de prijs kunnen we kort zijn: voor 44.120 euro krijgt u veel auto, veel comfort en veel ruimte. Over de inruilwaarde van de luxueuze Italiaan moeten we veel vager blijven en we vrezen dat de Duitse concurrentie op dat vlak onklopbaar blijft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier