Tijdens de designweek van Milaan waren er opvallend minder meubels te zien dan gewoonlijk. Of dat nu een goede dan wel een slechte zaak is, daar is het ontwerperswereldje nog niet uit.

De designsector lijdt. De wisselkoersen drukken de export en zelfs binnen Europa was er vorig jaar beduidend minder vraag naar Italiaans meubilair. Bovendien zijn de prijzen van staal, hout, aluminium en plastic onlangs fors gestegen, wat deels de schuld zou zijn van al te gulzige Chinezen. O wee ? Ja en nee. De grote fabrikanten predikten tijdens de designweek van Milaan, midden april, een voorzichtig optimisme. Terecht : het Salone del Mobile, nog steeds ’s werelds belangrijkste meubelbeurs, kreeg zo’n 190.000 bezoekers over de vloer, tien procent meer dan vorig jaar. Anderzijds leek het aanbod van interessante, nieuwe stukken in vergelijking met vorige jaren flink gekrompen. Een goede zaak ? Dat is voer voor discussie. Designers zullen hun creativiteit niet graag laten beteugelen en voor de geïllustreerde pers is meer altijd beter. Maar volgens veel fabrikanten, en hun klanten, zijn er de voorbije jaren onnodig veel producten gelanceerd. De markt, luidt het, kan dat helse ritme niet aan.

Afgeslankt

De belangrijkste designtrends van het jaar zijn dus economisch. Vorm en functie lijken op dit moment in de tijd bijkomstig : naar echt grensverleggende meubels was het in Milaan lang zoeken. Nochtans is 2004 een sleuteljaar : de meubelindustrie wordt live heruitgevonden, en straks is niets nog hetzelfde. De grote fabrikanten hebben dan misschien eindelijk begrepen dat design nog iets anders is dan de mode, die drijft op verandering, toch blijft de invloed van de textielsector groot. De reorganisatie van de meubelindustrie gebeurt immers naar het model van luxegroepen als LVMH of Gucci. Zo is het voormalige familiebedrijf B&B Italia, wellicht het voornaamste Italiaanse designmerk, sinds vorig jaar in handen van Opera, een private equity fund dat wordt gecontroleerd door de groep Bulgari. Het merk stroomlijnt zijn aanbod, lanceert in de nabije toekomst een collectie accessoires, stelt zijn marketingstrategie bij en opent wereldwijd een reeks nieuwe winkels. Op middellange termijn moet B&B een beursgenoteerde groep worden, de spil van een sliert merken, zoals Louis Vuitton dat is voor LVMH. Maar er is nog werk : volgens een opiniepeiling heeft B&B Italia in zijn vaderland een naambekendheid van amper twee procent.

Luca di Montezemolo, de baas van Ferrari en sinds kort ook voorzitter van Confindustria (het overkoepelende orgaan van werkgevers in de Italiaanse industrie) en Diego Della Valle van het schoenenmerk Tod’s investeerden met hun private equity fund Charme in de negentig jaar oude fabrikant Poltrona Frau, die intussen de gewezen familiebedrijven Cappellini, Gufram en Gebrüder Thonet Vienna heeft overgenomen. Of de nieuwe ontwikkelingen en strategieën een goede zaak zijn, voor creativiteit in het bijzonder, valt nog af te wachten. Maar het lot van Cappellini is alvast ontluisterend. Dat merk opende traditiegetrouw de designweek van Milaan met een extravagante presentatie-plus-feest in een voormalige fabriekshal, die doorgaans wordt gebruikt als televisiestudio. Cappellini gaf als geen ander de toon aan, met vrachtladingen nieuwe, vaak spectaculaire ontwerpen van ’s werelds meest toonaangevende designers. Dit jaar stonden de nieuwe waren uitgestald in een claustrofobisch, haast triest fabriekje, tussen enkele heruitgaves van het merk Gufram. De oogst : een handvol meubels, waaronder een sofa van Jasper Morrison, en een stuk of wat prototypes van Morrison en de broers Bouroullec die al eens eerder waren getoond, verstopt achter een glazen deur waarop stond gespeld, in letters die veel groter waren dan nodig was : A Company Of The Poltrona Frau Group. Cappellini was vroeger op zijn eigen manier overmoedig, maar misschien lijdt de nieuwe eigenaar wel aan een andere vorm van hubris.

Nieuwigheden

Maar laten we het over design hebben. De grote merken presenteerden in Milaan, zoals gezegd, opvallend minder nieuwe producten dan vorige jaren. Cassina bracht nieuwe versies van een paar banken van Philippe Starck en een lijn met essentiële heruitgaves van het erfgoed van Charlotte Perriand ; beide waren al eerder in Parijs voorgesteld. Molteni & C pakte uit met een gestroomlijnde keuken van de Britse architect Norman Foster, voor dochteronderneming Dada, en een verstelbare fauteuil van Hannes Wettstein, de Reversi. B&B Italia bracht een reeks aanvullingen bij bestaande modellen van Antonio Citterio en Patricia Urquiola, en kondigde voor de komende herfst zijn nieuwe visuele imago aan, geconcipieerd door het Zwitserse bureau Wink.

Bij Kartell was het thema transparantie, met onder meer een tafel, rek en spiegellijst van Philippe Starck in faux barok (zie ’s mans successtoel, de Louis Ghost). Bij Edra was de oogst minimaal, met slechts drie nieuwe, zij het zeer geslaagde meubels : een wirwar in staaldraad van Humberto en Fernando Campana, een gekke fauteuil van Peter Traag en een opulent zitsysteem van Francesco Binfaré, alles geïnspireerd door koralen en rotspartijen. Sawaya & Moroni toonde machtige aluminium tafels van de architect Dominique Perrault en een spectaculaire zitsculptuur van Jakob + Mac Farlane. De veeleer obscure fabrikant Pallucco, opgericht in 1980, volgt de economische trends en onthulde een nieuwe communicatiestrategie. Daar horen ook goede designers bij, onder wie Kazuhiro Yamanaka en Tom Dixon. De Tom Box van die laatste is voorlopig niet meer dan een prototype : een modulair kastensysteem gemaakt van plastic plateaus uit zelfbedieningsrestaurants (bedrukt met houtdessin, goudkleur, of bloemen), ondersteund door een mager stalen frame. Dixon presenteerde ook interessante nieuwe meubels voor zijn eigen, naar zichzelf genoemde merk, waaronder een stoel van staaldraad, de Wire Series, en lampen in de vorm van vierkante drumstellen, de Soft Box Series.

Het Duitse ClassiCon, nog een merk dat onlangs een nieuw management heeft gekregen, verblufte met een oogverblindende stoel van Alfredo Häberli. Diens Nais is een constructivistisch meesterwerk van staaldraad in de traditie van Eames en Bertoia (zij het lichter dan zijn voorgangers). In weatherproof staal, bij voorkeur in mat blauw of rood. Wat ons betreft de stoel van het jaar, ondanks het feit dat de Nais niet meteen comfortabel lijkt. Magis toonde de pretentieloos eenvoudige Striped Collection van Ronan en Erwan Bouroullec, een reeks stoelen en tafels gemaakt van tubestaal en strips methacrylaat. En Moroso verdedigde in Milaan met glans zijn titel van dé fabrikant van het moment. De nieuwe collectie verenigt Patricia Urquiola, Konstantin Grcic, Ron Arad en Tord Boontje, samen zowat de invloedrijkste designers van het moment. Hoogtepunt : de Bloomy van Urquiola, een bijna lieftallig stoeltje dat een bloem imiteert, nog een van onze favorieten.

Textiel

2004 is een jaar van klemtonen en details. Er zijn in Milaan geen formele revoluties afgekondigd. Het minimalisme van de jaren negentig blijft dominant, zij het verzacht en opgedirkt. Het is, kort samengevat, een goed jaar voor textielfabrikanten, die van meubels wolven in schapenkleren kunnen maken. Een aantal producten is zelfs louter textiel, zoals de fauteuil van Jasper Morisson voor Cappellini, of de Dummy van Konstantin Grcic, voor Moroso : een hoes die over een willekeurige oude keukenstoel kan worden getrokken. Het is ook een goed jaar voor liefhebbers van stoelen in staaldraad, in de stijl van Bertoia (zie Dixon, de Campana’s, Häberli) en voor fans van architectenmeubilair (nieuw werk van Perrault, maar ook van de zwaargewichten Jean Nouvel, Frank O. Gehry en Norman Foster). En wie goed heeft geaard in de diepste dalen van de jaren zeventig, zal dol zijn op het nieuwe Italiaanse kleurenpalet : dof oker, smerig groen, fonkelend purper, en oranje. n

Tekst Jesse Brouns

De grote fabrikanten hebben misschien eindelijk begrepen dat design nog iets anders is dan de mode, die drijft op verandering.

Naar echt grensverleggende meubels was het dit jaar in Milaan lang zoeken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content