Inpakken en wegwezen
Een dozijn kunstenaars en designers bouwt deze zomer in en rond het Broelmuseum van Kortrijk een efemeer kampement onder de noemer ‘Tijdelijk verblijf’.
‘Tijdelijk verblijf, nieuwe nomaden in kunst en design’, van 4 juli tot 12 september in het Broelmuseum, Broelkaai 6, Kortrijk. Van dinsdag tot zondag van 10 tot 12 uur en van 14 tot 17 uur. Toegang gratis. ‘Hiawatha’ ligt bij de betere boekhandel en kost 6 euro.
Hilde Bouchez houdt van het Broelmuseum. “Voor zijn kamers, zijn tuin, zijn herinnering aan vergeten tijden”, vertelt ze. “Ik zou er graag op een langzame dag Proust lezen. Of tijdens een warme zomeravond door het raam hangen en de tuin met zijn oude bomen overschouwen. Ik zou er graag verblijven, tijdelijk.” Vorige zomer stelde Bouchez voor het museum al de tentoonstelling Kunststo(f) samen en dit jaar had ze het idee om het gebouw te omringen met mobiele leefzones.
Het uitgangspunt van haar tentoonstelling is een citaat van de Franse filosoof Blaise Pascal, uit 1650 : ” Toutes les difficultés de l’homme viennent de son incapacité à s’asseoir tranquillement dans une pièce en sa seule compagnie” (al onze problemen zijn een gevolg van het onvermogen om rustig in een kamer te blijven zitten). De tentoonstellingsbouwer, onder meer bekend van haar interieurreportages voor Weekend Knack, is nochtans graag thuis. “Die plek is mijn heiligdom. Maar ik heb veel heiligdommen.” Het Broelmuseum hoort daar nu ook bij. “Van 4 juli tot 12 september heb ik voor mezelf, mijn kinderen en mijn vrienden bij wijze van spreken een museum gehuurd. We zullen er logeren in een ruimtetuig, gemaakt van de onderdelen van wasmachines. Slapen in de Lit-Clos van de broers Bouroullecs. Op krachten komen in de D-fuse van Matali Crasset. In de museumtuin zullen we ons op een kampeerterrein wanen in De Markies van Eduard Böhtlingk. We kunnen dralen in de museumkamers, onze gedachten laten wegglijden, dromend van verre zeeën, zeevaarders en hedendaagse krakers, bijeengebracht door de fotografe Marie-Françoise Plissart. En we zullen kunnen mijmeren over de grafsteen van de Baader-Meinhoff-groep, zoals ingebeeld door de kunstenaar Kendell Geers. Volgens hem zijn zowel terrorisme als revolutie tijdelijk.”
Aanvankelijk zou ook een gedeelte van de woning van een Gentse kennis van Bouchez naar het parkeerterrein voor het Broelmuseum worden verplaatst. Pascal Ghyssaert en zijn tienerdochter leven aan de haven van Gent in een zelfontworpen stad van achttien containers, volgestouwd met bezittingen. Kort voor de opening van de tentoonstelling stuurde Ghyssaert een twee pagina’s lange, met de hand geschreven brief. Hij wenste niet langer deel te nemen aan de tentoonstelling. En dat terwijl zijn leven een belangrijke inspiratiebron was voor de tentoonstelling. “Pascal had wellicht gelijk. Hij zou worden gereduceerd tot een attractie.Kunst staat los van de directe werkelijkheid en het alledaagse leven kan, op zich, nooit kunst zijn.”
Ghyssaerts huis is in Gent gebleven, maar Bouchez liet een filmpje maken over zijn habitat. De containers sieren ook de cover van Hiawatha, een tijdschrift dat werd opgevat als een onderdeel van de tentoonstelling, eerder dan als cataloog. “Hiawatha brengt doodgewone emoties en idealistische gedachten”, besluit Hilde Bouchez. “Een plastic wooncocon uit de jaren zestig en een vakantiekamp van de jaren nul. Een scala van grote dromen.”
Tekst Jesse Brouns
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier