In het spoor van Maria Lanuza
Madrid staat bekend om zijn onvermoeibare nachtleven. Ontwerpster Maria Lanuza van Pepe Jeans, oorspronkelijk een Brits label, valt voor de zuiderse flair van de Spaanse hoofdstad.
De rivaliteit tussen Barcelona en Madrid is dan zo oud als het Spaanse schiereiland zelf, Maria Lanuza (36) heeft haar keuze gemaakt. Het hoofd van de designafdeling van Pepe Jeans bracht haar kindertijd door in Palma, maar keerde achttien jaar geleden terug naar Madrid. “Als je in de mode wilt werken, heb je hier niet zoveel keuze. Er is Barcelona, dat nog eclectischer en trendier is, maar het leven bevalt me hier meer. Madrid is een open en gastvrije stad waarin iedereen al gauw thuis is.”
Een die de jongste jaren bovendien sterk veranderde. Na de movida in de jaren tachtig – de artistieke beweging die definitief het Franco-tijdperk afsloot – volgde immers de europeanisering, onder meer dankzij de toevloed van buitenlandse merken en ketens. “Ons designteam in Madrid volgt de Britse muziekscene en Londense underground op de voet, maar het verschil tussen Madrid en Londen zit eerder in het weer dan de kleding. Al drukt Madrid wel zijn stempel op onze collecties als het over kleur, pasvorm en sexy details gaat. Madrilenen vullen graag cafés en restaurants, de befaamde marcha, en die kan het aanzicht van een wijk veranderen, afhankelijk van het tijdstip van de dag. “Momenteel is La Latina de place to be“, weet Lanuza. “Er zijn vele kleine restaurants met een terras of dakverdieping en de mensen zijn er heel divers, van oude buurtbewoners tot fashionistas. Net als Lavapiés, een multiculturele volksbuurt met de beste Indiase en oosterse restaurants.” Zelf woont Lanuza in de Salamanca-wijk, vlak bij het Retiro-park. “Met een dochter van vier jaar is dat geen overbodige luxe in een luidruchtige stad als Madrid.”
Om te ontspannen bezoekt Lanuza Medina Mayrit, een sfeervolle Arabische hammam met Andalusische invloeden, of het panoramische dakterras van El Viajero in La Latina. De Plaza de Chueca, pal in de bruisende homowijk, is dan weer de ideale plek om mensen te observeren. “Op zondag is het plein een eiland van rust. In de week is Chueca het centrum van alles wat jong en trendy is. Calle Fuencarral, de belangrijkste as, is een lange winkelstraat met jeans- en sportwinkels en smalle zijstraten met chiquere boetieks.” Lanuza’s favoriet is L’Habilleur, een bijzaak van de Parijse modetempel. Die verkoopt in Madrid onder meer John Richmond, Jean Paul Gaultier en Dirk Bikkembergs, terwijl in 111 luxesneakers en zeldzame sportschoenen te vinden zijn.
Voor Spaanse mode raadt Lanuza The Deli Room aan, een kleine avant-gardezaak met jonge namen als Josep Font en Miriam Ocariz, en de fantasierijke accessoirewinkels van Piamonte. De Madrileense keten heeft verscheidene vestigingen in en rond Chueca en maakt zelf lederwaren in Balenciaga-stijl. “Chueca is een buurt om uit te kammen”, zegt Lanuza. “Je vindt er gemakkelijk modieuze spullen zonder veel geld uit te geven.” In de Salamanca-wijk, thuishaven van de luxesector, mogen we volgens Lanuza Federica & Co niet overslaan, “een vintagezaak met exclusieve accessoires. De patio heeft veel weg van Soho in New York.”
Geen bezoek aan Madrid is echter compleet zonder een lange avond, die begint in een tapasbar – als het aan Lanuza ligt het liefst Los Huevos de Lucio en Casa Lucas in La Latina – en via een handvol cafés en pleinen richting disco gaat. “Madrid is een paradijs om uit te gaan, naar traditionele Spaanse eettenten, wereldrestaurants of lounges. Mensen kleden zich daar ook graag voor op, zeker in loungerestaurants als Sugar of celebrity-tenten als Più di Prima, een chique Italiaan.” En als we willen uitblazen ? Dan raadt Lanuza een koffie aan in Delic, met zicht op de intieme Plaza de la Paja, of een kroket met een glaasje sherry bij Lhardy, met een klassiek interieur uit 1839.
Tekst Wim Denolf
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier