In de natuur vloeken kleuren nooit
Als er één interieurspecialiste kleur tot haar handelsmerk maakte, dan is het wel Tricia Guild.
:: Passie. Tricia Guild over inspiratie, Lannoo, 190 p., 29,97 euro.
Wars van de minimalistische trend trok deze Britse woongoeroe jaren geleden al de kleurkaart. In haar nieuwste boek Passie noemt ze de natuur als een van haar grootste inspiratiebronnen voor haar textiel- en behangontwerpen : “In de natuur vloeken kleuren nooit met elkaar.” Je kunt je natuurlijk afvragen of de natuur ooit zulke gewaagde combinaties maakte als Guild. Turkoois met oranje, waar kom je dat tegen ? Bij Guild dus. En het werkt nog ook : in haar interieurs brengt ze schier onverenigbare tinten harmonieus samen. Zozeer zelfs dat je geneigd bent te denken : dat lukt mij nooit. En dan is Guild de eerste om die doemdenker een hart onder de riem te steken : “Het kiezen van kleuren is een vorm van zelfexpressie. We kiezen voortdurend op grond van kleur. (…) Sommigen denken dat ze er geen gevoel voor hebben, maar volgens mij heeft iedereen dat – we zijn er alleen niet allemaal mee bezig.”
Passie gaat over inspiratie. Guild beschrijft de dingen en mensen die haar, naast de natuur, op ideeën brengen : schilders als Matisse en Frida Kahlo, de architecten Frank O’Gehry en Luis Barragan, Cubaanse auto’s en modern ceramiek, vlindervleugels, hortensia’s en de tuinontwerpen van Arne Maynard, maar ook vroege Italiaanse fresco’s, de musical My Fair Lady en modeontwerpster Elsa Schiaparelli… Traditiegetrouw vertelt Guild haar verhaal in talrijke beelden : foto’s van de originele inspiratiebron naast haar eigen werk. Met de tekst gaat ze eerder spaarzaam om, in kernachtige bewoordingen geeft ze aan waar het in haar werk op aankomt : “Als ontwerper kijk ik niet alleen naar oppervlakkige details. Ik kijk hoe een ruimte aanvoelt en hoe het is om erin te leven.” Wat daar dan zo boeiend aan is, verduidelijkt ze op een andere pagina : “Het wankele evenwicht tussen vorm en materiaal maakt het interessant om in een huis te zijn. Textiel – effen, met textuur, geweven, met een geometrisch dessin en abstracte bloemen, tere handgeweven en geborduurde stoffen, glanzende zijde, stippen en strepen – vult de rijkdom aan, brengt een ruimte tot leven.”
Al bladerend merk je dat Guild vooral sferen schept en dat het sferen zijn die haar inspireren. De ambiance van theaters en tuinen, van de lichtstad Parijs, het exotische Japan en het broeierige India. Zelden worden haar opmerkingen concreet en direct. Een voorbeeld : “Of je nu een tuin of een keuken ontwerpt, de werkwijze is dezelfde.” Of : “Een tuin moet een structuur hebben. (…) Je ziet altijd het verschil tussen een tuin die door een plantenman en een die door iemand met een meer bouwkundig inzicht is bedacht. Het is te vergelijken met iemand die een kamer gaat inrichten en zich te veel bezighoudt met de details in plaats van met de indeling en de uitstraling van de ruimte. Wanneer je stoffen voor je huis kiest, is het dus beter om een integraal plan te maken.” En bij de foto’s van India lees je : “Indiase kleuren als inspiratiebron : groenblauwe glansverf, roze sari’s van zijde, bloemenoffers in tempels en witte minaretten tegen een helderblauwe hemel. Op de een of andere manier vinden deze herinneringen en foto’s en het gekrabbel in notaboekjes hun weg naar stof- en behangontwerpen.” Over het hoe blijft ze dus vaag. Neemt niet weg dat Passie een schitterend werk is dat je het gevoel geeft mee te kijken in het hoogstpersoonlijke plakboek van de ontwerpster.
Tekst Hilde Verbiest
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier