Ann-Tinne Vereeck (43) schildert al haar hele leven. Korte tijd geleden geloofde ze even dat beroemd en rijk worden belangrijk was. Het leek haar te lukken. Ze was parttime ook lang maatschappelijk werkster in het gevangeniswezen en een paar maanden taxichauffeur. Nu is ze terug bij af. Op een keerpunt, zegt ze zelf.

“Van mijn tien jaar ging ik naar de academie, maar meester in de schilderkunst mocht ik van thuis niet worden. Ik moest een diploma halen waarmee ik mijn kost kon verdienen. Ik werd assistente in de psychologie en maatschappelijk werkster. Mijn eerste job was in de Antwerpse gevangenis. Die dossiers vergeet je nooit. Je ziet bijvoorbeeld foto’s van een vermoord kind, een engeltje. Je stelt je daar veel vragen bij. Ontoerekeningsvatbaar, zinsverbijstering ? Je wordt hard van zulke ervaringen, dat moet wel want je moet je sterk houden als jonge vrouw. Als je het zonder kleerscheuren doorkomt, word je zelfs overmoedig.”

“Uiteindelijk heb ik vijftien jaar ‘in de bak gezeten’. Ik werd op de duur coördinator van het justitieel welzijnswerk in Mechelen, iets wat ik uit de grond gestampt had. In die wereld heb ik me goed gevoeld. Maar ik heb me er te veel als een kameleon gedragen. Ik ben er ontslagen omdat ik te dicht bij mijn cliënten stond. Ik minimaliseerde, ik ging over de schreef. Ik kreeg een burn-out. Het was tijd dat ik afstand nam.”

“Ik had een klassiek huwelijk met een brave man uit een voorbeeldig gezin. Dat ik geen kinderen kon krijgen, wist ik al van mijn zeventiende. Meteen toen we elkaar leerden kennen, besloten we kinderen uit India te adopteren. Het katholieke adoptiewerk waar we terechtkwamen, het goedkoopste, stelde als belangrijkste eis dat je drie jaar kerkelijk getrouwd was. Vanaf de eerste dag na die drie jaar begon ik af te tellen. Mijn klok tikte. Alleen duurde mijn zwangerschap veel langer dan negen maanden : bijna drie jaar tot we onze dochter Titty (13) kregen en dan weer drie jaar tot onze zoon Amar (10) kwam. We zijn ze zelf gaan halen in India, ik wou niet en plein public in Zaventem ‘bevallen’.”

“De adopties waren achter de rug, we hadden een huis gebouwd en hadden geen nagel meer om ons gat te krabben. Op dat ogenblik kwam mijn broer om in een auto-ongeval, hij was drieëndertig. Dan begin je na te denken. Wat is geluk ? Wanneer beslis je om te scheiden ? Wanneer loopt een huwelijk fout ? We waren zogezegd op goede weg, maar zo had ik me het leven niet voorgesteld. Schilderen werd belangrijker. Maar elk schilderij moest verkocht worden om te overleven. Je kunt je als kunstenaar niet ontplooien als je altijd maar aan geld moet denken. Achteraf beschouwd denk ik dat het de goede beslissing was. Onze karakters waren te verschillend. Ik was de bohemien, de zwerver, de kameleon.”

“Daarna ben ik in het Afrikaanse milieu verzeild, een vlucht. Als ik in een gemeenschap terechtkom, wil ik maximaal voeling hebben en pas ik me compleet aan. Uiteindelijk ben ik met een Afrikaan getrouwd. Het verhaal over twee culturen die botsen : je denkt dat het jou niet zal overkomen. Maar het klopt. Je bent anders opgevoed, je kijk op de wereld is totaal verschillend. Mijn man dacht dat hier het geld voor het oprapen lag.”

“Ondertussen was ik een firma begonnen, ik deed aan teambuilding met grote bedrijven. Ik had ook mijn eigen galerie. Ik ontmoette iemand die me verzekerde dat hij me als schilder in twee jaar tijd beroemd kon maken. Hij investeerde geld in mijn bedrijfje. Ik moest enkel nog schilderen, en dat klonk me als muziek in de oren. Het stormde toen in mijn leven. Je kunt immers geen tien dingen tegelijk doen.”

“We gingen met mijn schilderijen naar Abu Dhabi en Dubai. Ik miste mijn kinderen, maar het was goed voor mijn carrière, zei men. Ik verwerkte diamanten in mijn schilderijen omdat dat goed in de markt lag. Na enige tijd drong het tot mij door dat het allemaal niet zo mooi was als het leek. Ik heb inderdaad gezien hoe het was om bekend te worden, om te worden ingehaald als een prinses. Gulf News, Abu Dhabi TV, ik heb de interviews nog op tape. Als ik ze nu bekijk, zie ik dat ik toen al besefte dat het niet was wat ik zocht. Ik verdiende veel geld maar ik heb het allemaal moeten achterlaten om de kosten te delgen die mijn manager gemaakt had.”

“Ik heb mij in de nesten gewerkt, ik leefde in een fantasiewereld. Maar een mens jaagt zijn dromen na en elke kans die je krijgt om ze te realiseren, grijp je. Ik was ook een gewillig slachtoffer, ook met mijn Afrikaanse man. Toen we trouwden in de moskee, stelde ik vast dat hij een andere naam had dan die ik kende. We trouwden in augustus en in december waren we uit elkaar. Ondertussen had hij hier een tweede vrouw op een ander adres. Ik had haar nota bene, zonder het te weten, mee uitgenodigd naar België.”

“Na dat avontuur huurde ik een groot huis en begon weer een eigen galerie. Maar ook dat werkte niet. Alles werd weer opgedoekt en ik huurde een klein flatje om er tot rust te komen. Ik stort me altijd weer in iets nieuws.”

“Opnieuw op zoek naar een job dus, die mij ook de tijd gaf om te schilderen. Ik solliciteerde als taxichauffeur. Van de ene dag op de andere sta je daar, in die chique Mercedes aan het Centraal Station, te wachten op klanten. Je weet nooit wie in je auto stapt. In die paar maanden ben ik dan ook vier keer flink aangepakt. De maatschappelijk werker in mij kon het ook niet nalaten mensen uit te vragen. Een sociaal verslag is goed als je de film van het leven van je cliënt kunt reconstrueren, in mijn taxi probeerde ik dat te doen in tien minuten. Mensen vroegen me soms of ze on candid camera waren. Vier schriften heb ik volgeschreven met verhalen.”

“Het is een zware stiel : tien uur in de auto maar je wordt niet betaald voor tien uur. De fooien moeten het goedmaken. Uiteindelijk kreeg ik mijn ontslag omdat mijn recette te laag bleef, omdat mijn contact met de klanten te close was, ik gaf ze te veel service. Als je aan je eigen portemonnee denkt, moet je dat vooral niet doen. Klanten uit de auto sjotten en de radio in de gaten houden, anders verlies je je wachtplaats in de rij voor nieuwe passagiers, zo moest het volgens mijn baas. Ik kan hem begrijpen, hij moet ervoor zorgen dat zijn zaak draait.”

“Hoe stormachtig je ook bent, met de jaren mildert er toch iets. Ik probeer op dit moment echt mijn best te doen, ik stel nu prioriteiten. In die taxi heb ik veel beelden opgeslagen, ik had altijd een cameraatje bij me. Het onwezenlijke landschap van de haven heb ik vastgelegd in foto’s en schetsen. Sinds vorig jaar ben ik opnieuw begonnen mijn vaardigheden als schilder aan te scherpen, mijn tekenen was er erg op achteruitgegaan door mij op dat commerciële schilderen te storten. Als ik een meester in de schilderkunst wil worden, moet ik daar eerst mee klaar zijn. Ik volg overdag les in een eerste jaar met vooral gepensioneerde mensen. Ze zijn ouder, kennen het leven beter dan ik, er gaat rust van hen uit. Het is een ideale plek om mij te ontwikkelen. Ver van de concurrentie van collega-schilders die meer werken, meer tentoonstellen en meer bij de tijd zijn. Bij mijn klasgenoten mag ik ambitieus zijn, ze ondersteunen me.”

“Na dat Afrikaanse huwelijk ben ik gaan beseffen dat ik mij veel te snel in dingen stort. Toen ik een jeugdvriend tegenkwam, gingen mijn ogen open. Ik ging mij afvragen wat verliefd zijn is en wat liefde ? Wanneer kan een relatie standhouden ? Als je jezelf kunt ontplooien, zit je in een goede relatie, weet ik nu. Wanneer je ik bepaald wordt door die relatie, werkt het niet op lange termijn. Ik merk dat het deze keer anders evolueert. We leren elkaar gaandeweg kennen, niets moet maar er mag veel.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Schoonheid schuilt in dingen die gecreëerd worden en die andere mensen kunnen behagen en bekoren. Die hen kunnen laten dromen, die hun hart verwarmen.”

“Nu pas weet ik dat schoonheid heel eenvoudig is. Het is zo simpel allemaal, zoals de Fikskes zingen. Dat alles ontdek ik nu pas. In plaats van altijd meer te willen, groter te willen worden, kom ik terug tot de essentie van mijn metier : tekenen. Terug tot de essentie van ons bestaan : leven. Ik heb een aantal dingen afgeschaft. Ik heb geen vaste telefoon en geen televisie meer. Mijn gsm staat vaak uit. Ik wil er niet meer de slaaf van zijn.”

“Daardoor heb je wat minder vrienden, of liever : minder contacten. De tijd dat we met z’n allen Veuve Clicquot zopen in mijn galerie ligt ver achter me. Ik dacht toen dat dat het leven was. Ik meende dat iedereen voor mij kwam, maar soms bekeken ze mijn schilderijen niet eens. Uiterlijke schijn is lelijk. Ik probeer er afstand van te nemen, hoewel ik toegeef dat ik er nog geregeld in trap. Ik besef nu dat dit soort materialistische ambities fout zijn voor mij.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Televisie vind ik een lelijk ding. Het dringt door in het ‘zelf’ van de mensen, het verandert hun behoeften. Plots wil je Cillit Bang om mee te poetsen, terwijl ik nu weer alles schoonmaak met bruine zeep. Als mijn kinderen iets willen zien, kunnen ze dat via het internet. Ik bekijk zo uit het televisienieuws wat ik wil zien en onderwerp mij niet langer aan een door een ander bepaald menu.”

“In mijn werk als taxichauffeur begon ik me te verzetten tegen wat ik meemaakte, misschien was het goed dat ik ontslagen werd. Toen ik in de gevangenis werkte, kreeg ik bibbergeld. Arbeiders bij General Motors hebben pauzes, en vergoedingen voor weekendwerk. Niets daarvan als taxichauffeur, en je wordt blootgesteld aan àlles. Je komt in contact met de onderbuik van de stad. Als ik sommige dingen die ik meegemaakt heb zou publiceren, zou ik zeker problemen krijgen. Maar het idee om er een boek over te schrijven, krijgt vorm.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Nog steeds moet ik met mijn kop tegen de muur lopen om te ervaren dat iets niet goed is voor me. Mensen die dingen overdenken en voorzien, zonder zich een hoop shit op de hals te halen, die vind ik wijs. Ik heb een heel stuk leven achter de rug en ik vind het al bij al fijn daarop terug te kijken. Ik ben er niet wijzer van geworden, maar ik heb veel geleerd. Nu zit ik op een keerpunt. Het zal nog een aantal jaren duren voor ik echt wijs word. Als ik maar bewust bezig blijf met het bepalen van de richting voor de tweede helft van mijn leven. Tekenen en schilderen zijn in de afgelopen veertig jaar mijn enige houvast geweest en ik heb altijd moeten vechten om het te mogen doen.”

“Ik heb op hobbybeurzen geëxposeerd maar ook in de chicste galeries van Nederland en van de Golfstaten. Nu wil ik meester in mijn vak worden voor mezelf, zonder concessies te doen. Toegeven gebeurt altijd in functie van geld. Dat is de dood van een kunstenaar. Daarom ook moet ik op zoek naar een parttime job om van te leven.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Dom is wanneer mensen hun capaciteiten niet gebruiken. Een heel leven in dezelfde job blijven zitten, waarin je doodongelukkig bent en elke vrijdag weer verlangt naar het weekend, dat vind ik dwaas en dom. Ik ben blij dat voor mij alle dagen evenveel waard zijn. Al was in mijn taxi een zaterdagse koopdag anders dan een zondagmorgen puinruimen aan het Sint-Jansplein of een dag in de volle stress van de zakenweek.”

“Ik vind het dom dat mensen alleen nog hun agenda najagen. In Nederland zag ik onlangs een affiche langs de weg : ‘Donderdagavond : eten met de kinderen. Waar zijn we mee bezig ?’ Inderdaad, waar zijn we aan toe als we ook die afspraken moeten plannen ? Dom vind ik dat mensen geld belangrijker vinden dan tijd. Tijd is het kostbaarste wat we hebben.”

“Het is een bewuste keuze. Ik moet geregeld tegen mijn kinderen zeggen dat we voor iets geen geld hebben. Ik bied hen andere zaken. Ik heb bijvoorbeeld tijd om een hele avond met Amar aan zijn sommen te werken.”

KRACHT – ZWAKTE

“Toen ik zeventien was, nam mijn moeder mij mee naar de gynaecoloog, waar ik hoorde dat ik nooit kinderen zou krijgen. Hij zei het heel sec tegen haar, ik zat erbij. Toen begon het echte leven, alles daarvoor was spelen. Die middag ben ik met een vriendin pannenkoeken gaan eten, om het zogezegd te verwerken.”

“Ik heb geleerd om positief ingesteld te zijn. In mijn idyllische kindertijd had ik dat nog niet nodig. Na een tijd besefte ik dat mijn weg ergens anders lag. Als dat niet was gebeurd, was ik bijvoorbeeld nooit naar India gegaan. Ik had me nooit gerealiseerd dat het iets helemaal anders is om met iemand van een andere cultuur te trouwen dan kinderen uit een andere cultuur te adopteren.”

“Dat ik die dingen allemaal meemaakte, betekent dat ze op mijn weg lagen, dat ik er klaar voor was. Ik heb het allemaal beleefd om ervan te leren. Al die ervaringen hebben mij sterk gemaakt. Ik kijk niet meer zo snel van iets op.”

“De constanten in mijn leven zijn mijn kinderen en het schilderen. Daar focus ik mij op. Al zijn die kinderen ook relatief, want ze beginnen stilaan hun vleugels uit te slaan.”

KRACHT – ZWAKTE

“Altijd weer trap ik impulsief in wat mij boeiend lijkt. Mijn zwakte is ook mijn korte aandachtsspanne, behalve voor dat schilderen. Ook op relatiegebied ben ik veel impulsiever dan vele anderen. Ik stelde me in het verleden veel te afhankelijk op, liet mijn geluk bepalen door die relaties. Van mijn foute keuzes mag ik niemand de schuld geven.”

“Sinds vijf jaar heb ik een latrelatie. Mijn vriend heeft veel talent, veel capaciteiten én hij heeft veel tijd voor zichzelf nodig. Daar ben ik al mijn hele leven naar op zoek : tijd voor mezelf. Mijn schildersezel was altijd mijn vluchtheuvel. Nu voel ik me vrijer. Ik laat niet langer aan mijn ruimte en mijn tijd knabbelen. Daar hebben mijn ouders last van, denk ik. Ik ga niet meer elke zondag bij hen eten, een traditie van jaren die hen ongetwijfeld veel vreugde gaf. In moeilijke tijden heb ik veel te lang op hen gerekend. Ze hebben zich al zoveel zorgen om mij gemaakt. Heel lang heb ik de bevestiging van mijn vader gezocht : ‘Kijk eens hoe goed ik kan schilderen, papa, kijk eens hoeveel volk er is op de vernissage…’ Nu heb ik dat minder nodig. Nu wil ik bevestiging van mijn leraren, wil ik weten of ik goed bezig ben. Over mijn keuzes beslis ik zelf. Ik hou wel rekening met de mening van mijn vriend maar niet meer met die van mijn ouders, van de buren en van zogezegde vrienden. Je kunt niet blijven voldoen aan alle verlangens.”

“Mijn vroeger werk deed mensen paf staan door de techniek, maar mijn eigen kracht toonde ik niet. Het zal nog een paar jaar duren voor ik die ten volle kan ontplooien.”

Door Tessa Vermeiren l Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content