Luc Lesire (43) is aan een tweede relatie begonnen. Bieke en hij hebben samen vier kinderen uit hun vorige relaties. Iets meer dan twee jaar geleden slaagde zijn vriendin erin hem een sleutel te doen omdraaien, waardoor hij zijn eigen emoties herontdekte. En waardoor hij kon beginnen aan het verwerken van een moeilijk verleden.

“In een nest van negen kinderen was ik de jongste. Mijn oudste broer is bijna zestig. De belangstelling voor mode en kleren heb ik van thuis meegekregen. Mijn ouders hadden een atelier voor herenpakken in Alken, daarna ook even in Frankrijk. Het bedrijf ging begin de jaren tachtig failliet.”

“Dat faillissement heeft heel zwaar gewogen op ons gezin en vooral op mij. Ik was achttien, mijn toekomst lag volgens mijn vader in zijn atelier. Met hem ben ik naar Mr. Koetsier in Amsterdam gaan kijken, die hogere opleiding gold toen als de beste voor de confectie-industrie, nu maakt ze deel uit van Amsterdam Fashion Institute. Op advies van die school volgde ik eerst een economische opleiding van het korte type, pas daarna zou ik aan mode beginnen. Maar alle plannen vielen in duigen. Mijn ouders waren van de ene dag op de andere geruïneerd, ze verloren alles, ook ons huis.”

“Mijn vader, een handelsreiziger, begon in 1956 met zijn eigen pakkenatelier. Ten tijde van het bankroet werkten daar tweehonderd mensen. In één klap werden die grote, fiere familie en dat bedrijf gereduceerd tot niets. Mijn vader was hartlijder, hij had al een paar zware infarcten gehad. Op aanraden van de cardioloog vertrok hij met mijn moeder naar mijn broer in Amerika. Papa was een heel trotse man. Dat vertrek ging gepaard met veel tranen en het nodige drama.”

“Er was geen thuis meer. Ik vond onderdak bij mijn zus Brigitte, die acht jaar ouder was dan ik en drie kleine kinderen had. Haar ben ik ben eeuwig dankbaar, want je moet het maar doen : in een jong gezin zo’n halfvolwassen broer opvangen.”

“Mijn ouders zijn na een paar maanden teruggekomen, nadat in Amerika was geconstateerd dat mijn vader ook longkanker had. Het jaar daarop is hij gestorven. De relatie tussen mij en mijn moeder werd problematisch. Ze hield zich niet meer bezig met mijn verdere opvoeding en opleiding. Achteraf gezien is dat misschien begrijpelijk, ze had al zoveel problemen het hoofd moeten bieden en was diep ontgoocheld.”

“Vanaf dat faillissement heb ik mijn eigen weg moeten zoeken, de eerste jaren weliswaar met de hulp van mijn zus Brigitte. Ik haalde een A1-diploma boekhouden en ging rechten studeren. Dat heb ik volgehouden tot de eerste licentie. Ik was jobstudent en ik slaagde er niet meer in werk en studie te combineren. Mijn eerste fatsoenlijke baan kreeg ik bij Belgian Shell in Brussel, in het pensioenfonds op de personeelsdienst.”

“De vriend van mijn zus Brigitte, die invoerder van kinderkleding was, vroeg me om bij hem te komen werken. Bij Shell kon ik met mijn A1-diploma niet verder promoveren, ik heb die stap dus gezet. In 2000 begonnen mijn zus en haar partner een eigen winkel, op dat moment ben ik agent in kinderkleding geworden. Het is knokken voor je marktaandeel, en je moet geregeld uitkijken naar nieuwe merken. Op een bepaald moment heb ik de fout gemaakt om te veel vast te houden aan de firma’s die ik vertegenwoordigde en niet op zoek te gaan naar nieuwe dingen. Dat is me bijna zuur opgebroken. Die moeilijke professionele fase viel samen met een echtscheiding, met het begin van een nieuwe relatie, met kleine kinderen. Het was een zeer turbulente tijd.”

“Op mijn dertigste ben ik getrouwd. Drie weken voor ons huwelijk overleed de zus die net voor mij kwam. Ze had drie kinderen, haar jongste zoontje was twee. Toch werd onze trouwdag een mooi moment, omdat we allemaal beseften dat we verder moesten. Ook mijn schoonbroer, al blijft hij met de afwezigheid van zijn overleden vrouw leven.”

“Sinds tweeënhalf jaar heb ik een relatie met Bieke. Ik heb een dochter, Laura, van bijna tien en een zoon, Nicolas, van acht. Bieke heeft ook een zoon van acht en een dochter van bijna vier. We zijn hier vaak allemaal samen. Dat is inderdaad een groot huishouden, maar dat was ik altijd al gewoon.”

“Per twee weken hebben we ook vijf dagen zonder kinderen. We missen ze dan wel, maar het doet ook deugd om bewust tijd te kunnen nemen voor onze relatie. We doen dan dingen waaraan we allebei in jaren niet meer zijn toegekomen.”

“Bij zo’n echtscheiding komt er zoveel op je pad wat je verbaast. De familie van Bieke ontvangt mij met open armen, het is een warm nest waar plezier wordt gemaakt en waar alles bespreekbaar is. In mijn familie tonen we moeilijk onze emoties. Wij zijn binnenvetters, daar groeit wrevel uit die soms maanden aansleept. En misverstanden. Hoe raak je daar dan nog uit ? Ze accepteren mijn beslissingen wel, de ene al wat beter dan de andere.”

“Vrienden en kennissen zie ik trouwens veel vaker dan mijn familie. Niet dat ik mijn vriendschappen zo perfect onderhoud, af en toe heb ik een duwtje nodig. Er gaan soms maanden voorbij dat ik geen contact heb met mijn broers of zussen. Onze band was helemaal anders dan die ik nu met mijn kinderen heb. Ik wil mijn kinderen meer geven dan ik van mijn ouders heb gekregen, veel meer intimiteit. Ik knuffel ze, we doen samen uitstapjes, we spelen in de tuin. Dat hebben mijn ouders nooit gedaan, die waren altijd aan het werk. Mijn moeder was bezig in het huishouden en mijn vader was een patriarch die op zijn wenken bediend werd. Hij heeft zeker iets verwezenlijkt, maar door zijn manier van denken en zijn eigengereid karakter is het faliekant afgelopen. Hij kon niet toegeven dat het misliep, hij kon niet loslaten. Als hij dat wel had gekund, waren we niet alles kwijtgeraakt.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Ik kan heel erg genieten van materiële schoonheid, van mooie huizen bijvoorbeeld. Maar ik kan tot tranen toe ontroerd worden door muziek, films, concerten. Door de warmte van mijn kinderen en van Bieke ook. Ik geniet ook erg als ik de kinderen alle vier samen zie spelen, plezier maken, ruzie maken soms.”

“Ik schrijf af en toe kleine dingen voor de kinderen, of voor mijn vriendin. Kinderen zien die attenties en nemen dat over. We dringen niets op maar we prikkelen de kleintjes met wat wij denken dat belangrijk voor hen is. We nemen ze mee naar musea en naar theatervoorstellingen. Een paar maanden geleden zijn we naar het Afrikamuseum in Tervuren geweest, dat vonden ze geweldig.”

“Ik ga met hen de koikarpers voeren in de Japanse tuin. We gaan samen op de fiets naar school. Heel mooie momenten zijn dat. We maken takenlijsten, de kinderen zijn nergens toe verplicht, maar ze doen spontaan dingen die daarop staan en we belonen hen daarvoor. Wij stimuleren onze kinderen bewust om dingen samen te doen.”

SCHOONHEID – LELIJKHEID

“Vooroordelen storen mij heel erg. Dat heeft alles te maken met het faillissement van de zaak van mijn vader. We werden toen fel met vooroordelen geconfronteerd. Ik blijf het meeslepen hoe die grote, fiere familie Lesire werd aangegaapt. Je schaamt je natuurlijk ook omdat je van de nok naar de kelder bent gevallen. Maar ik heb nog steeds het gevoel dat er een grote onrechtvaardigheid is gebeurd. Mijn vader heeft vijfentwintig, dertig jaar hard gewerkt om een bedrijf uit de grond te stampen. Hij had voor een paar miljoen schulden door het bankroet van een klant. Dat banken niet zijn bijgesprongen om die moeilijke periode te overbruggen, ik kan dat nog steeds niet begrijpen. Voor mij betekende het dat de richting van mijn leven, die al jaren vastlag, plots werd opgeblazen.”

“Via omwegen ben ik toch weer in de kledingbusiness terechtgekomen, al is het dan niet als fabrikant. Het lijkt in onze familie wel een ziekte : drie van ons, vroeger vier, werken nog steeds in de confectie.”

“Vooroordelen in verband met echtscheidingsproblematiek hebben mij recent ook zeer verbaasd. Soms denk ik : ‘Wat doe je nu ?’ als mensen zich van ons afkeren of ons veroordelen. Niemand trouwt met de bedoeling om tien jaar later een andere weg in te slaan. Een scheiding is altijd een tijd van lijden. Het oordeel van sommige mensen vind ik hallucinant. Om mij daaroverheen te zetten, heb ik heb tijd nodig gehad.”

“Hasselt is een zeer burgerlijk en besloten provinciestadje. Ik woon hier zeer graag, maar om die reden zou ik in een grote stad willen wonen. In een grote stad kun je contacten leggen maar je kunt evengoed verdrinken in de anonimiteit. Een stad moet groot genoeg zijn om even weg te vluchten van het bekende sociale weefsel. Hier word je continu bekeken en beoordeeld, je kunt nooit eens onderduiken, want je komt altijd kennissen en vrienden tegen. Een paar uur met ons tweetjes opgaan in de anonimiteit van een stad als Antwerpen of Brussel is soms een opluchting.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Ik had een goed huwelijk maar toch mankeerde er iets. Bieke kende ik al een paar jaar, onze zoontjes zaten samen in de crèche. Een jaar of drie geleden beseften we dat er iets meer was. Op een dag heeft ze de deur naar mijn geheime kamer opengewrikt, ik wist dat zij de vrouw was die me kon veranderen. Dat was een vreemde ervaring. We wonen nu iets meer dan twee jaar samen. De overgangsfase was eventjes moeilijk. Door haar herontdek ik mezelf, de man die ik was op mijn achttien.”

“Ik heb van thuis veel meegekregen, maar één aspect ontbrak : nestwarmte. Het tonen van emoties hebben we nooit geleerd. Ik heb wel andere eigenschappen in mijn rugzak : doorzettingsvermogen, doorgaan met vallen en opstaan. Met Bieke samen herontdek ik veel. We zijn geen grote intellectuelen, maar we proberen te lezen, we proberen naar bepaalde voorstellingen te gaan. We proberen onze kinderen wijsheid mee te geven, we prikkelen en stimuleren ze om veel te ervaren. Later zullen ze daar zelf iets mee kunnen doen. Wij kunnen hun alleen maar wat signalen geven. Als ze daarvan iets overhouden, hebben wij ons werk redelijk goed gedaan.”

“Als je het ouderschap deelt met ex-partners moet je ook leren je kinderen los te laten. Dat valt mee, omdat we weten dat ze door de andere ouders ook heel goed worden opgevangen. Ik regel mijn agenda ook zo dat de dagen minder vol zitten is als de kinderen er zijn. Wanneer ze er niet zijn, draai ik professioneel op volle toeren.”

“Met afscheid en afstand nemen heb ik soms moeite. Afstand nemen van mijn verleden ligt moeilijk. Het verleden speelt mij nog steeds meer parten dan wat recent in mijn leven is gebeurd. Ik klamp me vast aan deze relatie die me bepaalde dingen heeft doen inzien, en aan mijn kinderen.”

WIJSHEID – DWAASHEID

“Mijn zotte kant zit diep verborgen. Heel soms kan ik mij laten gaan, zeker in goed gezelschap, met mensen die ik ken. Ik ben veeleer een stille genieter die observeert. In een groep ben ik zeker niet de leidende figuur of de aanstoker. Met de kinderen kan ik soms wel uitgelaten zijn, maar zeker niet iedere dag en het duurt nooit lang.”

“Mijn eigen onbezorgde kindertijd is te snel afgebroken. Ik had ook liever veel minder materiële dingen gekregen en meer ondernomen samen met mijn ouders, mijn broers en zussen. Maar dat is in de achteruitkijkspiegel kijken. Toen ervoer ik mijn jeugd als zeer onbezorgd, des te groter was de klap wanneer alles plots wegviel.”

KRACHT – ZWAKTE

“De meeste kracht put ik uit mezelf. Ik heb al zoveel obstakels overwonnen, dat ik besef dat er nog meer bij kan en dat het toch altijd weer goed komt. Maar ik ben mij er honderd procent van bewust dat er rust moet komen in mijn leven.”

“Al draag ik veel nare ervaringen mee, toch ben ik een gelukkig mens. Ik prijs me gelukkig met het traject dat ik heb afgelegd, al heb ik ervoor moeten vechten. Met de steun van een zus en een broer heb ik kunnen doorzetten. Maar de diepe wonden van twintig jaar geleden hebben een enorme impact gehad. Het faillissement, de dood van mijn vader en mijn moeder, het overlijden van mijn zus. Ik leef anders dan de meeste mensen van mijn leeftijd. Soms kom ik wat nors over ; vooral op momenten dat ik alle deuren figuurlijk dichttrek en me in mezelf opsluit. Dan komt niemand over mijn grens. Bieke heeft dat gesloten masker gedeeltelijk weggehaald. In mijn vorige relatie gebeurde dat minder. Dat is geen verwijt maar een vaststelling. Bieke kan het slot openbreken, al doet dat soms pijn. Maar het is nodig om verder te gaan. Precies daarom ben ik nu gelukkiger, met mijn werk, met de kinderen, met het sociale weefsel rondom ons. De harmonie tussen ons straalt af op anderen. Onze kinderen moeten rustig kunnen opgroeien, met hier en daar obstakels die ze moeten leren te overwinnen. Daar kunnen we ze tegen wapenen, emoties zijn daarbij belangrijk. Ik weet wat ik gemist heb, en ik wil doorgeven wat ik nu ontdekt heb. Emoties kunnen in twee richtingen gaan. Jarenlang zat ik in mezelf opgesloten. Nu komt alles er soms in alle hevigheid uit.”

“Ook professioneel heb ik het de jongste jaren echt moeilijk gehad, ik heb moeten bijsturen. Net op tijd. Bieke heeft me daarin actief gesteund. Zij is binnenhuisarchitecte, maar ze interesseert zich ook voor mijn zaak. Ik heb dat meer nodig dan ik zelf besefte. Jaren heb ik alles alleen opgebouwd en uitgewerkt. Ook om me professioneel te vernieuwen had ik haar stimulans en steun nodig. Dat weet ik nu pas.”

KRACHT – ZWAKTE

“Ik kan me letterlijk moeilijk ontspannen. Ik laad me zelf voortdurend op, de boog staat altijd gespannen. Daardoor loop ik ook kleine kwetsuren op bij het sporten. Mijn hoofd leegmaken, dat zou ik graag leren. Je bent wie je bent door alles wat je meegemaakt hebt van kindsbeen af. Daar ben ik van overtuigd.”

“Bieke moet soms lachen als ik een zin begin met : ‘Twintig, vijfentwintig jaar geleden’. Dan zegt ze : ‘Alles is bij jou twintig, vijfentwintig jaar geleden.’ Dat is ook zo en ik ben er nog niet klaar mee. Kunnen aanvaarden, me niet meer miskend voelen, de oneerlijkheid kunnen dragen : dat zou me een zekere rust geven. Met het afgelegde traject ben ik eigenlijk wel tevreden. Ik koester mijn kinderen, ik koester mijn relatie, ik koester mijn vrienden. Ik stop geen energie meer in dingen die niet hoeven of toch niet lukken. ‘Laat maar gaan’, denk ik dan.”

z

Door Tessa Vermeiren l Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content