Hij is de absolute lieveling van huwbare prinsessen en rijke socialites en zijn luxueuze levensstijl bezorgde hem de bijnaam ‘sjeik of chic’. Geen machtigere keizer in deze hoogdagen van glamour dan Valentino Garavani (72).

Ik ontmoet hem in Rome, de stad die vijfenveertig jaar geleden het epicentrum was van de haute couture, maar nu vooral nog bekendheid geniet als de woonplaats van Julius Caesar en de paus. Andere ontwerpers weken uit naar Milaan en Parijs, maar Valentino besloot om van hieruit de wereld te veroveren. Vandaag reikt zijn keizerrijk van Sjanghai tot New York en staat Valentino opnieuw in de belangstelling als ontwerper van elegante chic. Wie laatst lacht best lacht. De man mag dan wel niet beschouwd worden als de invloedrijkste ontwerper, zoals Yves Saint Laurent of Pierre Cardin, maar in tegenstelling tot laatstgenoemden denkt hij nog niet aan zijn pen-sioen. Toen ik hem onlangs backstage kon gadeslaan tijdens zijn show in Parijs, werd me al snel duidelijk dat niets ontsnapt aan zijn haviksoog. Geen zenuwinzinkingen of hysterische toestanden, daarvoor is hij te gecontroleerd en afstandelijk. Getuige daarvan ook zijn smetteloos gesteven pak en zijn tot in de perfectie gecoiffeerde haar. Een gesprek met een sfinx, die zich in loop van dit gesprek uitzonderlijk toonde als een mens van vlees en bloed.

Dit jaar wordt u 73 en is het 45 jaar geleden dat u uw modehuis oprichtte. Plant u festiviteiten?

Valentino Garavani: Neen, niet echt. Het is op dit moment zo druk. De collecties volgen elkaar sneller op. We zijn nu volop bezig aan de haute-couturecollectie, maar ondertussen moeten we al denken aan de wintergarderobe, die begin maart wordt voorgesteld in Parijs. Het valt allemaal zo vroeg dit jaar. Het wordt steeds moeilijker. Maar ik hou van mijn werk.

Wat is volgens u de grootste verandering die mode gedurende uw carrière heeft ondergaan?

De laatste jaren waren erg positief voor de mode. De grungeperiode is eindelijk voorbij. In mijn ogen was het een depressieve mode die geen enkele zin had omdat ze een vrouw niet emballeerde. De jongeren verborgen zich heel de tijd achter zwarte kleren, als een soort camouflage. Uit gebrek aan vertrouwen. Of een vorm van schuldgevoel, ik weet het niet. Misschien was grunge wel de tegenreactie van een gouden generatie die hun moeders in de jaren tachtig te opzichtig de deur uit zagen gaan. Alles in de eighties was té (lacht). Gelukkig is er nu weer een terugkeer naar elegantie. Ik zie hier jonge meisjes die met grote ogen van vreugde hun avondjurk aantrekken.

De sombere berichtgeving over de luxesector gaat dus aan u voorbij?

Ach, er wordt zoveel gezegd. Ik ben net terug van New York, waar ik sprak met de mensen van Bergdorf Goodmann. Zij willen alleen de top, het beste van het beste. We hebben in hun department store een trunk show georganiseerd en in anderhalve dag voor één miljoen dollar verkocht.

Er is een polarisatie. Alleen heel duur en heel goedkoop verkoopt. Volgens sommige experts zal wat ertussen zit verdwijnen.

Inderdaad, want als het zo verder gaat, zal veel talent moeten stoppen. Je kunt geen mooie dingen maken die niets kosten.

Armani en Gaultier lanceren het concept van semi-couture. Is dat de oplossing voor de toekomst?

Ik heb geen tijd om daarover na te denken. Volgens mij zal couture altijd blijven bestaan. Waarom moeten we schoonheid vernietigen? We vragen toch ook niet aan antiekdealers om Louis XIV-meubelen te vervangen door industriële producten?

Giammetti verklaarde onlangs in een interview dat u ongeveer vier miljoen dollar per jaar zou verliezen aan haute couture.

Dat is mogelijk. Ik moet wel bekennen dat de vraag naar couture in vergelijking met de jaren tachtig gehalveerd is. Toch blijft er een geïnteresseerd internationaal cliënteel. De laatste 30 jaar van de 45 die mijn huis bestaat, wordt er al gespeculeerd over het einde van de haute couture. Maar ze zal er altijd blijven, want ze is pure fantasie, een inspiratiebron waar andere collecties uit voortvloeien.

En wat met de moordende concurrentie van de grote winkelketens?

U spreekt nu over de Zara’s en H&M‘s? Mijn God, ze moeten allemaal op hun knieën naar de kerk en bidden om alles wat wij voor hen zo mooi klaarmaken. Het enige wat zij moeten doen, is kopiëren (lacht).

U kleedde wereldbekende vrouwen, van Audrey Hepburn tot Jennifer Aniston, maar Jackie Kennedy blijft de meest legendarische. Ze droeg uw jurken in haar jaar van rouw na de moord op JFK. En u leverde haar bruidsjurk toen ze met Onassis trouwde. In welke zin was ze in die tussentijd een andere vrouw geworden?

In het begin was ze Mrs. Kennedy, uiteindelijk werd ze een goede vriendin. Als first lady kleedde ze zich altijd heel deftig. Ze was erg elegant, maar uiteindelijk veeleer een sportief type. Na de periode in het Witte Huis kwam dat aspect van haar persoonlijkheid meer tot uiting. Ze blijft als icoon vandaag nog steeds actueel omdat ze de moderne vrouw incarneert. Foto’s van haar blijven overal opduiken. In haast elk magazine, elke creatieve studio. Ze heeft ook mij ongelooflijk geïnspireerd.

Hoe verliep jullie eerste ontmoeting?

In die tijd ging ik twee keer per jaar naar New York, voor een modeshow in het Waldorf-Astoria. Ik ontmoette haar tijdens een gala-avond. Ze bewonderde een jurk die ik ontworpen had voor één van de aanwezige dames. Later op de week kreeg ik een telefoontje. Of ik haar wou bezoeken in haar appartement op Fifth Avenue. Ze bestelde acht couturejurken, allemaal in zwart en wit. Vanaf dat moment plaatste ze twee keer per jaar een order.

Zwart en wit lopen als een rode draad door uw collectie.

Inderdaad, ik probeer het soms bewust niet te gebruiken, maar na twee of drie seizoenen sluipt het toch weer in de collecties. De dualiteit is sterk, en zwart en wit staat iedereen.

Bekende filmsterren zoals Jennifer Lopez lanceren nu ook een eigen collectie. Sommige ontwerpers zien het als een belediging van het metier. Wat denkt u daarvan?

Waarom zouden ze het niet mogen doen? Zulke sterren zijn het zo gewoon om mooie jurken te dragen, ze kennen mode.

U kleedt niet alleen sterren. Sommigen maken ook deel uit van uw persoonlijke vriendenkring. Zoals Gwyneth Paltrow. Meer nog, uw alter ego, Giancarlo Giammetti, is peetvader van haar dochter met Chris Martin.

Inderdaad, Gwyneth is een erg goede vriendin en ik zie haar heel graag (ontwijkend). Ik ben altijd trots als ze iets van mij draagt. Omdat ze feeling voor mode en allure heeft.

Backstage, tijdens de modeshow, viel het me op dat er veel jonge mensen tot uw vaste entourage horen. Is dat een bewuste keuze?

Ja, ze geven me veel energie. En ik voel me altijd vereerd als ze mijn werk bewonderen.

Hebt u al beslist wanneer u zult stoppen?

Alleen als ik moet terugkeren uit skivakantie, of na de zomerstop, om opnieuw een collectie in elkaar te boksen, schiet de gedachte wel eens door mijn hoofd. Maar vijf minuten later ben ik het alweer vergeten.

In 1998 verkochten jullie het bedrijf voor 300 miljoen dollar aan HdP (een holding deels gecontroleerd door Gianni Agnelli), nu is het in handen van de Marzotto-groep (Marlboro Classics, Hugo Boss en Gianfranco Ferré). Was het niet moeilijk om uw onafhankelijkheid op te geven?

Neen, want er is niets veranderd. Ik ben untouchable.

Vanwaar dan de beslissing?

Het was een periode dat heel de modebusiness in de ban was van acquisities. Eenmaal je een imperium opgebouwd hebt, zijn er veel mensen nodig om het intact te houden. Je moet je met zoveel zaken bezighouden. Nu kan ik me volledig concentreren op het creatieve. Niet dat ik me ooit inliet met de zakelijke kant, maar er rust nu toch veel minder verantwoordelijkheid op mijn schouders.

Veel mensen werken hier al jaren. Zoals Mariella Ferrari, al vijfentwintig jaar uw secretaresse. Hecht u veel belang aan loyaliteit?

U bent goed geïnformeerd (lacht). Inderdaad, loyaliteit betekent alles voor mij. Het ligt nu eenmaal in mijn karakter. Ik word niet graag geconfronteerd met nieuwe gezichten. De tijd is gevlogen en we zijn samen oud geworden, maar op een bizarre manier beseffen we dat niet. Vreemd. Wij zijn als een familie.

Is het ook omdat u mensen wantrouwt?

Neen, maar ik voel me veiliger bij mensen die ik ken.

De kinderen van Carlos Souza (Valentino’s pr-man) en zijn ex-vrouw Charlene Shorto de Ganay (Valentino’s runner tijdens de modeshows) zijn uw erfgenamen. Vanwaar die keuze?

Ik ken Anthony en Sean al van in de wieg en zag hen opgroeien tot de adolescenten die ze nu zijn. Ze maken deel uit van de Valentino-familie. Zo gaat dat bij ons. We werken samen, reizen samen en gaan samen op vakantie. We hebben samen de Nijl afgevaren, een tocht gemaakt langs de Caraïben, de winterpaleizen van Rusland bezocht… Altijd in hetzelfde gezelschap van een kleine twintig mensen. Het is niet uit protectionisme, maar ik voel me nu eenmaal goed in het gezelschap van vrienden.

U wordt wel eens de sjeik of chic genoemd. U hebt een chalet in Gstaad, een appartement in Manhattan, villa’s in Rome en Londen en een kasteel nabij Parijs, een jacht op de Middellandse Zee en vijftig man personeel in dienst om uw bezittingen te onderhouden. Kunt u zich nog een leven inbeelden zonder luxe?

Iedereen die een beetje slim is, kan iets maken van zijn leven. Je moet gewoon meegaan met de getijden. Als ik morgen niets meer heb, begin ik gewoon weer opnieuw. Ik heb een aardig leven. Inderdaad, met mooie huizen. Maar ik heb ervoor gewerkt. Ik heb nooit iets aan iemand gevraagd.

Er wordt vaak gezegd dat u uw succes te danken hebt aan het zakelijk instinct van Giancarlo Giammetti.

Ja, hij heeft er al die jaren voor gezorgd dat ik zorgeloos kon ontwerpen. Hij gaf me de vrijheid in mijn creëren. Ik ben het totale tegengestelde van een zakenman. Business is Chinees voor mij. Zonder hem had ik nooit zover gestaan.

Was het soms niet moeilijk, de vermenging van privé en professioneel? (Giammetti en Valentino zouden de eerste twaalf jaar minnaars zijn geweest, maar arriveerden altijd afzonderlijk op feestjes, in het gezelschap van een vrouw.)

Neen, dat gaf nooit problemen. Natuurlijk hebben we wel eens met deuren gesmeten, maar altijd in wederzijds vertrouwen.

Uw ouders hebben een belangrijke rol gespeeld in uw carrière. Toen u zeventien was, gaven ze u geld om mode te studeren in Parijs.

Ja, dat was in die tijd hoogst uitzonderlijk. Mijn ouders waren provinciemensen met een open geest. En ze hebben altijd in mij geloofd. Ik heb hun vertrouwen nooit beschaamd. Helaas hebben ze mijn grote succes van de laatste twintig jaar nooit meegemaakt.

Toen u uw couturestudio opende, verhuisden ze van Voghera (nabij Milaan) naar Rome, om te helpen in de zaak. Uw moeder woonde bij u in tot ze stierf in 1977. Jullie hadden een nauwe band.

Absoluut. Elke middag ging ik naar huis om met haar te lunchen. Er was niets dat die traditie kon verstoren. No! No! No! (schudt zijn hoofd) Mijn familiegevoel is daarvoor te sterk.

Ontwerpers verwijzen vaak naar hun moeder als muze. Was dat bij u ook het geval?

Mijn moeder was een zeer eenvoudige vrouw, maar met smaak. Ik herinner nog goed hoe ze altijd tegen mijn vader zei: ik heb liever vijf mooie jurken per jaar, dan meer van een mindere kwaliteit. Toen ik Valentino werd, maakte ik speciaal voor haar jurken in alle mogelijke kleuren. Meestal pastels.

Uw moeder was wel erg wantrouwend. Zo zou ze een autopsie hebben laten uitvoeren toen ze uw flamingo’s dood aantrof in de tuin. Omdat ze vermoedens had dat iemand hen had vergiftigd.

Als jong meisje droomde mijn moeder ervan om dierenarts te worden, maar in die tijd was dat voor vrouwen niet de gewoonte. Haar liefde voor dieren heeft ze altijd behouden. Toen ze de dode flamingo’s vond, verdacht ze het personeel. Vandaar dat ze de flamingo’s in de diepvries stak en later een autopsie liet uitvoeren (lacht). Ach, mijn moeder hield veel van me, maar ze hield me altijd op een afstand. We kusten elkaar twee keer per jaar, in de zomer en net voor Kerstmis. Aan buitenstaanders liet ze niets merken, maar tegen mij zei ze altijd: wees voorzichtig, wees voor- zichtig!

Eigenlijk lijkt u erg op haar.

Inderdaad, ik hou afstand. Maar vraag gerust rond. Ik heb veel fouten en maar een paar kwaliteiten, maar één van mijn kwaliteiten is dat ik wel verwend ben maar geen snob: ik voel me niet te goed om met andere mensen te praten.

Uw vijf honden, Milton, Maude, Monty, Margot en Molly, zijn naar het schijnt ook erg verwend.

Ze zijn altijd bij mij. We komen samen aan op kantoor en ’s avonds vertrekken we ook samen. Ze ontbijten met me, ze reizen met me.

Zijn het broers en zussen?

Twee broers, twee zussen en de moeder.

Hebt u geen spijt dat u kinderloos bent gebleven?

Als ik heel eerlijk moet zijn: ja.

Is dat een recent besef of hebt u het altijd geweten?

Nu meer dan vroeger. Eigenlijk de laatste tien jaar. Maar ik ben zo’n moeilijke mens dat ik een vreselijke vader geweest zou zijn (zucht). Ik ben zo’n controle-freak. Tijdens mijn verblijven in het buitenland bel ik driemaal per dag naar hier om te vragen hoe het met mijn honden gaat. Kunt u zich inbeelden wat dat geweest moest zijn als ik kinderen had gehad? Tijdens mijn laatste verblijf in Amerika vroeg ik mijn secretaresse om de veearts te bellen. Hij moest twee keer per dag langskomen om het personeel te controleren dat voor mijn honden zorgt.

Veel mensen willen kinderen uit een utopie van onsterfelijkheid.

Ach, neen, het is vooral nu ik ouder ben. Omdat ze me zouden beschermen. Maar voor hetzelfde geld verlaten kinderen het ouderlijke huis op hun 21 en zie je ze nooit meer terug.

Compenseert uw werk het gemis?

U hebt geen idee. Ik hou zoveel van mijn job. Het is mijn manier om me uit te drukken, maar er zijn nog andere zaken dan mode die veel belangrijker zijn.

Maar u zult wel altijd blijven leven door uw creaties.

Absoluut. En daar zijn we nu volop aan het werken. Zo bestaan er plannen voor een Valentino-museum in Londen.

Geen spijt van iets?

Misschien wel. Ik lijd enorm als ik beelden zie van rampen en oorlogen. Vandaar mijn ongelooflijke bewondering voor vrijwilligers. Ik heb nooit gekund wat zij doen.

U schermt zich het liefst af van alle wereldellende. Er wordt zelfs gezegd dat uw personeel de kranten voor u moet verstoppen.

Ik lees wél af en toe kranten. Alleen nooit de stukken over mijn persoon. Ik sluit me inderdaad het liefst op in mijn eigen wereldje. Dat is misschien niet goed, maar het voordeel is wel dat ik erg goed op mezelf kan zijn.

U kunt niet tegen kritiek?

Neen, dat is het niet. Uiteindelijk heb ik toch een uitzonderlijke carrière achter de rug. Er zijn zelfs boeken over mij geschreven, televisieprogramma’s over mij gemaakt. Onlangs zat ik nog op de sofa bij Oprah Winfrey. Ik mag niet klagen.

Wie wel kritiek aan uw adres uitte, is Pierre Bergé, de zakelijke partner van Yves Saint Laurent. Hij zou in de sixties ooit gezegd hebben: ‘Valentino kleedt alleen hoeren en maîtresses.’ Vanwaar die vijandigheid? Uiteindelijk hebt u toch veel gemeenschappelijk?

Ik ben altijd goed bevriend geweest met Yves. Over mijnheer Bergé heb ik niets te zeggen, hij heeft Yves altijd afgeschermd van iedereen. Net zoals mijnheer Giammetti dat voor mij deed. Maar ik kan mijnheer Bergé niet verhinderen dergelijke zaken te zeggen over mij.

Is de modewereld niet veel harder dan vroeger?

Ik heb de tijd beleefd dat er alleen maar haute couture bestond. Toen waren er nog maar twee collecties per jaar te maken. Ik moest enkel slenteren tussen pascabines, koffietjes drinken met klanten en naar soirees gaan om mijn contacten te onderhouden. Met de komst van pret-à-porter is dat allemaal veranderd. Sindsdien is mode een grote business geworden. Wie had veertig jaar geleden kunnen denken dat vandaag een manager General Motors zou verlaten om in de modewereld te werken? En dat modeconcerns nu een groot deel vertegenwoordigen van het bruto nationaal inkomen, vooral in Italië?

Is dat een goede zaak? Sommigen zeggen dat de marketingjongens nu domineren en dat er vroeger meer plaats was voor creativiteit.

Ach, daar ben ik het niet mee eens. Met business bedoel ik enkel de verdeling. Na de prêt-à-porter volgden de licenties die modemerken over heel de wereld brachten (Valentino had in de tijd maar liefst vijftig licenties op zijn naam). Dat moest zo gebeuren.

U spreekt nu over de jaren zeventig, een periode van grote revolutie in het modelandschap. Volgens insiders staat ons een soortgelijke schokgolf te wachten. Wat denkt u?

Ik weet het niet. Blijkbaar vinden veel mensen het een goede zaak dat Karl Lagerfeld ontwerpt voor H&M. Maar wat willen ze nu? Dat alle grote namen niemendalletjes beginnen te verkopen voor veertig euro? Het verschil heeft altijd bestaan. Tussen een plastic lepel voor één euro, en daarnaast het equivalent in zilver met een hoger prijskaartje. De twee zaken zijn altijd verkocht. We kunnen ook geen mirakels verrichten. Als een bepaald kledingstuk zoveel kost, dan is het omdat we er zoveel in hebben gestoken en het niet na drie keer dragen uiteen zal vallen. De keuze is aan de vrouwen.

U bent een verwoede kunstverzamelaar, van Picasso tot Damien Hirst en Francis Bacon. Hebt u zelf ooit een schilderspoging onder-nomen?

Neen, ofschoon ik wel goed kan schetsen. Misschien komt dat ooit nog wel. Al denk ik het niet, ik heb niet voldoende geduld.

Maar u hebt al wel vaak geposeerd. Onder andere voor Andy Warhol.

Andy was een bijzonder goede vriend. En natuurlijk heb ik een aantal werken van hem in mijn bezit. Jammer genoeg heb ik ze te laat gekocht. Toen ik hem leerde kennen, kostte een werk van hem nog geen tienduizend dollar. Vandaag vragen ze één miljoen dollar. Ach, ik herinner het me nog goed. We hingen vaak rond in The Factory, en we sprongen in de verf en maakten het ene schilderij na het andere. Het was een fantastische tijd.

Het was ook een wilde tijd.

Inderdaad, de feestjes in de Studio 54 zal ik nooit vergeten. Maar ik heb altijd afstand gehouden. In heel mijn leven heb ik nooit één keer drugs gebruikt, zelfs geen joint. Geen druppel alcohol gedronken. Het was fantastisch om in de Studio 54 rond te hangen, we waren allemaal vrienden. Maar ik was daar niet om deel te nemen aan al die gekheden. Ik maakte geen deel uit van hun leven.

Plots wordt er op de deur geklopt. De ontwerper wordt verwacht in het atelier. Ik heb de toegestane tijd ruim overschreden, maar hij neemt afscheid met een warme handdruk en vraagt me hem zeker te komen begroeten tijdens de volgende modeweek. Ik beloof het, wie weet word ik ook nog opgenomen in de Valentino-familie, om samen met hen de winterpaleizen in Rusland te bezichtigen. n

Tekst Pascale Baelden

“In het begin was ze Mrs. Kennedy, later werd ze een goede vriendin. Ze heeft me ongelooflijk geïnspireerd.”

“Na de skivakantie of de zomerstop schiet de gedachte aan pensioen wel eens door mijn hoofd. Maar vijf minuten later ben ik het alweer vergeten.”

“Ach, mijn moeder hield veel van me, maar ze hield me altijd op een afstand. We kusten elkaar twee keer per jaar, in de zomer en net voor Kerstmis.”

“Ik ben zo’n moeilijke mens dat ik een vreselijke vader geweest zou zijn. Ik ben zo’n controlefreak.”

“De feestjes in de Studio 54 zal ik nooit vergeten. Maar ik heb altijd afstand gehouden. In heel mijn leven heb ik nooit één keer drugs gebruikt, zelfs geen joint.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content