Het Amerikaanse blad Time riep haar uit tot een van de 25 invloedrijkste mensen in de mode. Ook al is er altijd kritiek op haar orakels, trendvoorspeller Lidewij Edelkoort (54) ziet zonnige tijden komen. “Lijden is uit de mode.”

© Volkskrant magazine

L idewij Edelkoort belt, om na wekenlang geharrewar over een datum voor ons gesprek een uitweg uit de impasse te vinden. “Het lijkt misschien of ik hard to get ben, maar ik heb een crazy jaar, hectischer dan ooit tevoren. Ik heb het gevoel dat ik meerdere levens naast elkaar leef”, zegt de trendvoorspeller, kleurontwerper, uitgever, curator en voorzitter van het college van bestuur van de Eindhovense Design Academy.

Het aanvankelijke idee was om de globetrottende Li Edelkoort in een leuke uithoek op aarde te interviewen. “Je moet langskomen in Normandië, daar is het fantastisch”, zei ze. Daar heeft ze, samen met haar partner, grafisch ontwerper Anthon Beeke, een fraai vakantiehuis ; een oude burgemeesterswoning met uitzicht op zee, waar Claude Monet nog gelogeerd en geschilderd schijnt te hebben. Die afspraak in Normandië gaat op het laatste moment niet door.

Een ander idee is om haar in Milaan te spreken, waar ze met de Design Academy een presentatie geeft tijdens de internationale meubelbeurs. Maar omdat ze de hele dag gevolgd wordt door een buitenlandse televisieploeg, en haar agenda sowieso bomvol zit, blijkt een echt interview niet te lukken. De voortdurende drukte van haar schema is Edelkoort niet af te zien. In de Italiaanse hectiek straalt ze zelfs rust uit, als ze doodkalm een dubbele espresso met een lepel nuttigt. Ze is, als altijd, gekleed in een ruisend gewaad. “Ik ben ooit eens een tas met al mijn favoriete kleren kwijtgeraakt”, vertelt ze later. “Toen dacht ik : misschien moet ik maar ophouden met kleren kopen en elke dag hetzelfde uniform kiezen, maar dat gaat me toch nog net iets te ver. Ik hou te veel van kleren, nieuwe materialen, nieuwe stoffen.”

“Ik draag wel al jaren hetzelfde vormeloze silhouet. Toen de Japanse ontwerpers dat in de jaren tachtig introduceerden, dacht ik : klaar ! Ik heb nooit meer iets anders gedragen. Het verhult goed mijn wulpse vormen. Bovendien, als ik gewone kleren draag, zie ik er ontzettend raar uit, ik krijg er een ouderwets, burgerlijk hoofd van.”

Waar de reislustige Edelkoort verder onlangs nog was : ze sprak op een conferentie in Zuid-Afrika, was op werksafari in Afrika, bij klanten in Los Angeles, in Italië (“waar zich in de mode een economische ramp voltrekt”) en met de Design Academy in India en New York. Edelkoort woont meestal in Parijs, maar heeft, naast haar huis in Normandië, ook een kantoor en pied-à-terre in New York en huizen in Amsterdam en Eindhoven. Daar, in Eindhoven, zitten we uiteindelijk op haar balkon, met uitzicht op een park. “Grappig”, zegt Edelkoort. “Mijn uitzicht is altijd gelijk : in Amsterdam kijk ik uit over de Hortus, in Parijs over een binnentuin, vanuit mijn Parijse kantoor zie ik de tuin van de buren, in Normandië heb ik een grote tuin. En in Los Angeles logeer ik altijd in een bungalow in de tuin van Chateau Marmont. Dat is mijn manier van het ritualiseren en normaliseren van het leven. Ik heb rust gevonden in het hectische. Ik kan ook goed mediteren. Zet mij vijf minuten in een taxi en ik sluit me totaal af. Ik denk dat ik dat vroeger in de kerk heb geleerd.”

Intimiderend

Er hangt weliswaar een haast intimiderend aura van onaantastbaarheid om Li Edelkoort heen, maar als je haar eenmaal spreekt, is er weinig afstand te bespeuren. Vroeger spraken we elkaar soms in Parijs, als we bij de modeshows van Comme des Garçons of Viktor & Rolf toevallig naast elkaar zaten. Daar, in afwachting van de show, vertelde ze over het eeuwige financiële geworstel met haar tijdschrift View on Colour en het plezier waarmee ze haar bloementijdschrift Bloom maakte. En over de recente dood van haar moeder, die haar veel meer aangreep dan ze zelf ooit had verwacht.

En over de zware tijden voor haar trendforecastingbureau, want voor bezuinigende opdrachtgevers was de post voorspellingen en externe brainstormhulp gemakkelijk geschrapt. “Totdat er zoveel mensen zijn wegbezuinigd dat er binnen het bedrijf geen ideeën meer worden gegenereerd. Dan bellen ze ons weer. Mijn bedrijfstak kruipt dus ook altijd als de eerste uit de economische crisis.”

Edelkoort komt uit Wageningen. “Mijn ouders waren verlichte mensen. Ze organiseerden discussiesalons voor studenten ; praten over de grote vragen van het leven. Aan de eettafel werd elke dag uit de bijbel gelezen.”

Vader Edelkoort was chemicus, moeder was de modeliefhebber van het gezin. “Ze was een vrouw met smaak. Ze hield ontzettend van mooie kleren, van kleur. Ze liet haar kleren maken bij een naaister, ze kon eruitzien als een Jacky Kennedy-achtige verschijning.”

De jonge Lidewij kreeg moeders afgedankte kleren. “Traumatisch. Ik zag er totaal anders uit dan anderen, wat wel het laatste is wat je als kind wilt. Schoolvriendinnen liepen in plastic petticoats, en ik droeg van die rechte katoenen jurken in oerdegelijke Ploegstoffen. Geen wonder dat ik op feestjes een muurbloem was.”

Dat Lidewij mode ging studeren aan de Arnhemse kunstacademie vond moeder mooi, maar ze was wel teleurgesteld toen dochter voor styling en trendvoorspelling koos. “Moeder had het liefst gezien dat ik de nieuwe Coco Chanel was geworden. Ze was absoluut niet scheutig met complimenten, en des te gretiger met het leveren van kritiek.”

Maar ze kocht uiteindelijk wel een Nissan Micra, de Auto van het Jaar 1992, waarvan het speelgoedachtige ontwerp uit de koker van Li kwam. “Ik zag dat, na al die jaren, toch als een verborgen compliment.”

Lidewij ging op haar 21ste in Amsterdam werken als mode-coördinator bij de Bijenkorf. “Dat was meteen de leukste baan van Nederland”, en dus voelde ze vier jaar later de drang om te vertrekken, met achterlating van haar toenmalige vriend, kunstenaar Willem van Malsen.

Ze vestigde zich in Parijs als trendvoorspeller. “Daarin heb ik mijn eigen vocabulaire ontwikkeld, met audiovisuele presentaties. Het was een niet-bestaand beroep.” Ze maakte kleurkaarten en trendprognoses voor grote bedrijven, ze voorspelde de teddyberenrage en de toenemende populariteit van tuinieren. Ze boog zich over Siemens-telefoons en schoenen van Camper, verzon voor Gucci de parfumnaam Rush en levert nog steeds haar kleuradviezen aan de Amerikaanse textielgigant GAP, aan Swarovski, Estée Lauder en Braun.

Entertainment

Het is een lastig definieerbare expertise waarmee ze wereldberoemd werd. Het Amerikaanse blad Time riep haar niet lang geleden uit tot een van de 25 invloedrijkste mensen in de mode. Maar in Nederland wordt Edelkoort nog wel eens weggehoond, zoals ook haar bezigheden als curator van gelegenheidstentoonstellingen steevast kritisch worden bekeken.

Met haar ervaring in de wereld van commercie en marketing zou haar handschrift te gelikt, te mooi, te afgerond zijn, zoals Edelkoort naar aanleiding van haar tentoonstelling Armour in Fort Asperen in 2003 werd verweten. “Natuurlijk kun je zeggen dat mijn handschrift perfectionistisch is”, zegt Edelkoort. “Het zit in mijn sterrenbeeld : dubbele maagd. Alles, van de ontvangst tot de catering, moet kloppen. Je krijgt per definitie iets ‘ à la Li’. Voor iets rafeligs moet je niet bij mij zijn. Er zijn ook mensen die dat juist waarderen. Mensen vinden het vaak fijn om door mijn bril te kijken.”

Edelkoort is beroemd van haar seminaries, waar vooral vertegenwoordigers uit de mode- en textielindustrie tegen 230 euro middels een geoliede beeldpresentatie met toelichting van Li zelf trendvoorspellingen krijgen aangereikt. De winter van 2006-07 wordt een nogal barokke tijd, met een hernieuwde interesse voor mooi gemaakte kledingstukken, tweed, rokken en jurken over broeken en niet al te felle kleuren.

Volgt het voltallige publiek haar tips ook op ? Edelkoort : “Niet letterlijk, denk ik. Ik geef ze een idee, en misschien komen ze ook omdat ze mij als entertainment zien.”

Schoolmeesterig

Voordat ze op een snikhete dag in juni haar Amsterdamse gehoor van zo’n driehonderd bezoekers inspiratie biedt, houdt Edelkoort een pleidooi voor economische herbezinning. Er dreigt volgens haar groot gevaar : China. Westerse kledingproducenten wijken massaal uit naar het spotgoedkope China, en duperen daarbij landen als Turkije, Portugal en Mexico, die tot nu toe de goedkope kleding maakten. En in Italië, vanouds een grote textielproducent, wordt almaar minder gemaakt.

“Ik ben in Italië echt geschrokken. Alle expertise verdwijnt. Realiseren opdrachtgevers wel wat dat betekent ? De technische knowhow wordt onder onze reet weggetrokken. Over tien jaar weet niemand meer hoe je een stevige stof van drie lagen met een motief moet weven. Alle kennis is dan weg.”

Edelkoort heeft in Nederland een T-shirt te koop gezien voor 1,50 euro. “Dat is minder dan een croissant”, zegt ze. “Kleding is dus fastfashion geworden, wegsmijtspul, nog goedkoper dan fastfood. Dat kan logischerwijs helemaal niet, dat kleding voor die prijs wordt bedacht, gemaakt, verpakt, verscheept en verhandeld. We sponsoren slavernij en raken onze kennis kwijt. Wat kunnen wij in Europa straks nog ? Met alleen zorg- en kennisindustrie en creativiteit kun je geen heel continent draaiend houden.”

“Ik zou willen dat daarover snel een wereldconferentie komt, want er zit iets grondig mis. We moeten de koek opnieuw verdelen en ook ruimte scheppen voor kleinschalige industrie, lokale productie, zelfs in Nederland, want hoeveel karakterloze eenheidsworst van elkaar opslokkende multinationals kan een mens verdragen ? Ik kom misschien een beetje schoolmeesterig over. Dat zit in mijn genen. Mijn grootvader was hoofd van een kweekschool ; ik kom uit een onderwijzersnest.”

Edelkoort zou “voor geen goud” de politiek in willen, maar haar handen jeuken wel eens om zich met het Nederlandse beleid te bemoeien. “Dingen als : waarom bouwen we overal in Nederland langs de snelweg ? Omdat alle bedrijven even bereikbaar willen zijn, maar het effect is wel dat we de horizon niet meer kunnen zien, en dan krijgen we het gevoel dat Nederland helemaal vol en vast zit. De horizon niet kunnen zien is zoiets als de toekomst niet kunnen zien. Dus laten we eens ergens anders bouwen.”

“En laten we eens naar de strafmaat in Nederland kijken, want niet alleen Marokkanen snappen daar niks van, niemand snapt waarom je voor fraude langer de cel in gaat dan voor moord. En waarom hebben we in Hilversum nog al die archaïsche omroepen terwijl de verzuiling allang achter ons ligt ? Dat bedoel ik met de herbezinning waar we aan toe zijn.”

Marketingterreur

Edelkoort maakt, met haar Parijse bureau en met partner Beeke, al jaren het voorspellingstijdschrift View on Colour, maar in het nieuwste nummer kondigt ze een sabbatical aan, hoewel het in het voorwoord veeleer leest als een afscheid. Ze heeft het idee dat View “gegijzeld wordt door de vleesetende marketingterreur die de wereld opvreet”, en ze is “de almaar groeiende flauwekul moe”. Dat klinkt gek uit de mond van iemand die al decennialang het grootkapitaal adviseert, en nu nog steeds de multinationals voorziet van ideeën voor nieuwe shampoos, parfums, telefoons en schoenen.

Edelkoort : “Je vond het een somber voorwoord ? Ik niet ; ik was het zat om te lijden. Het maken van View on Colour was een lijdensweg, juist omdat het blad onafhankelijk van de commercie is. Er staan geen advertenties in, juist omdat ik vrij wilde kunnen zijn. Als ik zin had om, voor het huidige seizoen, te schrijven dat we walgen van mode, dan vind ik dat ik dat ook moet schrijven. Ik denk echt dat we de komende tijd dat gevoel hebben. Dat we consumptie zat zijn.”

“Mijn volgende stap was om te zeggen : lijden is uit, dus een blad als View kan ook wel even met een sabbatical. Ik heb gewoon geen zin in gedoe en geworstel, en dat is een ontzettend positieve boodschap.”

“Ik ben helemaal niet somber over de toekomst, ik denk dat we vanaf volgend jaar een ontzettend positieve tijd ingaan. Ik zie dat aan alles. Als je het kleurengamma ziet dat over twee jaar gaat spelen… heel licht, fris en optimistisch. Dat verzin ik niet, dat hangt in de lucht, zoals je ook de somberheid de afgelopen jaren in de kleurprognoses aan zag komen.”

Edelkoort is “bijna euforisch” over de jaren die gaan komen. “De kleurkaart die ik maak voor 2007 wordt de allermooiste kaart die ik ooit gemaakt heb.”

Girl power

Als bestuursvoorzitter van de Eindhovense Design Academy, onlangs in The New YorkTimes nog “de beste designopleiding op aarde” genoemd, ziet ze van dichtbij wat in design aan het veranderen is. “Je ziet uitersten bij elkaar komen, en tot iets echt nieuws samensmelten. Decoratief en nihilistisch omhelzen elkaar. Etnisch en technologisch.”

Bij de lichting studenten die net afgestudeerd zijn, ontdekte ze een groep meiden die technologische uitvindingen deden : “Printers, afstandsbedieningen… ik heb nooit eerder zo’n golf van girl power gezien. Er komt een generatie enorm goeie ontwerpers aan.”

Laatst zag ze de film Cleopatra op tv. “Die majestueuze uitstraling van het decor, het grootschalige decoratieve… Volgens mij gaan we zo’n periode in, als ontwerp tenminste echt een nieuwe stap kan maken. Nederlands ontwerp is goed, maar moet nu de sprong maken naar grootser, glimmender, universeler. Dat gebeurt maar eens in de zoveel jaar in design. In de jaren twintig had je art deco, in de jaren tachtig Memphis, en ik denk dat we nu ook een nieuwe periode ingaan.”

Eerder dit jaar was Edelkoort in beeld als directeur van Centraal Museum Utrecht. “Ik heb de laatste tijd zoveel plezier in het samenstellen van tentoonstellingen dat ik dacht dat het goed zou zijn om een museum te runnen. Maar ik zag het in Utrecht toch niet zitten, ik vond het een moeilijk museum. Ik ben ook niet van nature zo’n geweldige bestuurder. Bovendien vond ik dat ik op de academie in Eindhoven nog niet klaar was : daar zijn we nog een paar jaar bezig om de school te versterken en te verstevigen, nauwer samen te werken met de provincie en andere instituten.”

Ze werkt officieel maar een week per maand aan de Academie (“maar het kost meer tijd”) en is niet de enige voorzitter ; ze doet de baan samen met Liesbeth van ’t Hout met wie ze ook haar Eindhovense pied-à-terre deelt. “Liesbeth is veel praktischer dan ik”, zegt Edelkoort. Ze noemt een voorbeeld : laatst waren ze samen bij een verkoopevenement van Heartwear, alweer een project van Edelkoort. Heartwear maakt op een Max Havelaar-achtige manier in derdewereldlanden mode en verkoopt die in het Westen. “Ik kan heel goed vertellen wat zo’n project is en waarom het moet bestaan, maar Liesbeth gooit een pareo van Heartwear om en verkoopt er zo een paar. Die praktische, meer toegepaste neus, die heb ik niet. Ik ben toch vooral goed in het verkopen van lucht.”

Dorpsgekje

Die handel in lucht levert haar ook steevast stapels kritiek op : de naam Edelkoort is, als je de artikelen over haar erop na leest, synoniem voor georakel, gezwets, sterrenwichelarij, self-fulfilling prophecy en flauwekul. “Dat hoort erbij”, zegt Edelkoort berustend. “Ik weet dat er zo tegen trendvoorspelling aangekeken wordt. Maar ik weet beter, en moet ik daarom mijn mond houden ? Wat ik zie, kan ik niet inslikken.

“En ik heb bewust een vrij dramatiserende manier van spreken. Ik ben toch een soort cartoon in woord en gebaar, ik mag de dingen graag wat overdrijven om de boodschap helder te maken. Ik schaam me er niet voor, om te zeggen dat de wereld een wortel is, of dat we in de revival van de appel zitten. Natuurlijk zeggen sommige mensen : daar heb je Li weer. Ik accepteer dat maar, dat ik soms het mondiale dorpsgekje ben.”

Copyright Volkskrant Magazine. Tekst Gert Jonkers I Foto Philippe Munda

“Kleding is fastfashion geworden, wegsmijtspul, nog goedkoper dan fastfood. Dat kan helemaal niet, dat kleding voor die prijs wordt bedacht, gemaakt, verpakt, verscheept en verhandeld.”

“Het zit in mijn sterrenbeeld : dubbele maagd. Alles, van de ontvangst tot de catering, moet kloppen. Je krijgt per definitie iets ‘à la Li’. Voor iets rafeligs moet je niet bij mij zijn.”

“Ik ben helemaal niet somber over de toekomst, ik denk dat we vanaf volgend jaar een ontzettend positieve tijd ingaan. Dat verzin ik niet, dat hangt in de lucht.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content