Oktober 1989. Vlaanderen maakt via het BRT-programma Ommekaar kennis met The Foundation, een vereniging die aids-patiënten een buddy aanbiedt : een vrijwilliger die hen een hart onder de riem steekt. Aids is dan nog een onbehandelbare ziekte, die vaak tot de dood en familiale en sociale drama’s leidt. De reportage bevat een baanbrekende getuigenis van Patrick Reyntiens en Roger, de oudere buddy die hem dan al twee jaar ondersteunt. Hij zal de jonge Antwerpenaar in totaal elf jaar begeleiden, tot Patrick weer op eigen benen staat.

Diagnose aids

“Ik was in juni ’85 naar mijn huisarts gestapt met vage klachten”, zegt Patrick (48), die nu zelf jonge hiv-patiënten begeleidt bij Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid. “Er was duidelijk iets mis met mijn weerstand, maar niets hielp. In oktober van dat jaar bevestigde het Instituut voor Tropische Geneeskunde in Antwerpen mijn vrees : ik was geen volledige aidspatiënt. Een verwarrende diagnose, maar het onderzoek stond nog in de kinderschoenen. Over seropositief zijn en leven met hiv werd niet gesproken : alles was aids.”

In een oogwenk stond het leven van de jonge Antwerpenaar op zijn kop. “Ik was twintig en een uitgaanstype, en plotseling moest ik over mijn dood nadenken. Van medicatie was nog geen sprake, en rond me zag ik de ravage die de ziekte aanrichtte. Haast wekelijks overleed er wel een vriend of kennis uit het homomilieu.”

Nadien volgden een lange lijdensweg van doktersconsultaties, infecties en opnames in het ziekenhuis. Geen enkele behandeling of Patrick testte ze wel uit, met alle bijwerkingen en teleurstellingen van dien. “Het ergst was het sociale en emotionele isolement waar ik in belandde. Ik kom uit een grote en warme familie die me goed opving, maar die had zelf veel vragen. Mijn ouders, broer, zussen en vrienden wilde ik mijn angst, woede en frustratie besparen, en een vangnet voor hiv- en aids-patiënten ontbrak. Therapiecounselors, sociaal verpleegkundigen, psychologen, hiv-cafés : dat moest allemaal nog opgebouwd worden. Ik miste een vertrouwenspersoon bij wie ik ongeremd mijn hart kon luchten. Iemand die begreep wat ik doormaakte, maar die ook afstand kon houden en rust brengen in de chaos.” Toen zijn werkgever ontdekte wat er aan de hand was en hem op straat zette, stapte Patrick naar The Foundation.

Tot het einde

Roger was destijds architect en, na de werkuren, vrijwilliger bij Tele-Onthaal. Eind ’87 behoorde hij tot de eerste mensen die zich bij The Foundation aanboden voor een buddy-opleiding. Een vorm van hulpverlening en solidariteit die later ook opgestart werd voor andere aandoeningen, maar toen een nieuwigheid was.

“Dankzij Tele-Onthaal had ik ervaring met het luisteren naar mensen en het bespreekbaar maken van hun problemen”, zegt Roger. “Aids kende ik vooral van de vreselijke tv-beelden. Ik begreep wel dat er een grote nood was aan opvang en begeleiding. Vergeet niet dat een hiv-diagnose in die tijd neerkwam op een doodsvonnis. Het stigma was enorm. Zelfs verplegers reageerden vaak onhandig. Om daar als jongeman mee geconfronteerd te worden en zoiets in stilte te moeten verwerken, dat leek me verschrikkelijk.”

Aan de ontmoeting met Patrick gingen verkennende gesprekken met The Foundation vooraf, en een opleiding over de medische en psychosociale aspecten van aids. “Ik herinner me dat ik een contract ondertekende, maar geen echte taakomschrijving. Ik heb het werk al doende geleerd, samen met een cobuddy. Het hielp dat Patrick eveneens uit Klein-Brabant komt : dat creëerde een band.”

Zich ten dienste stellen van een medemens, niet alleen met materiële dingen bezig zijn : het waren ook voor Roger sterke drijfveren. “Zeker als alleenstaande vond ik daar voor een stuk zingeving in. Bovendien geeft een vrijwilliger niet alleen maar, je krijgt ook veel terug op menselijk vlak. Gelukkig evolueerde het contact met Patrick nooit naar stervensbegeleiding.” Ook dat zou Roger echter gedaan hebben : “Mijn engagement was geen lichtzinnige beslissing. Indien nodig zou ik tot het einde gegaan zijn.”

Jong en veerkrachtig

De wekelijkse gesprekken, wandelingen, festivalbezoeken en andere uitstappen doofden pas uit in ’99. Een logische evolutie, benadrukt Roger. “We hebben heel wat leuke dingen gedaan in al die jaren, ook met onze ouders erbij. Patrick vierde ooit Nieuwjaar bij me thuis. Alleen was het rond die tijd wel duidelijk dat hij het zonder mij kon stellen. Mede dankzij nieuwe combinatietherapieën durfde hij opnieuw toekomstplannen te maken en van het leven te genieten. Daar was ik alleen maar blij om. Achteraf bekeken speelde het zeker een rol dat hij nog jong en veerkrachtig was. De veer moest gewoon opgewonden worden.”

Anno 2012 worden hiv-patiënten nog gemiddeld zes maanden begeleid. Daarnaast organiseert Sensoa weekends en andere momenten waarop lotgenoten ervaringen kunnen uitwisselen. “Die voorzieningen blijven nodig”, zegt Patrick. “Hiv en aids zijn onzichtbaar geworden, maar de psychosociale impact blijft groot. Niet iedereen vindt steun in zijn eigen omgeving. Contacten met bond- en lotgenoten kunnen mensen helpen om hun leven weer in handen te nemen en hun zelfredzaamheid terug te vinden. Precies wat Roger ook voor mij gedaan heeft.”

Info : www.sensoa.be, www.levenmethiv.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content