Piet Swimberghe

De constructie is van hout en op het dak groeien planten. Een ongewoon huis dat lijkt te zweven boven het Leuvense heuvelland.

PIET SWIMBERGHE FOTO’S :WILLEM VANDENKERCKHOVE

Een huis genesteld op een heuvelrug midden in het bos. De straat ligt vijf meter dieper in de oude bedding van een beek. Voor een bouwmeester een gedroomde inplanting. Het architectenduo Damiaan Vanhoutte en Benny Govaert ging niet over één nacht ijs. Zowel over de vormgeving als over de ligging werd grondig nagedacht en dat merk je meteen als je door de straat rijdt. De andere huizen houden nauwelijks rekening met het reliëf. Ze werden gebouwd op een plat vlak, uitgesneden in de heuvelrug. Dat is niet alleen esthetisch een tegenvaller, maar zorgt ook voor inconveniënten. De heuvels in de buurt van Leuven zijn namelijk vochtig door de leemgrond. Wie zich ingraaft, haalt die nattigheid in huis.

Maar deze woning troont, bijna als een schip, hoog en droog boven het landschap. Ook van binnen heeft het huis iets van een drijvende schuit. Het concept en de afwerking versterken dat gevoel. De metalen toegangstrap en het terras aan de voorzijde met plankenvloer en metalen leuning, doen sterk denken aan een scheepsdek. De voordeur is bovendien diepblauw van kleur. Maar ook het concept zelf van het huis is een knipoog naar de scheepsbouw : buiten de twee betonnen muren die uit de gevel springen en waarop alles rust, is het huis helemaal van hout. Alleen aan de geluiden al, hoor je binnen dat het om een houten structuur gaat. De vloer en het dak rusten op balken en ook de binnen- en buitenmuren zijn van hout. Maar ondanks de lichte constructie maakt het huis een zeer robuuste indruk.

Dat er voor hout gekozen werd, was een uitgesproken wens van de bewoners die altijd al een houten woning betrokken. Hout zorgt voor een gezellige sfeer en is erg warm, vinden ze. Bovendien isoleert het goed en drukt het materiaal de kostprijs.

Ook buiten werd flink wat hout verwerkt. Bijna alle gevels zijn bekleed met ceder. Deze edele houtsoort behoeft geen afwerkingslaag en wordt na verloop van tijd mooi grijs. De kleur past perfect bij het betonnen onderstel. Zo werd ook de garagepoort op een elegante manier verwerkt in de voorgevel.

Het interieur is erg logisch van opbouw. De architecten kozen voor een zuiver functionele aanpak. Zo is de hal een draaischijf tussen de leefruimte aan de straatzijde en een gesloten zone waarin een vestiaire, een bureau en het toilet. De open leefruimte loopt achteraan over in de keuken. Daarachter verschuilt zich een tweede terras net een binnentuintje met uitzicht op het bos. Beide terrassen, voor en achter, worden veel gebruikt. In de zomer wordt er ’s morgens aan de boskant ontbeten en kunnen de bewoners ’s avonds aan de straatzijde genieten van de ondergaande zon.

Recht tegenover de hal vinden we het nachtgedeelte met de slaapkamers en de sanitaire cel. Alle woonfuncties situeren zich op één niveau, maar onder de ?woondoos” steekt wel een wijnkelder. Aan de voorkant, onder de sokkel, is er ook een opslagplaats voor brandhout. Het huis wordt immers grotendeels verwarmd met de houtkachel van de zitkamer. Deze ruime kamer telt vier zones : de rusthoek bij de haard, de eethoek naast de keuken, de leeshoek naast de bibliotheekkast en de ontspanningshoek waar de televisie staat.

Deze ruimte is vrij groot, maar blijft gezellig doordat ze op mensenmaat is ontworpen. Als basiseenheid voor het hele huis kozen de architecten 2,25 meter, de lengte van een volwassen man met gestrekte arm. Deze maat vind je zelfs terug in de breedte van de ramen.

Het aparte dak zorgt voor een degelijke isolatie. Op de vrij zware houten constructie rust namelijk een rubberen dak. Om te verhinderden dat dit materiaal door de zon wordt aangetast, werden verschillende beschermingslagen aangebracht. Eerst een vijf centimeter dikke laag kleikorrels, waarop een vlies van kunststof. Daarbovenop ligt aarde waarin vetplantjes groeien. Zodoende vraagt de gehele buitenbekleding van het huis geen onderhoud. Dat geldt zowel voor het dak, de cederhouten wanden als voor de aluminium vensters.

De toegang is sober en tegelijk monumentaal. De trap herneemt de helling van de heuvel. De garage gaat helemaal op in de gevel.

De opbouw is een ode aan Le Corbusier : het woonhuis, ruim vijf meter boven het straatniveau, lijkt te zweven.

De blauwe toegangsdeur met de metalen trap : veel details verwijzen naar de scheepsbouw.

Een grote zitkamer, maar op mensenmaat gemaakt. Overal werd de eenheid van 2,25 meter gehanteerd, ook in de breedte van de ramen.

Hoewel het huis er robuust uitziet, is het licht van constructie. De houten woondoos rust op twee betonnen muren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content