In afwachting van een grote museale tentoonstelling rond de vorige zomer overleden Belgische schilder Paul Delvaux hebben enkele galeries de voorbije maanden al kleinere initiatieven genomen. De Brusselse galerie Christine en Isy Brachot brengt met Hommage aan Paul Delvaux momenteel een interessant voorsmaakje van wat zo’n uitgebreide retrospektieve zou kunnen worden. Brachot toont over twee verdiepingen schilderijen, akwarellen, schetsen en tekeningen plus een selektie van 27 originele prenten die de periode tussen 1927 en 1975 omvatten.

Met het overlijden op 96-jarige leeftijd van Paul Delvaux verdween de laatste vertegenwoordiger van het internationaal gerenommeerde Belgische surrealisme. Maar Delvaux had met het surrealisme van Magritte en co. weinig gemeen : zijn werk was een magische, enigmatische mengeling van eros en thanatos, van droom en verleden.

Paul Delvaux, in 1897 in Antheit bij Hoei geboren, heeft altijd een onbestaande wereld geschilderd. Het was een wereld waarin de saaie, dagelijkse realiteit afgereageerd kon worden : de tema’s van Delvaux sloten perfekt aan op de onderbewuste angsten, wensen en verlangens van de moderne mens, die in de twintigste eeuw een psychische wereld begon te ontdekken die veel verder ging dan de strijd om het naakte, primaire bestaan. Delvaux schilderde de natte droom van de kleine burger, een generatie die halverwege deze eeuw in volle opmars was. Maar hij deed dat zo beschaafd en zo subtiel-verhullend dat diezelfde burger hem in het hart sloot. Delvaux is er nooit slecht bij gevaren : hij is, samen met Magritte, één van de weinige vaste Belgische waarden op de internationale kunstmarkt.

Delvaux werkte aanvankelijk in het spoor van de post-impressionisten en nadien van de expressionisten. Maar in de jaren dertig gebeurden enkele dingen die hem en zijn werk fundamenteel zouden beïnvloeden. Rond 1930 bezocht hij het “Spitzner-Museum”, een attraktie op de Brusselse kermis waar allerlei angstaanjagende figuren en geraamtes getoond worden, in een pseudo-wetenschappelijke sfeer van sensatie. Enkele jaren later leerde hij het werk van René Magritte kennen, dat hem in artistieke verwarring bracht. Dat was nog méér het geval toen hij het werk van Giorgio de Chirico zag, waarbij vooral diens verlaten geschilderde gebouwen en stadspleinen hem troffen. Die invloeden brachten Delvaux tot een heel eigen vorm van metafysische en surrealistische schilderkunst, gebaseerd op de droom.

De tentoonstelling bij Brachot is interessant omdat er veel studietekeningen en akwarellen te zien zijn van beroemde schilderijen als “Le Musée Spitzner”, “Penelope” of “Paysage antique”, maar ook minder bekende landschappen uit Veurne en Middelkerke. De meeste getoonde werken komen uit privé-verzamelingen. Het commerciële aspekt van het hele opzet wordt ingevuld op de tweede verdieping, waar litografieën en seriegrafieën te koop worden aangeboden onder meer een reeks gravures rond het verhaal “Het Land der Spiegels” dat in ’48 door Claude Spaak geschreven werd.

Over de vraag of Delvaux al dan niet een surrealist was, is al veel gezegd en geschreven. Feit is dat hij nooit lid is geworden van de beweging, maar anderzijds graag deelnam aan hun groepstentoonstellingen. Zelf zei hij ooit : “Wat me er dichterbij brengt, is de poëzie. Wat me ervan wegdrijft, is de teorie. “

“Hommage aan Paul Delvaux” in Galerij Christine en Isy Brachot, Villa Hermosastraat 8 in Brussel (achter het Paleis voor Schone Kunsten), tot 31 maart. Info : (02) 512.14.16.

“Veurne”, een akwarel uit 1933 : dat Delvaux ook landschappen schilderde is minder bekend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content