Het kind in de dertiger wordt verwend. Op cd herontdekken ze de liedjes die moeder ooit zong en in het theater laten ‘Wim Opbrouck & Maandacht’ met een parade van tv-tunes de soundtrack van hun jeugd weerklinken.

:: In december verschijnt een ‘limited edition’ van ‘Kapitein Winokio

zag een beer : een ode aan het kinderlied’ (mét de single ‘De tafels’)

bij Haiku Records (meer info : www.haikurecords.com)

:: Voor de speeldata van ‘TV-tunes K.N.T. ‘ door Wim

Opbrouck & Maandacht, zie : www.maandacht.be/tvtunes-knt

Net nu je dacht dat in geen enkele huiskamer nog unisono Toen onze mops een mopsje was of En den boom staat op den berg wordt aangeheven, bespringen de kinderliedjes van vervlogen tijden ons weer van alle kanten. Hoe komt het toch dat dit deel van ons erfgoed out of the blue massaal opgerakeld wordt ? Winok Seresia, muzikant bij Wawa Dada Kwa en Belgian Afrobeat Association, initiatiefnemer van de enkele maanden verschenen cd Kapitein Winokio zag een beer : een ode aan het kinderlied en bijgevolg een van de grote aanstokers, heeft er een eigen theorietje over. “Een revival ontstaat telkens wanneer mensen de muziek herontdekken waarmee ze zijn grootgebracht. Mijn moeder zong die traditionals vaak, en ook in de klas en op kamp kon ik er niet aan ontsnappen. Toen ik vaststelde dat die liedjes bijna verdwenen waren, voelde ik me verplicht er iets mee te doen. Had ik die stap niet gedaan, dan zou iemand anders op het idee zijn gekomen. Het zou sowieso ooit weer komen bovendrijven – dat is mijn overtuiging.”

Nostalgie was ook de drijfveer van Wim Opbrouck en zijn maatje Ron Reuman (vooral bekend als drummer van en brein achter The Fundamentals) om de theaterproductie TV-tunes K.N.T. in elkaar te steken, die de periode van Kapitein Zeppos tot Theo & Thea bestrijkt. “Wim en ik zijn allebei in de jaren zeventig opgegroeid”, vertelt Reuman. “Op een nostalgische avond speelden we een tv-tune van toen. Van het ene thema kwamen we op het andere, we waren nog amper te stoppen. Daarbij kwamen de herinneringen vanzelf opborrelen. Ik had al snel opnieuw de geur in mijn neus van de gewassen haren waarmee we voor bedtijd nog even tv mochten kijken, terwijl Wim terugdacht aan de woensdagmiddagen waarop hij zich, na het zwemmen, steevast voor de buis nestelde. Wanneer we nu TV-tunes K.N.T. brengen, komt het kind in de generatiegenoten die in de zaal zitten automatisch weer boven. Als ze het liedje van Fabeltjeskrant horen, beginnen ze spontaan mee te zingen. Dat was ook onze bedoeling.”

Fluitefluit en titafluit

De mensen, groot en klein, aanzetten om hun stembanden opnieuw te smeren : daar is het ook Seresia om te doen. “Onderschat het trouwens niet. Er zijn best nog veel moeders die voor hun kinderen zingen. Dat merk ik uit de vele reacties die ik kreeg op Kapitein Winokio zag een beer. Daarom verbaasde het me zo dat Axl Peleman en Mauro enkel Altijd is Kortjakje ziek kenden toen ik hen opbelde met de vraag om mee te werken. Het succes van het album bewijst dat die kinderliedjes, zodra ze opgepikt worden, weer beginnen te leven onder de mensen.”

Wat opvalt, is de bijna absurdistische inhoud van de teksten van de kinderklassiekers. “Ze zijn vaak ook ruw”, weet Seresia. “Toen ik met Jan Decleir een bewerking maakte van Al die willen te Kaap’ren varen, hebben we bewust de coupletten over de duivel en de dood laten vallen. ( lacht) Kamagurka wijst er met zijn benadering van Klein klein kleutertje op hoe wreedaardig het nummer eigenlijk wel is. Het is te vergelijken met de sprookjes van Grimm : die waren in oorsprong ook vrij gruwelijk.”

Opbrouck en Reuman ontdekten dat de tunes van kinderseries uit hun jeugd aardig wat verborgen seksuele boodschappen bevatten. Reuman geeft een voorbeeld : ” BeertjeColargol zingt : ‘met mijn fluitefluit blaas ik elk verhaaltje uit’. Tita Tovenaar blijkt al evenzeer verslingerd op haar titafluit. Ik kan me niet van de indruk ontdoen dat de bedenkers zich destijds met het inbouwen van dat soort dubbelzinnigheden enorm hebben geamuseerd.” Nog zoiets : als je de tekst van het Peppi & Kokki-lied bestudeert, kom je tot de conclusie dat het in de buurt komt van Paul van Ostaijen. “Op dat vlak waren de Nederlandse kinderprogramma’s toen toch een pak snediger dan de Vlaamse.”

Hoe losjes het Kapitein Winokio-project ook mag overkomen, het is niét het resultaat van een opwelling. Er schuilt een doordachte strategie achter. Seresia houdt nog een hoop materiaal achter de hand. Hij vond zoveel artiesten bereid om hun steentje bij te dragen dat tegen de krokusvakantie een tweede cd verwacht mag worden. Kapitein Winokio moet uitgroeien tot een kwaliteitslabel, dat de banden met de scholen nauwer aanhaalt. Zopas verscheen als tussendoortje de single De tafels, die niet toevallig een uitgesproken educatief stempel draagt. Met de song, waarvoor dance-producer Buscemi de muziek leverde, moeten de tafels van vermenigvuldiging voortaan als zoete koek de kopjes in gaan. “Een vriendin van mij staat in het kleuteronderwijs”, verklapt Seresia over de achtergrond. “Zij vertelde me dat ze met die kleintjes voor haast elke terugkerende handeling – zoals hun jasje aantrekken voor ze naar buiten stappen – een liedje heeft verzonnen. De pedagoog die me hielp met De tafels, wees erop dat liedjes kinderen helpen om alles beter te onthouden. Misschien gaat een volgende single wel over het lezen van de klok. Als je hen op een speelse en vermakelijke manier dingen kunt leren, waarom niet ? Zelfs de vrolijke deuntjes die de traditionele kinderliedjes zijn, hebben hun functie, omdat ik geloof dat ze de ziel voeden.”

Dat muziek aangewend kan worden om kleuters een eindje op weg te helpen, heeft de Stichting Lezen al eerder ingezien. Om die reden bracht het vorig jaar, ter gelegenheid van de Kinderboekenweek, de cd Ik hoor je wel, ik zie je niet uit. Het is verleidelijk om in dit soort initiatieven een reactie te zien tegen de vrijblijvendheid van het fastfood die de kindermarkt tegenwoordig bestookt. In de beginselverklaring van Kapitein Winokio stond dan ook te lezen : “Hedendaagse kinderpop heeft geen wortels, geen achtergrond, geen diepte en is enkel gemaakt om te verkopen.”

Seresia stoort zich aan de eenheidsworst van de mainstream. “Als ik zie hoe zoiets als Spring gehypet wordt : dat is zó voorgekauwd dat het een beetje akelig wordt. Je mag gerust op een wat volwassener manier met kinderen omgaan.”

Paulus en The Cure

Eigenlijk moeten we blij zijn met de dominantie van Studio 100. Die brengt immers stilaan maar zeker een boeiende contrabeweging op gang, die hopelijk tot een gezond evenwicht leidt. In dat opzicht doet het overigens deugd te zien dat het door Ketnet gesteunde X!nk het op zijn debuut-cd heeft aangedurfd om, buiten enkele radiovriendelijke lokkertjes, teringherrie te brengen die sommige ouders de kast op zal jagen – iets waar punk uiteindelijk voor dient. De confectiepop heeft zeker zijn bestaansrecht, maar dat minder brave kindermuziek z’n plaats opeist, is alleen aan te moedigen.

Het eerste album van Kapitein Winokio, met hier en daar redelijk experimentele songs, zal zeker de goedkeuring wegdragen van de ietwat avontuurlijk ingestelde papa’s en mama’s. “Het is een plaat waar kinderen én ouders met plezier samen naar kunnen luisteren, iets wat je niet meteen kunt zeggen van K3“, merkt Seresia fijntjes op.

Hij rekende op zijn stevig uitgebouwde netwerk van bevriende rockers en elektro-knutselaars om de oude kinderliedjes een aantrekkelijk nieuw kleedje aan te passen. “Ik was enorm verheugd dat zo goed als iedereen die ik contacteerde zich onmiddellijk bereid toonde om mee de boot in te stappen. Als er al iemand ‘nee’ zei, was het om agendaredenen.” Stichting Lezen gaf Jan Van Outryve, een ervaren rot uit het muziektheater, de opdracht om evergreens à la Mieke hou u vast en In het bos daar staat een huisje een moderne facelift te geven op de cd Ik hoor je wel, ik zie je niet. De Amerikaanse website www.mothergooserocks.com verkoopt cd’s waarop Mary had a little Lamb en The three Pigs omgeturnd worden tot persiflages op bekende popartiesten. The Wheels on the Bus door Mad Donna (heb je ‘em ?) schopte het daarbij zelfs tot internationale hit. “Ik vond de repetitieve, eenvoudige vertolkingen die van die nummers bestaan niet langer geschikt voor de verwende oren van kinderen van deze tijd”, argumenteert Richard Snee, het brein achter Mother Goose Rocks. “Het gevolg is dat ook studenten dol zijn op onze versies omdat ze die zo komisch vinden.” En was TV-tunes K.N.T. oorspronkelijk bedacht als een fictieverhaal, na enkele opwindende repetities ontwikkelde het zich al snel tot een regelrecht popconcert, dat het themaliedje van Paulus De Boskabouter organisch doet versmelten met A Forest van The Cure. We kunnen ons vergissen, maar we zien Gert Verhulst daar niet meteen opkomen.

Tekst Peter Van Dyck

Kapitein Winokio moet uitgroeien tot een kwaliteitslabel, dat de banden met de scholen nauwer aanhaalt.

“Hedendaagse kinderpop heeft geen wortels, geen achtergrond, geen diepte en is enkel gemaakt om te verkopen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content