Zijn sommige schoonheidsproducten gevaarlijk voor de gezondheid ? Worden bepaalde ingrediënten overschat of juist onderschat ? De discussie is vaak meer emotioneel en politiek gekleurd dan wetenschappelijk. Professor Vera Rogiers nuanceert.

Kankerverwekkende zonnecrèmes, een toenemend aantal parfumallergieën, deodorants die borstkanker geven… Met de regelmaat van de klok doen alarmerende berichten over cosmetica de ronde. Steeds alerter voor gezondheid en milieu, maken mensen zich zorgen en proberen de gevaarlijk klinkende stoffen te ontcijferen op de ingrediëntenlijst van hun potje crème of fles shampoo. Lavendelolie klinkt nu eenmaal lieflijker dan butylparabeen, en dus zoeken steeds meer mensen heil in ‘natuurlijke’ producten. De industrie speelt daarop in en biedt de consument wat hij vraagt : met of zonder parabenen, met ‘natuurlijke’ ingrediënten en zonder gevaarlijk klinkende stoffen. Maar wat is ‘natuurlijk’ ? En zijn dat dan betere producten ? Objectieve informatie is niet eenvoudig te vinden, boeken en websites blijken vaak verborgen propaganda-instrumenten van actiegroepen. Daarom gingen we te rade bij prof. Vera Rogiers, hoofd van het departement Toxicologie, Dermatocosmetologie en Farmacognosie aan de VUB en ondervoorzitter van het Wetenschappelijk Comité voor Consumentenveiligheid van de Europese Commissie. “De discussies over de gezondheidsrisico’s van cosmetica zijn inderdaad vaak vertekend en uit hun context gerukt”, beaamt zij. “Het debat is ook enorm politiek gestuurd. Er zijn verschillende belangengroepen : sommige ijveren voor het afschaffen van dierenproeven, andere eisen meer aandacht voor het milieu en uiteraard wil iedereen ‘veilige’ stoffen in cosmetica.”

Al die doelstellingen zijn onder meer opgenomen in de nieuwe wetgeving voor chemische stoffen (Reach), die veiliger producten, minder proefdiertesten en meer zorg voor het milieu beoogt. Nobele doelstellingen, maar in de praktijk blijken er adders onder het gras te zitten. Vera Rogiers : “Er zijn meer dan 30.000 substanties op de markt waarvan we geen goede toxicologische gegevens hebben. Pas vanaf 1981 kregen nieuwe stoffen systematisch een volwaardig toxicologisch dossier. Die achterstand wil Europa zo snel mogelijk inhalen. Maar als je de eindrekening maakt van hoeveel stoffen bekeken moeten worden, stel je vast dat daar miljoenen extra proefdieren voor nodig zijn.”

Dit komt niet alleen door het grote aantal te testen stoffen, maar ook omdat de testen die het meest proefdieren vergen, nog niet in in-vitroversie bestaan. “Deze proeven leveren essentiële informatie voor de risico-evaluatie van stoffen. Maar voor cosmetica mogen in de EU alleen gevalideerde in-vitromethoden gebruikt worden. Lofwaardig op zich, maar de opgelegde deadlines zijn niet realistisch. Het onderzoek met betrekking tot langetermijntoxicologie is pas begin dit jaar gestart. We kunnen dus nooit klaar zijn tegen 2013, als de wet dierenproeven in Europa verbiedt. Het Europees Parlement kan de deadline uitstellen, maar het staat onder zware druk van lobbygroepen.” Als er geen consensus gevonden wordt om de wet in de praktijk werkbaar te maken, waarschuwt professor Rogiers voor zware gevolgen. “Dan kunnen er geen nieuwe ingrediënten ontwikkeld of gebruikt worden en zal alle onderzoek van de cosmetica-industrie wegtrekken uit Europa, omdat hier geen innovatie meer mogelijk is.” Volgens haar is de Europese cosmeticawetgeving momenteel de strengste ter wereld. “Europa heeft altijd het voortouw genomen in de ontwikkeling van alternatieve methoden en dat is goed, want toxicologie die uitsluitend op proefdieren wordt toegepast is een verouderde wetenschap. Maar nu riskeren wij ons zelf de das om te doen, door alleen te focussen op proefdiervrije testen. De rest van de wereld laat wel de drie mogelijkheden toe (verbod op, verminderen van proefdiertesten en verfijnen van testen), kijkt toe zonder veel te investeren en wacht gewoon onze resultaten af.”

De discussies over endocrine disruptors (stoffen met oestrogene effecten), zoals parabenen, moet volgens prof. Rogiers wetenschappelijk gevoerd worden, maar is soms te politiek geladen. “De wetenschap wordt dan opzijgeschoven door belangengroepen die elk voor hun eigen kleine zaak strijden. Ook de cosmetica-industrie maakt het wetenschappers niet makkelijk. Zo maken ze parabeenvrije producten louter omdat sommige consumenten daarom vragen, terwijl ze er uit wetenschappelijk oogpunt van overtuigd zijn dat er niet veel alternatieven zijn. Grote firma’s kunnen dat, maar voor kleine merken kan het een faillissement betekenen.”

Set design Frederik Heyman. Haar & Make-up Sigrid Volders voor Chanel en Bumble&Bumble. Model Vincent @ IMM.

DOOR SOFIE ALBRECHT . FOTO FREDERIK HEYMAN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content