Hocus pocus PILOTTO
Ergens tussen Peter Pans Neverland, en de Zweinsteinschool van Harry Potter, ligt de fantasiewereld van Peter Pilotto (31). De ontwerper verliet in 2004 de Antwerpse Modeacademie, samen met zijn vriend Christopher De Vos (28), om in Londen hun eigen verhaal te schrijven.
De proloog van dat verhaal speelt in Antwerpen, zo’n acht jaar geleden : Pilotto en De Vos ontmoeten elkaar aan de tekentafels van de Modeacademie en worden al snel elkaars inspiratiebron. “De rok die ik in dat eerste jaar moest maken, werd alleen maar zo goed omdat Christopher erin slaagde mijn lat de hele tijd hoger te leggen”, herinnert Pilotto zich in de ontwerpstudio, in de London College of Fashion. Peter Pilotto is de naam van het vrouwenlabel waaronder de twee ontwerpers vandaag samenwerken. Met hun combinatie van krachtige prints en moderne draperingen beschikken ze over een talent dat ook de Brusselse Cathy Pill meester is. Het tweetal zit nog in een fase waarin ze de grote modemolen kunnen bijhouden dankzij sponsoring, maar Vogue gaf hen al een plaats in hun top tien van beloftevolle namen.
Volgende week mogen de twee voor de tweede keer defileren tijdens de Londense Fashion Week waar ze hun wintercollectie voor 2009 tonen. Hun debuut op die modeweek maakten ze afgelopen september, waar hun huidige zomercollectie diepe indruk maakte op pers en internationale inkopers. Alle collecties die ze voordien hadden gemaakt, werden telkens off schedule geprogrammeerd.
Er valt veel te zeggen over het jonge duo. Over hun indrukwekkend rijke afkomst, bijvoorbeeld. Een Italiaanse vader en Oostenrijkse moeder, wat Pilotto betreft. De Vos heeft een Belgische vader en Peruviaanse moeder. Al even kleurrijk is hun verbeeldingskracht die ze vertalen naar hun prints. Als sfeerscheppers bij onderstaand gesprek vliegen er idealiter elfjes en vlinders uit de pagina’s op, huilen de weerwolven, en vallen er hele melkwegstelsels uit het heelal, recht op een Byzantijnse kerk.
Vertel eens over dat sprookjesland. Waar ligt de identiteit van het label ?
(De Vos is tijdens het gesprek in het atelier aan het werk.)
Pilotto : Ik denk dat we vooral gespecialiseerd zijn in soft-sculpturale vormen, gecombineerd met een sterke print. Daarop werken we elk seizoen een ander thema uit, vaak rond natuurfenomenen. Voor de huidige zomercollectie probeerden we ons voor te stellen hoe een buitenaards wezen op onze aarde zou landen en alles op een heel andere manier zou bekijken. Zoals rook, en wolken. Maar er zitten ook microscopische prints van een vlindervleugel tussen. Ook het werk van de Canadese kunstenaar David Altmejd boeit ons. Hij is een verre vriend en creëert een vreemde sprookjeswereld, vaak komen er weerwolven in voor, of kunstbloemen die hij in allerlei sculpturen verwerkt. Hij maakt monsters die tegelijk heel mooi zijn. Christopher en ik houden van die andere wereld.
Prijzen en awards zijn van groot belang in een jonge carrière. Ook tijdens de Londense modeweek defileren jullie niet op eigen krachten, maar dankzij een award ?
Ja, dankzij de New Gen Award van de British Fashion Council. Elk jaar krijgen enkele opkomende designers een gratis catwalkshow, inclusief modellen en locatie, tijdens de London Fashion Week. Het mooie aan die award is ook dat het geen eenmalige injectie is : de steun blijft normaal drie à vier seizoenen geldig. Een hele draaimolen aan prijzen en sponsoring zorgt er hier voor dat je kunt groeien. Deze ontwerpstudio mogen we voor twee jaar gratis betrekken, als steun van het Center for Fashion Enterprise. Daarbovenop krijgen we persattachés, en mogen we een mentorprogramma volgen waarbij vakmensen advies geven. Zo leren we met cashflow om te gaan.
Door die begeleiding moeten jullie blijkbaar geen angst hebben om te snel groot te worden.
We hebben de voorbije jaren extreem kleine stapjes genomen. Daardoor hebben we tijd gecreëerd om de dingen juist te leren doen. Nu willen we onze sterktes verder optimaliseren. Ik werk voornamelijk aan de prints, Christopher is veel sterker in de vorm. Je merkt dat hij oorspronkelijk architectuur wilde studeren, en ik kunst. Doordat we die twee talenten benutten, worden we vaak als avant-garde omschreven.
De liefde voor het vak, waar is die ontstaan ?
Mijn ouders hadden een modezaak in Tirol. Ik kende toen al het werk van de Belgische ontwerpers, of van de groten uit Italië. Ik kreeg als jongen een stikmachine cadeau die ik ben blijven gebruiken. Het was dus niet onverwachts dat ik een modestudie ging volgen, hoewel ik ook twijfelde tussen grafische kunst. Aan de Chelsea School of Art en Design studeerde ik een jaar, daarna aan deze Londen College of Fashion. En ondertussen verzorgde ik de etalages van Vivienne Westwood. Daarna ging het richting Antwerpen, omwille van het brede aanbod van de Modeacademie. Christopher wilde een Belgisch diploma behalen, en kwam naar Antwerpen om architectuur te studeren. Maar na vier maanden besloot hij dat het niet zijn ding was, en arriveerde hij ook aan de academie.”
Daar leefden jullie vier jaar op het eiland van de Academie. Welke invloed heeft zo’n intense opleiding ?
Die jaren in Antwerpen waren ongelooflijk pijnlijk. De Modeacademie is een harde leerschool, maar ik heb enorm van die tijd genoten. Hetzelfde geldt voor Christopher. Ik was nogal in de war toen dat ik me inschreef, maar daar heb ik mezelf gevonden. Anderen ontdekken dat het echter niets voor hen is omdat ze meer begeleiding nodig hebben. Het is een ideaal platform om jezelf te analyseren. Ik had nooit beseft dat ik zo’n talent had voor kleuren, tot ik opgedragen werd om daarmee te experimenten voor een bepaalde opdracht. Daar studeren was de beste beslissing uit mijn leven.
U leerde er ook Christopher kennen, hij werkt mee aan het label dat enkel uw naam draagt.
We raakten tijdens het eerste jaar bevriend en mijn allereerste stukken waren al beter dankzij zijn kritiek. Christopher is een jaar blijven zitten, waardoor ik na mijn afstuderen alleen begon onder mijn naam. Na zijn afstuderen is hij nog stage gaan lopen bij Rochas, en Vivienne Westwood in Londen. Ik ben hem naar hier gevolgd en daarna zijn we samen verdergegaan onder het bestaande label.
Hoe gaan jullie om met de hoge tijdsdruk om elk seizoen te presteren ?
De businesszijde weegt op het creatieve proces, en privétijd bestaat amper. We draaien aan de vooravond van een nieuw seizoen in veel hogere versnelling. De school sluit hier ’s avonds om negen uur, daarna dragen we alles naar ons appartement hier tien minuten vandaan om verder te werken. De ochtend erna doen we het omgekeerde traject.
Jullie bezitten vier nationaliteiten maar omschrijven jezelf toch als Belgisch merk.
We benadrukken onze nationaliteiten, maar door onze studie hebben we ongetwijfeld Belgische roots. Zo willen we niet nostalgisch trends uit het verleden herhalen, maar liever een heel persoonlijke stijl ontwikkelen : dat is zeer Belgisch.
Hebben jullie het reizen en jullie families nog nodig als inspiratie ?
Daar is momenteel geen tijd voor. Elke maand gaan we wel naar Oostenrijk omdat we er werken aan een project. Dan bezoeken we mijn ouders, gaan we wandelen in de bergen. Christophers familie zit over de hele wereld verspreid, omdat zijn vader in de olie-industrie werkt en dus veel reist. Ze leven meestal in Peru, soms in het Midden-Oosten.
Een mooi moment tijdens onze studies was wanneer we historische kostuums moesten analyseren. Op die manier leer je op basis van foto’s iets in detail kennen, zonder het in realiteit te zien. Je kunt evengoed reizen door boeken. Zo komen we gemakkelijk in een fantasiewereld terecht.
Peter Pilotto wordt in België verkocht bij Princess Blue, Meir 51-55 in Antwerpen. Voor verkooppunten in Parijs, New York, Londen en elders, zie www.peterpilotto.com.
Door Elke Lahousse
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier