HIP OP GROOTMOEDERS WIJZE

Van de terugkeer van het wecken tot het succes van Jeroen Meus’ wortelstoemp : de culinaire nostalgie is geen hype, maar een teken des tijds. Over waarom we teruggrijpen naar vertrouwdheid en hoe het komt dat uw grootmoeder de oorspronkelijke hipster is.

als u eens een half uur niks om handen hebt, één webadres : hipsterents. com. Onder de tagline ‘Parents were the original hipsters’ verzamelt de blog foto’s uit de oude doos van sixtiesmama’s met nerdbrillen, seventiesvaders met retrosnorren en eightiespappies met short shorts. En dat allemaal om te bewijzen dat de schandelijke outfits die uw ouders in hun jeugd droegen, vandaag onder hipsterkleren gecatalogiseerd zouden worden. Uw ouders waren fashionhipsters voor fashionhipsters hip waren. Een vreemde speling van de veranderende tijdgeest, maar wel een hoogst vermakelijke.

Trek de lijn door en uw grootouders waren culinaire hipsters. Uw opa kweekte zijn eigen tomaten en slakroppen in de moestuin, uw oma ging op donderdagochtend naar de markt voor seizoensgebonden schorseneren en asperges. Ze trok zelf haar kippenbouillon, maakte haar eigen appelmoes, boontjes en kriekjes in, kende de blancheertijd van savooikool uit het hoofd ; hij wist wanneer de pruimentijd begon en in welke week de vroege aardappelen gerooid moesten worden. Stuk voor stuk kenmerken van de hedendaagse foodie, die kwaliteiten als ‘seizoensgebonden’, ‘eerlijke producten’ en ‘lokaal geproduceerd’ hoog in het vaandel heeft. Oké, uw oma sprak niet van cuisson – en terecht – maar dat doet niets af aan ons punt : naar hedendaagse normen waren uw grootouders culinaire snobs.

Het was de terugkeer van het wecken die ons tot die gedachte inspireerde. Voor de jonkies : wecken is het conserveren van groenten in glazen potten, iets wat uw ouders deden voor ze een diepvrieskist hadden en een pluskaart bij de Delhaize. Oké, we wisten dat álles terugkwam, maar we hadden nooit gedacht dat in tijden van AAA-vriezers en spotgoedkope appelmoes in acht variëteiten, jongelui nog ooit naar de thermometer van een steriliseerketel zouden turen om te zien of hun zelfgemaakte boskoopappelmoes niet overkookte. De ijzeren klem eraf halen en luisteren of je geen sissend geluid hoort van onder de oranje elastiek : het leek niet meer van deze tijd. Tijdrovend, meer afwas, geen gegarandeerde houdbaarheidsdatum : genoeg redenen te bedenken waarom de glazen bokalen van Weck of Parfait de laatste decennia vooral stof hebben vergaard. Relikwieën uit lang vervlogen culinaire tijden, ver weggeborgen in de kelder of op zolder samen met de vleesmolen en – google dát maar eens, kinders – de rumtopf. Om maar te zeggen : als wecken plots weer opduikt op foodieblogs, intrigeert dat ons.

Eigen perzik-honingconfituur

De terugkeer van het wecken stelt de oma-als-hipsterparadox ook op zijn scherpst. Wilt u weten hoelang en op hoeveel graden u uw perzik-honingconfituur ook weer zou steriliseren, dan kunt u zowel terecht op hippe kookblogs, tussen blogposts over Koreaanse fusion en de geneugten van het wagyurund, als in de sectie ‘Inmaken’ van Ons Kookboek van de KVLV. Dat laatste werd geschreven in 1927. Zoekt u weckbokalen om zelf aan de slag te gaan, dan vindt u ze achterin op een stoffig rek in winkels die ‘Bij Jeanne’ of ‘Kruidenierszaak Vanspauwen’ heten en een klant of vier per dag zien binnenkomen, maar ook in de etalage van een trendy interieurzaak als Habitat. Ter info : in die laatste kosten ze twee keer zo veel. Oma’s die vasthouden aan hoe hún moeder het hun heeft geleerd en culinaire hipsters die kookblogs afschuimen : bien etonnés de se trouver ensemble.

Eens je de verwantschap tussen de twee ziet, begin je ze overal op te merken. De opkomst van investment pieces als paarlen kettingen en manchetknopen in de mode ? Lijkt verdacht veel op de familiestukken van voorheen. De do-it-yourself-trend in de designwereld ? Doet ons eraan denken dat we opa moeten vertellen dat zijn timmerbank hip is geworden, ook al zegt hij nog gewoon ‘doe het zelf’. Het communityverhaal in stadsmarketing ? Niets meer dan wat ooit ‘verenigingsleven’ heette. En ligt het aan ons of is het marktpubliek drastisch aan het verjongen ? Pop-upstores, community- driven, authenticiteit, heritage, crafts, local : zowat alle trendconcepten die de laatste twee jaar school maakten, zijn andere benamingen voor dingen die uw oma en opa al veel langer wisten. “Op grootmoeders wijze” is van zijn vergeeld cachet verlost en is hip geworden.

Het lijkt een contradictie, dat in tijden waarin u als avondmaal kan kiezen voor Japanse sushi, Thaise wok, Amerikaanse burgers of Indische curry, ook de stoempkeukens in en rond de Brusselse Dansaertstraat aan populariteit winnen – we kunnen er zo vijf opnoemen. Dat in een keuzeaanbod van mindfulness, cycling en steppen, jonge vrouwen zich organiseren in breiclubs. Dat in een hoogtechnologische transportwereld, sixties baanwielrenfietsen – de échte fixed gear bikes – het summum van hipheid zijn om u te verplaatsen. “Aan de ene kant leven we in een geglobaliseerde samenleving en willen we het beste van de wereld. Aan de andere kant verheerlijken we onze roots meer. We willen Roots and Wings”, vatte trendbureau Science of the Times het mooi samen. Het lijkt een contradictie, maar eens je verder kijkt, zie je dat de terugkeer naar de vertrouwde waarden van oma en opa, ook onmiskenbaar bij deze tijd hoort.

De authentieke ervaring

Voor u zich verwacht aan het klassieke verhaal van duurzaamheid, ecologisch bewustzijn en de slowbeweging : dat is maar een deel van het antwoord. In 1998 publiceerden B. Joseph Pine II en James H. Gilmore hun invloedrijke artikel The Experience Economy. Droog samengevat : ze beschrijven de belevingseconomie als het volgende stadium na de landbouw-, de industriële en de meest recente service-economie. Industrieën zullen volgens de twee heren niet langer gebaseerd zijn op de goederen of de service die ze verkopen, maar op de ervaring die ze bieden. Dertien jaar later wordt stilaan duidelijk hoe die belevingseconomie om zich heen grijpt. Weckten de generaties voor ons om boontjes te kunnen eten buiten het seizoen en enkele franken te kunnen besparen, dan doen hun kinderen en kleinkinderen dat omdat ze het leuk vinden. Om het plezier van hun eigengemaakte pot confituur te kunnen opentrekken. Was de markt voorheen de enige plaats waar u asperges vond, dan is het nu ook de authentieke ervaring van de markt zelf, van roepende marktkramers tot fraai uitgestalde viskramen, die het jonge publiek lokt. En het enige verschil tussen een Ikeatafel en een zelf getimmerde variant is dat in die laatste de ervaring van het zelf maken zit – iets helemaal anders dan de Ikeahandleiding volgen zoals miljoenen voor u al hebben gedaan.

Niet toevallig zit bakken meer dan ooit in de lift. Een waanzinnige 69 procent van de consumenten kochten in 2010 bakingrediënten, berekende marktonderzoeksbureau Mintel, een stijging van 9,1 procent ten opzichte van het jaar er voor. Cupcakes, in de jaren tachtig nog gewoon ‘cakejes met een papiertje rond’ genoemd, werden de voorbije jaren zo hip dat ze weer main- stream werden. Maar de thuisbakkers halen geen Kenwood meer in huis om de aankoop zelf, maar om het plezier van een zondagnamiddag met bloem, eieren en chocolade in de weer te zijn. Het louter functionele van voorheen heeft plaatsgemaakt voor de ervaring. In een wereld van – ahum – stuffocation en affluenza, gaat consumeren minder over de producten zelf, en meer over het gevoel en de ervaring die ze u geven.

Bijzonder essentieel binnen die ervaring : het verhaal dat een product vertelt. Iedereen begrijpt wel waarom een gitaar waar Lou Reed op gespeeld heeft meer waard is dan precies dezelfde gitaar waar Lou Reed niet op gespeeld heeft. De marketingwereld heeft dat al enkele jaren door. Wasmiddelen grijpen terug naar hun verpakking van de jaren zestig om hun geschiedenis in de verf te zetten. Designers zetten de ambachtelijkheid van hun meubelen dik aan om het verhaal te vertellen van hoe ze gemaakt zijn. Sportschoenen adverteren met de ontstaansgeschiedenis en het levensverhaal van hun stichters. In een overvloed van anonieme massaconsumptie, kan het verhaal van een product u over de streep trekken.

Enkel zout en paprika

Precies daar haakt de ervaringseconomie in op de nostalgietrend – en dus ook grootmoeders waarden. Nostalgie is een belangrijk verhaal geworden. Op zich is het niet vreemd om in tijden van crisis naar het verleden terug te grijpen. In de economische crisisjaren van 1930 maakte de victoriaanse look al zijn comeback : de Quality Street-koekendoos van een oudere vrouw met soldaat was in 1936, toen ze gelanceerd werden, allesbehalve hedendaags, maar ging terug op de beeldcultuur van 1860, om één voorbeeld te geven. Je hoeft dan ook geen trendwatcher te zijn om de link te leggen tussen een tijdgeest van digitale vernieuwingsdrang en consumeringsdrift en dertigers die teruggrijpen naar hun jeugdjaren toen alles eenvoudig leek. Anders verwoord : in een chipsgamma van roasted chicken & thyme, cream & spices en tai sweet chili, durft een mens al eens hunkeren naar een tijd waarin er enkel zout en paprika was.

Die tendens is nog het duidelijkst zichtbaar in – we blijven in de culinaire sfeer – de opkomst van het begrip comfort food, letterlijk ‘behaaglijkheidseten’, in ons land verpersoonlijkt door de dagelijkse kost van Jeroen Meus. Appeltaart, kippensoep, lasagne, macaroni met kaas, wortelstoemp : even zeer als de smaken zelf, gaat het om het gevoel dat het eten u geeft. Een nostalgische, warme behaaglijkheid die in de zetel voor televisie nog net iets aanlokkelijker wordt, niet zelden verbonden met herinneringen uit uw jeugdjaren.

Nostalgie kan bijzonder krachtig zijn : het is de gedachte aan de jampotten met carré gekleurd dekseltje uit een ver verleden die uw eigen gemaakte confituur onderscheidt van de tientallen anderen in de supermarkt. Maar meer dan teruggrijpen naar het verleden, lijkt deze tegenbeweging het verleden te herontdekken. Bakken, breien, wecken, timmeren of familiejuwelen : het zijn dingen die we eigenlijk compleet vergeten waren. Geen terugkeer naar het vertrouwde, maar het opnieuw ontdekken van wat een generatie die opgegroeid is met supermarkten, Ikea-interieurs en uren achter de computer zitten, zich nog vaag herinnerde. Community’s, crafts, local en heritage mogen dan Engelse woorden zijn voor waarden die hun oma’s al decennia kenden, voor hun kleinkinderen zijn ze volstrekt nieuw. Met dank aan de generatie erboven, die haar eigen dialect verleerde, stopte met inmaken en nog alle korte ritten met de auto maakte. Een generatie die dacht te breken met traditie, ziet nu hoe hun kinderen er terug het belang van inzien. We waren het gewoon vergeten : zo simpel kan een antwoord zijn.

Uw oma was de originele hipster : onthou die gedachte de volgende keer dat u op zondagnamiddag op bezoek gaat. En vraag misschien ook eens waar haar rumtopf staat. Kwestie van mee te zijn met de trends van morgen.

DOOR GEERT ZAGERS . ILLUSTRATIE ASTRID YSKOUT

Thuisbakkers proberen geen centje uit te sparen, maar willen een zondagmiddag met bloem, eieren en chocolade in de weer zijn.

Nu we kunnen kiezen voor Japanse sushi, Thaise wok, Amerikaanse burgers of Indische curry, winnen de stoempkeukens aan populariteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content