Een van de dingen waaraan je bepaalde rijke buurten in New York kunt herkennen, is het grote aantal grijze mannen met platte buiken dat er op warme zomeravonden en tijdens het weekend op stap is met baby’s. Vanavond heb ik er al veel gezien. Ik ben dan ook in een zeer dure wijk, de Heights, de opulentste van heel Brooklyn. Wie Manhattan van Woody Allen heeft gezien, kent het panorama dat ik nu zie. De avondzon weerkaatst op East River, ik zie het Vrijheidsbeeld, Staten Island en New Jersey. Het mooist van al is de onwerkelijk dichtbije skyline van downtown Manhattan. Het lijkt een immens theaterdecor. Zoals de Grand Canyon. En net als die canyon is het een beeld dat iedereen kent, omdat het ontelbare keren gefilmd en gefotografeerd werd, maar waar je lijfelijk tegenover moet staan om de grandeur te ondergaan, een waw-gevoel dat je high maakt zonder te roken.

Elk bankje op de Heights Promenade is bezet. Toeristen maken kiekjes van elkaar met de wolkenkrabbers op de achtergrond. Joggers, fietsers en wandelaars passeren. In de speeltuin wordt nog volop gestoeid. Een stel kust intens, de man met zijn rug leunend tegen de reling die Promenadebezoekers ervoor behoedt dat ze op de autoweg tuimelen die eronder ligt. Veel ondernemende toeristen wandelen over de Brooklynbrug die ik rechts van mij zie. Al wat minder raken daarna tot op de Promenade en nog minder nemen de tijd om te dwalen door de straten van Brooklyn Heights achter mij. Ten onrechte.

De wijk is klein genoeg om te voet te verkennen, te klein om erin te verdwalen en te gevarieerd om je te vervelen. Bekijk het als een snelcursus in de Amerikaanse architectuurgeschiedenis, ideaal voor wie geen tijd heeft om de rest van de oostkust te exploreren. Een derde van de woningen – in enkele straten zelfs allemaal – dateert van voor de burgeroorlog (1861-’65). Naar Amerikaanse normen is dat ontzettend oud. Het oudste huis staat op de hoek van Willow en Middagh Street. Het is helemaal van hout en werd in 1824 gebouwd in sobere Federal Style, functioneel zonder tierlantijntjes.

De geschiedenis van de Heights lijkt op die van veel andere New Yorkse wijken: eerst waren er de indianen, in dit geval de Canarsie, daarna palmden Hollandse boeren hun land in, dan kwamen de Engelsen. Ihpetonga, zoals de Canarsie het gebied noemden, veranderde in 1624 in Breuckelen, wat de Engelsen verbasterden tot Brooklyn. In 1776 werd hier intens gevochten in de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Britten, maar voor de rest bleef het tot in het begin van de 19de eeuw vrij rustig in de Heights. Enkele schatrijke New Yorkers hadden er luxueuze villa’s, beneden aan de rivier stond een aantal fabrieken en wat verderop, aan Fulton Street, was er een veeleer primitieve overzet naar Manhattan. In 1814 werd die vervangen door een stoomferry. Grondspeculanten sloegen daarop hun slag. Ze bouwden luxewoningen voor rijken, die de gelekoortsepidemie van de jaren 1820 wilden ontvluchten, en simpele huisjes voor het werkvolk, dat ook toen al door woningnood uit Manhattan werd verdreven. Die speculanten worden herdacht in de Heights: Pierrepont, Remsen, Hicks, Joralemon. De naar hen vernoemde straten zijn stuk voor stuk stemmig, met hoge bomen, statige huizen met sierlijk smeedijzerwerk, glasramen en allerlei architecturale fantasietjes. Ik vergaap me aan de cocktail van unieke 19de-eeuwse Amerikaanse stijlen: Greek Revival, Italianate, Second Empire, Victorian Gothic, Romanesque en Classical Revival.

De schemering is intussen gevallen. Weg van Montague Street, de wat dorpsachtig aandoende winkel- en restaurantstraat die de Heights in tweeën snijdt, is het op een zwoele zomeravond als deze zeer aangenaam. Op de airco na, is er soms geen geluid te horen. Hier en daar flikkert een gaslamp in een voortuintje. Om de haverklap passeer ik kerken, van diverse religieuze variëteiten. Ik sla af in doodlopende steegjes met namen zoals Love Lane, waar ooit koetsiers boven de paardenstallen woonden. De gevels van de koetsiershuisjes zijn niet veranderd, maar wie er nu achter wil wonen, moet dollarmiljonair zijn. Ooit was het hier deftig leven voor de bourgeois. De komst van de subway in 1908 veranderde dat brutaal. Veel van de patriciërs sloegen op de vlucht. Hun minikastelen werden opgedeeld in flats of werden goedkope logementshuizen. De buurt raakte uitgeleefd. Een deel werd platgewalst en in de plaats kwamen er flatgebouwen. Door een ander deel werd in 1953 zonder pardon de Brooklyn-Queens Expressweg getrokken. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. De bewoners van de Heights begonnen zich te organiseren om te beletten dat hun buurt, zoals zoveel andere, een slum zou worden. Dankzij hun inzet werd de wijk, als eerste van New York, in 1965 geklasseerd als historical district. Zo werd de Heights een lichtend voorbeeld voor strijdlustige bewoners van andere bedreigde stadswijken, maar ook steeds duurder en chiquer. Reken op een lange namiddag of avond voor een eerste kennismaking met deze parel van Brooklyn.

Jacqueline Goossens vanuit New York

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content