HET THEATER VAN VERVULDE DROMEN

Alegría, levensvreugde, zo heet de nieuwste show van het Cirque du Soleil. In een grote tent in Hamburg overwinnen artiesten de wetten van de zwaartekracht en de lichamelijkheid. “Ik wil het publiek iets laten zien wat het altijd voor onmogelijk heeft gehouden.” Binnenkort ook in Antwerpen.

De twee slangenmensen zijn verteerd door heimwee. Ze zitten in een container met een raampje. Die container is hun schoolklas. De juf zegt: ‘Ik geef net Franse les. Stel hen maar wat vragen in het Frans.’

– Comment est-ce que tu t’appelles?

– Moi, je m’appelle Nomin Tseveendorj.

– I am, hm hm, je suis Chimed Ulziibayar. Je suis contorsionniste.

Twee meisjes van dertien. Ze frunniken aan hun pennenzak. Ze houden braaf hun armen gekruist en vertellen over hun leven in het circus.

Nog vijf uur. Dan zullen tweeduizendvijfhonderd mensen hen met open mond aangapen. ’s Avonds worden de kleine meisjes grote blauwe vogels. Ze krijgen lichamen die zich in twee lijken te splitsen. Ze kronkelen alle kanten op. Twee plisseerbare pubers. Hier, in dit kleine klasje van vijf leerlingen wringen ze zich helemaal in alle bochten. Ze zeggen dat ze van muziek en show houden. Ze zeggen dat het heel fijn is, iedere avond optreden. Ze zeggen dat dit circus hun geluk is. Ze zeggen dat ze het van hun oma hebben geleerd, dat in en uit de knoop geraken. Soms telefoneren ze naar huis. Thuis dat is Mongolië. Pas in de laatste bocht zegt een van de kleine slangenmensjes dat ze haar moeder mist. Als een schuldbekentenis: “J’écris souvent des lettres.”

Alegría, als een uitbarsting van vreugde,” zo staat er in het programmaboekje geschreven. Het stuk vertelt het verhaal van oude en nieuwe vogels, van een nar die koning zou kunnen worden. Het Cirque du Soleil is een mengeling van muziektheater, dans, variété, mime, clownerieën, acrobatie, overgoten met een poëtische saus. Het is circus waarin mensen de grenzen van hun lichaam aftasten. In de zomer van 1996 was het Cirque du Soleil voor het eerst te gast in ons land. Met de voorstelling Saltimbanco veroverde de groep het Belgische publiek. Twee jaar later zal de grote, witte circustent hier opnieuw opgesteld worden. Deze keer voor Alegría.

Met vijftig trucks rijden ze nu door Europa. Het Cirque du Soleil slaat niet zo maar gewoon zijn tenten op. Het doet een dorp verrijzen. Het centrum wordt gevormd door de grote feeërieke tent. Het is een stoffen kasteel, een Oosters Paleis met masten van 25 meter hoog en een doorsnede van 50 meter. Er is plaats voor 2500 toeschouwers. Honderd mensen zijn er nodig om die imposante tent op te zetten. Daarnaast zijn er verschillende wagens en containers die dienst doen als administratieve ruimtes, school, restaurant, toiletten, kleedkamers. Het hele dorp wordt opgebouwd op tien dagen. Twintigduizend vierkante meter groot is het. Het geeft het druilerige Hamburg een feestelijk cachet.

“Een normaal mens kan maar één keer per jaar probleemloos van omgeving veranderen”, zegt Europees Tour Manager Melvin Hunkar. “Wij verhuizen wel zes keer per jaar. We blijven enkele weken op een locatie en trekken dan weer verder. Onze mensen logeren in de hotels van de steden die we aandoen. Voor vele mensen is het een droom om deel te nemen aan onze tournee. Je moet die droom wel psychologisch aan te kunnen. Je leeft dicht op elkaar. Als je een probleem hebt, dan moet dat onmiddellijk uitgesproken worden. Het is de enige mogelijkheid om zo’n groepsleven op reis vol te houden.” De cast van Alegría bestaat uit 55 artiesten uit 11 landen. Daarnaast zijn er zo’n 80 mensen die meereizen om de show technisch, artistiek en administratief te ondersteunen en 20 familieleden die nu ook bij de groep horen. Zes koks koken dagelijks verse maaltijden. Melvin Hunker noemt zichzelf de burgemeester van het dorp. “Ik heb zelfs een wetboek.” Er staat in dat het de dorpelingen verboden is alcohol voor en tijdens de shows te gebruiken. Het bezit van dieren wordt niet toegelaten. Er mogen geen meubelstukken mee verhuisd worden. De artiesten moeten zelf hun kleren wassen.

De Britse olympische turnkampioen Paul Bowler (30) is een van de sterren van dit circus. De Loftrompet schalt zo: “Sterk en teder, levensecht en surrealistisch tegelijk, doet hij denken aan een hogere macht, op zoek naar de kracht van het leven.” De hogere macht heeft net zijn was gedaan en is nu vooral op zoek naar kleerhangers om de natte joggingpakken op te hangen.

Nog vier uur en de show begint. Die namiddag loopt Bowler met een gettoblaster het lege podium op. Hij traint op lawaaierige muziek. Hij wrijft zijn handen met kalk in. Hij duwt zich op en maakt een handstand in de ringen. Hij zwiert in brede cirkels voorbij. Steeds hoger gaat hij. Zo hoog dat hij zou doodgaan moest hij vallen.

“Ik klink zeker als een Mister Macho. Hoog in de lucht heb ik het gevoel dat ik iedereen controleer. Ik voel me een engel, omhoog gehouden door mijn spierkracht. Ik wil mensen een droom geven. Ik wil het publiek iets laten zien wat het altijd voor onmogelijk heeft gehouden.” Hij wacht op zijn eigen woorden. “Wat ik hier op het toneel doe, is eigenlijk niet zo moeilijk. Het grote verschil met mijn turnoefeningen van vroeger is dat ik niet op een zacht tapijt neerkom. Als ik hier val dan is het fataal.”

“Ooooh, mijn moeder, die was bààààng toen ze naar me kwam kijken. Ze dacht dat ik dood zou vallen. Toen mijn grootmoeder naar de voorstelling kwam kijken, kreeg ik het heel benauwd. Ze is al in de tachtig. Ik was bang dat ze een beroerte zou krijgen. Ik heb haar tijdens de act bloemen laten bezorgen. Uit dank voor wat ze in haar leven allemaal voor mij gedaan heeft. Ze was zo verbouwereerd dat ze alleen oog had voor mijn rozen.”

“Het leven van een sportman is hard. Je traint 30 uur per week. En dat doe je voor een jury die achter een tafel zit te wachten tot je een foutje maakt. Ik werd ouder. Ik ben zo competitief ingesteld dat ik niet tegen de jongere generatie wilde verliezen. Nu kijken de mensen ademloos toe als ik iets doe. Hier geef ik me iedere dag acht minuten lang aan honderd procent.” Hij gaat terug naar het podium. Hij heft zijn hoofd op en zweeft weer door de lucht. Met zijn voeten tilt hij een kubusframe op. Hij vliegt. Een trapezeacrobate komt binnen. Hij maakt een zachte landing. Hij trekt zijn T-shirt uit. Een boeketje spieren.

Madonna. Tom Cruise. Woopie Goldberg. Achter de coulissen hebben de artiesten hun Wall of Fame. Bekende mensen die naar de show kwamen kijken, lieten er hun handtekening achter. Woopie verbleef vorig jaar een week lang bij de groep tijdens de opnames van de speelfilm Alegría. In die film vormt de wereld van het Cirque du Soleil de achtergrond voor een liefdesverhaal waarin een zangeres van een circus verliefd wordt op een straatartiest.

Het Cirque du Soleil ontstond trouwens uit een groep straatartiesten. Begin jaren ’80 richtten enkele Canadese steltlopers en vuurspuwers een groep op waarmee ze door Québec trokken. Ze noemden zichzelf De Hoge Hakkenclub. Een van hen was de vuurspuwer Guy Laliberté. Hij stichtte in 1984 het Cirque du Soleil. Intussen is het een multinational geworden met vestigingen wereldwijd. Het hoofdkwartier is in Montréal. Er is een kantoor in Amsterdam, er is een vestiging in Las Vegas waar sinds ’93 de show Mystère permanent wordt opgevoerd. In de herfst komt er een Cirque du Soleil-watershow in Bellagio, een nieuw luxehotel-casino. Er zijn vestigingen in Tokyo en Singapore. In Disney World in Orlando wordt een nieuw theater gebouwd om een nieuwe voorstelling van het Cirque du Soleil in première te laten gaan. Wereldwijd telt het Cirque 1250 personeelsleden waaronder 266 artiesten. De groep reist de wereld rond met verschillende voorstellingen en tournees. Maar het zenuwcentrum blijft Montréal. Het is daar dat de concepten bedacht worden. Op de Europese tournee bewaakt een Vlaamse vrouw die originele concepten.

E nkels ontspannen. Hoofd naar rechterschouder en… naar linkerschouder.Ria Martens houdt een dansrepetitie. Ze knikt haar knie in de knieholte van een van de clowns. Ze gaat langs de rijen mensen. Ze streelt ze over hun rug terwijl ze met hun hoofd naar beneden hun schouders laten zakken. Ze checkt hun stress-gehalte.

Nog drie uur en de show begint. “Een artiest moet er staan met zijn hele zijn”, zegt Ria Martens. Ze is de artistieke coördinator op deze Europese tour van Alegría. Als jong meisje besloot ze van Hasselt naar New York te trekken. Ze ging er jazzdansen. Later werd ze directrice van een danscentrum in Montréal. Twee jaar geleden zag ze de voorstelling Saltimbanco in Antwerpen. “Mijn broer had een ticket voor me. Ik wilde niet mee. Ik dacht: “Pff. Zo’n circus, met dieren die kunstjes doen.” “Die groep komt wel uit Canada”, zei mijn broer. Ik ging kijken en verpandde mijn hart.” Martens waakt nu over de artistieke kwaliteit van de show. Als er iets misloopt zoekt zij artistiek verantwoorde noodoplossingen. “Hier is alles acuut.”

Het artistieke concept werd bedacht door een andere Belg, de regisseur Franco Dragone, een mijnwerkerszoon uit La Louvière. In België hield hij zich bezig met geëngageerd theater. Sinds 1985 is hij het creatieve brein van het Cirque du Soleil. Nu verwoordt hij in het programmaboekje zijn engagement zo: “Wij hebben geen illusies. De straatkinderen zullen Alegría niet te zien krijgen. Lachen is nog steeds een luxe die zij zich niet kunnen veroorloven. Onze vreugdekreten van vanavond zullen omslaan in een schreeuw van woede. Woede om de miljoenen jonge harten die opnieuw creperen in de goot van onze goede wil. Moge Alegría de strijdkreet worden voor diegenen onder ons die hun stem nog niet verloren hebben.”

Achter de schermen leert een Russische moeder haar zoon in de touwen klimmen. Ze stuurt hem de hoogte in. Ze is 34. Ze doet niet mee met deze show. In Saltimbanco was ze nog een ster. Nu is ze een oude trapeziste die op de grond moet blijven. “Ik wil de kennis doorgeven aan mijn kinderen, zoals ik het vak geleerd heb van mijn moeder en zij op haar beurt van haar moeder”, zegt ze. Of ze niet bang is dat haar kind te pletter zal vallen? “Neen”, zegt ze. Ze kijkt hoe op de klok de tijd trager voorbijgaat dan haar leven.

Angels can fly because they take themselves so lightly“, schreef een van de meisjes op haar spiegel. Iedere artiest heeft zijn spiegel. Aan iedere spiegel hangen foto’s van gemaquilleerde gezichten. Het is zes uur. Sommigen beginnen zichzelf zorgvuldig naar het voorbeeld uit Montréal te schminken. Aan iedere spiegel hangen ook herinneringen aan thuis. Op de turnmatten liggen jongens hikkend voor de televisie te lachen met een Mister-Beanvideo. In de postbakjes wachten brieven.

Het leven is hier zo intens”, zegt Joan Bluteau. Ze is de zangeres van dienst. Ze zong nog bij Demis Roussos. Dit circusleven vindt ze fijner. “Het is zo verijkend. Hier is de nabijheid met de anderen groter omdat je weet hoe gevaarlijk het is wat ze doen. Tegelijkertijd leer je hier ook te leven met je eenzaamheid.”

Nog een uur en de show begint. De sterkste man ter wereld staat in de refter. Hij vraagt via een tolk aan de pr-vrouw van dienst om hem morgennamiddag weer niet opnieuw zijn gewichten te laten heffen voor een publiek dat een rondleiding achter de schermen heeft gewonnen. “We zullen de mensen zelf de gewichten laten voelen”, zegt de pr-vrouw. Daarmee kan de sterkste man vrede nemen. Hij zet zich terug aan een tafeltje en kijkt verder naar de voetbalmatch op televisie. Met een et-voilà-gezicht dat alleen sterke mannen hebben.

Geschminkte mensen in zwarte badjassen hangen boven een bord dampend vlees. Er is gebraad. Er is een vegetarische schotel. Er is appelgebak. Er is pindakaas. Elvira Becks wijst de pot pindakaas aan. Ze komt uit Nederland. Ze is 22. “Mijn dromen zijn al vervuld”, zegt ze. “In het turnen heb ik mijn grootste droom verwezenlijkt: naar de Olympische spelen gaan.” Daarna heeft ze nog in een show van een Zwitsers illusionist gezeten. De talentenjagers van het Cirque du Soleil vonden haar. Ze deed een auditie in Londen. Superspannend was het. Haar moeder was gelukkig bij haar. Er zaten wel 30 mensen in de zaal die allemaal wel bij het Cirque du Soleil wilden komen. Ze moest trampolinespringen, touwklimmen, dansen, en vooral niet angstig zijn. Op een dag ging thuis huis plots de telefoon. Dat ze op 2 april in Montréal moest zijn om aan de opleiding als acrobate in Alegría te beginnen. Nu doet ze haar act iedere avond. Zonder angstig te zijn. Ze heeft hier zelfs een vriend gevonden.

De show begint. Muzikanten lopen het publiek in. Acteurs in schitterende vogelkostuums komen het podium op. Alles wordt herschapen in een Commedia dell’ arte-sfeer. Er zijn schitterende circusnummers. Er zijn personages uit de oude doos: de sterke man met de maliënkolder, de clowns, de narren. Er zijn de slangenmensen, de evenwichtskunstenaars, de trapezisten, de trampolinespringers, de vuurvreter. Er zijn acrobaten die elkaar onvoorwaardelijke trouw moeten gezworen hebben. Ze vangen elkaar in de lucht op. Hoog in de nok van de tent hangt de geliefde van Elvira. Het is geen gewone sterveling. Het is niet zij, het zijn wij die naar dromen tasten.

Alegría, Cirque du Soleil. Van 22 juli tot 23 augustus. Gedempte Zuiderdokken, tussen de Vlaamse en de Waalse Kaai, Antwerpen. Reserveren: Tel. (03)244.22.00.

Anna Luyten / Foto’s Lieve Blancquaert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content