HET HUIS ALS SCENARIO

De openklapbare blob is een futuristisch woonei van 20 m2 met woon-, was- en slaapfaciliteiten. Het mobiele kunstwerk is na vijf jaar nog steeds een internethit.

Stichting Kunstboek pakt uit met een oeuvreboek van het Mechelse architectenbureau dmvA (door middel van Architectuur). Een interview over lelijkheid, knipselmappen en blobs. “Op het moeilijkste perceel zijn wij top.”

Tik Blob dmvA in op Google en je krijgt meteen een paar duizend hits. Foto’s van de eivormige woonmodule gingen de wereld rond op allerlei blogs. Ze bereikten een veel groter internationaal publiek dan een boek van Stichting Kunstboek ooit zal kunnen. Waarom geven de Mechelse architecten van dmvA (door middel van Architectuur) dan nog een boek uit ? Blogs en sites als Pinterest zijn toch dé architecturale inspiratiebron van deze tijd geworden ? “Onlineprentjes dwarrelen rond als bladeren. Wie onze blob via die weg ontdekte, kent niet noodzakelijk onze andere projecten. Wie wil weten waar ons bureau voor staat, moet erg lang googelen. Een boek brengt samenhang in het oeuvre waar we al dertien jaar samen aan werken. Het is een blijvend medium dat vastlegt waar we nu staan. Een soort tussentijds naslagwerk, zeg maar”, vertelt David Driesen. Zijn vennoot Tom Verschueren knikt : “We hebben die blob echt niet ontworpen omdat we wat buzz op internet konden gebruiken. Maar we wisten wél dat het spraakmakend was. Na vijf jaar krijgen we er nog dagelijks mails over. Gisteren toonde een grote Chinese fabrikant interesse om er aparte woonentiteiten van te maken voor een hotelketen. Oké, de buzz ontplofte misschien wat in ons gezicht. Maar uit de erkenning kan iedereen wel energie putten om radicaal ons ding te blijven doen.”

Een virale internethit kan ook gevaarlijk zijn voor architecten. Jullie haalden zelfs al de hilarische blog ‘Ugly Belgian Houses’.

David Driesen : De foto toonde de buitenkant van een piramidevormig seventieshuis, waarvoor wij een nieuw interieurconcept hadden bedacht. Onze ingreep was niet te zien.

Tom Verschueren : Ik heb sowieso een probleem met het woord ugly. Wat is mooi en wat is lelijk ? Iets goeds hoeft niet mooi te zijn. En iets lelijks kan ook erg goed zijn. In een lelijke, oude koekjesfabriek in Meise richtten we een loft in met mobiele boxen. Het onesthetische van die fabriek werd aanvaardbaar door onze budgetvriendelijke ingreep. Lelijk is heel subjectief en contextgebonden.

David : De definitie van mooi verandert ook constant. Tijdens onze architectuuropleiding zijn op vijf jaar tijd het postmodernisme, deconstructivisme én minimalisme de revue gepasseerd. Tot geen enkele stroming behoren wij. We werkten ook nooit bij een bekende architect, we gedragen ons als autodidacten die elkaar gevormd hebben. We begonnen samen te werken tijdens ons postgraduaat Monumentenzorg in 1995. Ons uitgangspunt : radicale, compromisloze architectuur ontwerpen, los van elke stijl.

dmvA sluit nog steeds stilistisch nergens bij aan. Is dat niet meer een nadeel dan een voordeel ?

Tom : Het houdt ons fris. Elk project is een open vraag. En het antwoord is pas interessant, als we de bouwheer heel ver meekrijgen in ons concept. We durven kiezen voor niet-evidente, onverwachte oplossingen. Regelmatig krijgen we te horen dat onze ‘papieren architectuur’ flauw is. Maar de uitwerking is des te rijker. Bij veel architecten is het andersom.

David : Klanten die bij ons aankloppen, weten niet waar ze zullen eindigen. We willen geen speelbal zijn van stijlen of modes. Veel mensen willen toch een houvast als ze een architect kiezen. Logisch dat ze dus komen aankloppen met uitgescheurde prentjes uit magazines.

Tom : Waarop we hen beleefd vragen om hun knipselmap aan de kant te schuiven. Wij voeren liever een diepgaand gesprek met de bewoners. Als architect dring je diep binnen in hun privéleven. We vragen mensen te verwoorden wat ze belangrijk vinden. Soms fungeren we bijna als relatietherapeut. En soms krijgen we essays van twintig bladzijden over de karaktertrekken die de partners bij elkaar appre-ciëren. Heel interessant. Ons ontwerp ontstaat uit zulke gesprekken. Als die niet goed lopen, dan loopt het proces ook vaak spaak.

Jullie zijn ‘beeldenarchitecten’ : inspiratie halen jullie uit observaties, film, theater, videoclips en beeldende kunst. Waarom staat er dan nog tekst in het nieuwe boek ?

Tom : Onze architectuur is geen formalisme, gericht op mooie plaatjes. Het proces en het denkwerk zijn voor ons minstens even belangrijk als het resultaat.

David : Wij zijn niet de grootste filosofen of theoretici ter wereld, maar de teksten in het nieuwe boek duiden onze aanpak en het proces achter de projecten. Er staat ook een essay in van Stef Lernous, regisseur van theatergroep Abattoir Fermé. Hoe denkt iemand die zelf confronterende beelden in zijn scenografie verwerkt ? De vragen die een regisseur zich stelt op een podium of filmset, stellen wij ook tijdens ons ontwerpproces.

Is dat regisseurschap niet wat veel eer voor een architect die maar één keer in een woning ingrijpt ? Zodra het huis is opgeleverd, is jullie impact toch weg ?

David : De bewoners worden de acteurs in wat wij geregisseerd hebben. En pas dan ontstaan de verhalen. Er zijn altijd meerdere scenario’s mogelijk.

Tom : We dringen ons niet op. Een regisseur luistert tijdens het repetitieproces toch ook naar zijn acteurs ? Met die input doet hij meestal wel iets constructiefs. De klanten met wie we werken, bepalen mee de sterkte van ons ontwerp. Het ontwerpproces is een grote synergie, waar zeker plaats is voor improvisatie.

Jullie hameren erg op het ‘proces’. Maar daaraan heeft de bouwheer toch totaal geen boodschap ? Die wil toch alleen een opgeleverd project dat esthetisch is én netjes binnen het budget blijft ?

David : Het proces is het minst evidente gedeelte van een project. Geef ons maar opdrachten met een hoek af. We hebben projecten nodig met specifieke programma’s, beperkingen en uitdagingen. Hoe meer randvoorwaarden, hoe liever. Want dat doet ons op een andere manier en een ander niveau denken. Tijdens dat proces komen extreme oplossingen naar boven. Voor een carte blanche droomvilla met onbeperkt budget bellen mensen ons niet. Op het moeilijkste perceel zijn we top. Dat doortastende onderzoek om toch een opdracht te laten lukken, ondanks de moeilijkheden : dát typeert ons bureau. Die uitdaging is soms het perceel, het budget of de bouwheer. Maar evengoed de ambtenarij of Monumentenzorg. Door iedereen respectvol te behandelen en open te communiceren, kun je tot kwaliteitsvolle architectuur komen die verder durft te gaan. Daarom volharden we ook zo.

Tom : We communiceren eerlijk met de klant. Als we iedereen in elke fase van het project betrekken, wordt dat op het einde in dank afgenomen. Want als we in zo’n context iets extreems ontwikkelen, zijn alle partijen onderweg overtuigd geraakt.

Een zeer extreme oplossing was een ‘asociale’ privéwoning in Turnhout voor een koppel dat veel privacy wou. Aan de straatkant bouwden jullie een blinde muur met doorkijkmetselwerk. Voor de buren in de straat niet bepaald een prettig gezicht.

David : Wat is het verschil met een raamopening, waar continu de gordijnen dicht zijn ? Dat is toch even asociaal ? Wij kozen hier voor baksteen als gordijn. Dat huis had een publieke én een private ‘huid’ : aan de achterkant was het helemaal opengewerkt in glas. In het begin vond iedereen in de straat de woning lelijk en asociaal. De buren begonnen erover te discussiëren op straat. Iemand haalde er wat biertjes bij. En voor ze het wisten, was er een buurtbarbecue gepland. Die ‘blinde muur’ in de voorgevel was een conversation piece geworden.

Het boek ‘Some thing, some things, some thinking about dmvA’, komt volgende maand uit bij Stichting Kunstboek. www.dmva-architecten.be

THIJS DEMEULEMEESTER

“Ons uitgangspunt : radicale, compromisloze architectuur ontwerpen, los van elke stijl”

“De bewoners worden de acteurs in wat wij geregisseerd hebben”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content