HET GROENE MONSTER
Over de tuin achter het ouderlijk huis had ik gemengde gevoelens. Onze relatie begon goed. Jonge sla water geven en om het meest coloradokevers vinden (ik noemde ze trouwens eldoradokevers, dat klonk beter), dat was nog fijn. Het was de tuin die kersen leverde als de vogels ze niet eerst te pakken kregen. De tuin met de bessen en de krunselen – stekelbessen heten die in het deftig. Later stond de tuin voor vervelende karweitjes wanneer ik er net geen zin in had. Voor erwten peulen, worteltjes schrapen en selderij schoonmaken. Ik denk dat ik spontaan hooikoorts heb ontwikkeld om aan al dat groene werk te ontsnappen. Al hielp het uiteraard niet. Ik was allergisch voor alle grassen, bomen en heesters. Maar groenten kuisen kon je ook al niezend en snotterend. Enfin, veel liefde voor bomen, bloemen en planten heb ik nooit gevoeld. Een uitstap naar een tuincentrum was al een straf. En zelfs Koen De Bouw kon me niet verleiden tot het oefenen van mijn groene vingers. Al dat gehark en gedoe, ik vond het maar niks.
Ik ga hier niet beweren dat ik ondertussen de meest gemotiveerde tuinier ben geworden. Maar zelfs ik heb bakken met kruiden op het terras achteraan en planten op het balkon vooraan. Zou ik ook sla kunnen kweken in plaats van vetplanten, vraag ik me af. Waarom overleeft salie en ziet basilicum er niet uit ? En zou die rucola nu niet opfleuren als ik ze wat aanmoedig ? Ik googel en zoek, en controleer bij mezelf : bekruipt mij al de zin om te harken ? Nog net niet. Maar toch. Tegenwoordig is iedereen tuinier. Zelfs ik. In de ban van het groene monster, gebeten door de moestuinmicrobe.
Volgens de Amerikaanse bioloog Edward Wilson zijn we allemaal van nature ‘biofiel’. Zelfs verstokte stedelingen met hooikoorts, als ik. Allemaal zijn we onweerstaanbaar aangetrokken door de natuur, hebben we een band met wat leeft en geleefd heeft, voelen we instinctief een verwantschap met alle DNA-bezittende organismen. Laat dat dan een vetplant of een panda zijn. We leven amper sinds enkele honderden jaren in een stedelijke omgeving. Daarvoor vonden we onze weg in bossen en op prairies, holden we achter dieren aan of plukten we bessen en kruiden. Volgens Wilson is het die evolutiegeschiedenis die ons met hart en ziel aan de natuur bindt. En hij ziet dat niet louter gebruiksmatig. Volgens hem kan ook alleen de natuur tegemoetkomen aan onze emotionele, spirituele en artistieke verlangens. Daarom dat we meer geraakt worden door de roestbruine tinten van een herfstblad dan door dezelfde kleuren op een buis van de waterleiding.
Ik word maar een klein beetje poëtisch wanneer er een plant in bloei staat, en ben maar een ietsiepietsie trots als ik eigen gekweekte kruiden serveer. Ik, een ongelovige stedeling, uiteindelijk toch biofiel.
lene.kemps@knack.be
Lene Kemps
“Roestige tinten van een herfstblad raken ons meer dan diezelfde kleuren op een waterleidingbuis, omdat we verwant zijn met al wat leeft”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier