VAN DE BELGISCHE VROUWEN WIL 87 PROCENT GRAAG HAAR SILHOUET VERBETEREN, 53 PROCENT VINDT HAAR BUIK DE GROOTSTE PROBLEEMZONE. WAAROM KAMPEN ZO VEEL VROUWEN MET EEN NEGATIEF ZELFBEELD ? WAAROM ZIJN WE TOCH ZO OBSESSIEF BEZIG MET HOE WE ERUITZIEN ?

Ik hou niet van mijn buik. Ik beschouw hem als het meest verboden gebied van het universum dat ik ben.” Zo staat het in het eerste hoofdstuk van Het volle leven, de bundeling van drie boeken van Hanneke Groenteman, wellicht Nederlands bekendste cultuurpausin. Maar waarover gaan die boeken ? Nee, niet over kunst of literatuur, maar over het eeuwig balanceren tussen dik en dun, de twijfels over haar uiterlijk, de rol van eten en diëten in haar leven.

Of het nu om een enquête van het lingeriemerk Triumph gaat, om steekproeven van populaire internationale magazines als Grazia of Glamour, of om onderzoek op universitair niveau, de conclusie is dezelfde : vrouwen en hun zelfbeeld, het blijft tobben. Sterker nog, de worsteling met een problematisch zelfbeeld neemt stilaan epidemische vormen aan. Toegegeven, schoonheidsidealen zijn er altijd geweest, maar vroeger lag alleen een beperkte groep van voornamelijk jonge, welgestelde vrouwen daar wakker van. Tegenwoordig maken zowel jong grut als oma’s er zich druk over. Vandaar de Britse campagne met affiches van een vrolijke blonde peuter en de tekst : ” Is this the happiest she’ll ever be about her appearance ?” (Zal ze later nooit meer zo blij zijn met haar uiterlijk ?) Susie Orbach, auteur van bestsellers als Mooi dik is niet lelijk, stelt dat veel vrouwen hun lichaam tegenwoordig als een soort project zien dat ze tot in het oneindige moeten perfectioneren om aan de geldende normen te voldoen. Een mening die gedeeld wordt door Dr. Walter Vandereycken, psychiater en hoogleraar aan de KU Leuven.

Volgens een enquête van het lingeriemerk Triumph wil 87 procent van de vrouwen ouder dan vijftien een mooier silhouet. Ruim de helft tracht naar een kleinere confectiemaat. Verbazen die resultaten u ?

Dr. Vandereycken : Nee, de wens om slanker te zijn is iets dat je de laatste vijfentwintig à dertig jaar bij veel vrouwen vaststelt. We hebben daar aan de KUL trouwens onderzoek naar gedaan. Een groep vrouwelijke studenten kreeg video-opnamen van zichzelf te zien waarbij ze het beeld van zichzelf dikker of dunner konden maken. Vervolgens moesten ze drie vragen beantwoorden. Hoe denk je dat je eruitziet ? Hoe voel je dat je eruitziet ? Hoe zou je willen dat je eruitziet ? Die resultaten hebben we vergeleken met die van een groep boulimie- en anorexiepatiënten. Bij de meerderheid van de studentes was het ideaalbeeld een beetje magerder dan de realiteit. Maar het grote verschil met de patiënten met eetstoornissen was dat ze daar niet meteen een negatieve zelfbeoordeling aan koppelden. En juist dat is de cruciale factor volgens onderzoek : hoe iemand zichzelf als persoon beoordeelt, zal ook bepalen hoe zij haar lichaam beoordeelt, die twee dingen kun je niet van elkaar loskoppelen.

Vreemd toch dat ook voor intelligente, succesrijke vrouwen als Hanneke Groenteman het uiterlijk zo’n obsessie kan zijn.

Een simpele uitleg is dat de media voortdurend ideaalbeelden op ons afvuren. Maar het fenomeen heeft niet louter met schoonheidsnormen te maken. Laat twee vrouwen met exact hetzelfde curriculum voor een job solliciteren en je kunt het al raden : de slankere van de twee heeft de meeste kans om aangenomen te worden. Met gaat er namelijk van uit dat de slankere meer wilskracht heeft, meer zelfdiscipline. Met andere woorden, men linkt een aantal persoonlijkheidskenmerken aan het uiterlijk. En die vooroordelen worden er al vroeg ingeramd, vooral bij vrouwen. Bij mannen is slankheid niet meteen een doorslaggevende factor. Hoewel ook bij hen een nieuwe trend geldt : van de manager van vandaag wordt verwacht dat hij zorg draagt voor zijn uiterlijk. Maar in dat geval ligt de nadruk meer op het sportieve, het getrainde. Ook weer met het achterliggende idee dat een goede fysieke conditie getuigt van zelfdiscipline en succes en zelfvertrouwen uitstraalt. De manager met de gezapige bierbuik is een beeld van het verleden.

De media wordt vaak verweten dat ze een onrealistisch schoonheidsideaal zouden promoten, maar is het niet zo dat mensen toch ook een beetje willen dromen ? Experimenten wezen uit dat lifestylebladen met op de cover doorsneemensen in plaats van modellen, niet verkopen.

Dat ideaalbeeld wordt natuurlijk via allerlei vormen van entertainment verspreid. En dan is de vraag : wil je jezelf tegenkomen in de media, of een betere versie, of een versie die je kunt nastreven ? Eén blad kan vanzelfsprekend ook niet de perceptie veranderen van een hele groep mensen die van jongs af aan in een bepaalde richting wordt gestuurd. We leven nu eenmaal in een heel visuele cultuur die een hoogtepunt bereikt heeft met Facebook en Fotoshop. Mensen zetten flatterende (al dan niet bewerkte) foto’s bij hun profiel en creëren zo een wereld waarin waardering allereerst van visuele indrukken afhangt. Eerste contacten tussen mensen zijn heel interessant om te bestuderen. Er bestaan experimenten die nagaan hoe onze ogen in zo’n situatie bewegen. We scannen de tegenpartij meestal heel snel, op een aantal kenmerken. Valt de eerste indruk mee, dan stijgt de waardering, nog vóór we elkaar zelfs maar gesproken hebben.

De Nederlandse neurobioloog Dick Swaab beweert dat de invloed van de ideaalbeelden in de media op het ontstaan van anorexia nihil is.

Typisch een uitspraak van een hersenonderzoeker die weinig oog heeft voor de invloed van de cultuur. Ten dele heeft hij gelijk natuurlijk. Je kunt de media, de hele visuele cultuur niet verantwoordelijk stellen voor het creëren van ziekten. Dat zou nogal simplistisch zijn. Maar wat het uiterlijk betreft is het duidelijk dat de manier waarop je jezelf beoordeelt, bepaalt naar wie je kijkt en hoe beïnvloedbaar je bent door beelden in de media. Uit tests van onderzoekers in Maastricht bleek bijvoorbeeld dat vrouwen die goed in hun vel zitten, naar mooie vrouwen kijken zonder er zich in negatieve zin mee te vergelijken. Maar vrouwen die met minderwaardigheidsgevoelens kampen – en die hoeven niet eens met uiterlijk te maken te hebben – kijken naar mooie vrouwen vanuit een competitieve ingesteldheid : kijk eens wat zij hebben en wat ik niet heb. Er zijn er natuurlijk die veel gevoeliger zijn voor die beelden in de media dan anderen, maar het uitgangspunt is altijd een negatief zelfbeeld.

Anorexia heeft dus niets met een genetische voorbestemming te maken, een stoornis in de hypothalamus met name ?

Zoals je een aanleg voor depressie kunt hebben, kun je ook een aanleg hebben om een eetstoornis te ontwikkelen. Maar dat verklaart nog niet waarom sommige mensen echt geobsedeerd zijn door hun uiterlijk en bijvoorbeeld lijden aan een soort ‘ingebeelde lelijkheid’ waardoor ze voor kleinigheden plastische chirurgen aflopen. En elke operatie creëert natuurlijk een litteken, waarop een nieuwe fixatie ontstaat zodat ze in een vicieuze cirkel terechtkomen.

De worsteling met het zelfbeeld begint tegenwoordig op steeds jongere leeftijd.

Dat is een ontwikkeling van de laatste tien à vijftien jaar. Waar het vroeger een typisch puberfenomeen was, zie je nu al op de lagere school dat de manier waarop kinderen elkaar bejegenen steeds vaker bepaald wordt door het voorkomen. Zo hebben pesterijen vaak met uiterlijke kenmerken te maken : te groot, te klein, te dik, te dun. Kinderen blijken ook zeer gevoelig te zijn voor mediaboodschappen. Mediasterren en vedetten fungeren qua uiterlijk als ideaaltypes en er wordt al volop vergeleken. Maar jongens en meisjes reageren wel fundamenteel verschillend op mediaboodschappen. Jongens die niet aan schoonheidscriteria voldoen, kunnen hun gevoel van eigenwaarde ontlenen aan stoer gedrag, humor en sportieve prestaties. Dat verschil blijft ook later doorwerken. Mannen die ontevreden zijn over hun uiterlijk, zoeken de oplossing eerder in meer bewegen of trainen in de gymzaal. Meisjes en vrouwen zijn meer geneigd om de oplossing te zoeken in een aanpassing van hun eetpatroon. Een dieet, met andere woorden, dat soms drastische vormen kan aannemen en niet zonder risico is. Heel typisch is het verschijnsel fat talk. Laat twee vriendinnen elkaar tegen het lijf lopen en het gesprek zal snel gaan over aankomen en afvallen, eten en niet eten. Mannen onder elkaar doen dat niet.

Speelt de opvoeding een cruciale rol in de ontwikkeling van een positief zelfbeeld ?

Uiteraard. Ouders zijn een model, in de eerste plaats door de manier waarop ze met hun eigen uiterlijk omgaan. Onzekere moeders kunnen hun complexen doorgeven aan hun dochters. En dan is er de manier waarop in een gezin bijvoorbeeld commentaar gegeven wordt op televisiesterren en waardoor kinderen onrechtstreeks een ideaalbeeld meekrijgen van wat mooi en succesvol is. Ik kan ouders alleen maar aanraden om duidelijk te maken dat wie je bent belangrijker is dan hoe je eruitziet.

Is de kritische houding tegenover het uiterlijk niet typisch voor de westerse cultuur ? Op een Braziliaans strand, bijvoorbeeld, zie je ook oudere en zeer zware vrouwen in minuscule bikini’s.

Nergens is plastische chirurgie zo populair als in Brazilië, er heerst een echte strandcultuur. Maar vanaf een zekere leeftijd en een zeker gewicht heb je een excuus om uit de competitie te stappen. Laat dat een troost zijn. Wat ik patiënten probeer voor te houden is het belang van het inhoudelijke ; wie te veel belang hecht aan de uiterlijke verpakking, krijgt vroeg of laat problemen. Zo zien sommige vrouwen zelfs af van het moederschap uit angst voor veranderingen in hun figuur. Naast de fixatie op schoonheid, is er tegenwoordig ook de cultus van jong en strak, wat het probleem van ouder wordende vrouwen met een wankel zelfbeeld alleen maar erger maakt.

De boodschap naar vrouwen toe is vaak dubbelzinnig. Enerzijds worden we aangemoedigd om onszelf te aanvaarden, blij te zijn met wie we zijn, maar wie te zelfbewust is, krijgt ook negatieve reacties.

Enerzijds is er de druk van de media die ons ertoe aanzet om aan een maatschappelijk ideaal te beantwoorden, anderzijds ligt de nadruk op het individualisme. Dat is een evenwichtsoefening waar iedereen mee te maken krijgt. En we leven in een competitiecultuur waarin we zeer kritisch voor elkaar zijn en snel met een negatief oordeel klaarstaan. Je zou kunnen zeggen dat het feminisme vrouwen ertoe aangezet heeft om meer competitief te zijn, maar dat het overnemen van het mannelijke competitieve patroon hen in een nieuw keurslijf van perfectionisme gedwongen heeft. Wie is de mooiste, de beste, de slimste ? Het is maar de vraag of dat zo bevrijdend is.

DOOR LINDA ASSELBERGS – ILLUSTRATIE SEBASTIAAN VAN DONINCK

WAAR HET VROEGER EEN TYPISCH PUBERFENOMEEN WAS, ZIE JE NU AL OP DE LAGERE SCHOOL DAT DE MANIER WAAROP KINDEREN ELKAAR BEJEGENEN STEEDS VAKER BEPAALD WORDT DOOR HET VOORKOMEN.

HET FEMINISME HEEFT VROUWEN ERTOE AANGEZET OM MEER COMPETITIEF TE ZIJN, MAAR HET OVERNEMEN VAN HET MANNELIJKE COMPETITIEVE PATROON HEEFT HEN IN EEN NIEUW KEURSLIJF VAN PERFECTIONISME GEDWONGEN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content