Het geheim van de essentie

Zes jaar oud en nu al aan het plafond in België : kledingmerk Essentiel kwam, zag en overwon. Het koppel Esfandiar Eghtessadi en Inge Onsea over het karakter van hun wonderkind. En over hun geheim : energie, ritme en passie. Veel passie.

Energie. Zonder te twijfelen zetten Esfandiar Eghtessadi en Inge Onsea het bovenaan de top drie van de geheime wapens van Essentiel. En ik geloof ze. Na een uurtje samenzijn met het paar stap ik terug naar de wagen met opvallend daadkrachtige tred en een gulzige goesting in de rest van de dag. Er is iets met die twee. Ze zijn zo morsig met energie en passie (het tweede geheim wapen), dat je onvermijdelijk in de brokken deelt. De passionele energie is hier nu eenmaal broodnodig. Alleen al om de duizelingwekkende cadans aan te houden waarmee het kledingmerk Essentiel sinds 2000 uit de startblokken is geschoten. Intussen is de Belgische markt met 120 verkooppunten en 7 monomerkwinkels helemaal ingepalmd en staat de blik scherpgesteld op het buitenland, nu al goed trouwens voor 70 procent van de omzet.

Het is Eghtessadi die me de stand van zaken schetst, terwijl we wachten op zijn vrouw. Dat doet de Brusselaar van Frans-Iraanse afkomst in het Nederlands, waarbij hij me na zowat elke zin toch ietwat onzeker vraagt of hij wel duidelijk is. Ik knik telkens bemoedigend, al benadruk ik ook in het Frans te willen doorgaan. Maar daar wil hij enthousiast niets van weten. Tot Inge Onsea, een rasechte Antwerpse, eraan komt. “Je spreekt Nederlands, wat goed.” En dan tegen mij, met een vertederde glimlach. “Ja, hij leert het nu door voor te lezen uit Nederlandstalige boekjes voor onze kinderen.” Met een schertsende sérieux opnieuw tegen haar man. “Maar spreek nu toch maar Frans, schat. Anders zitten we hier vanavond nog.”

Basic is de basis

Het creatieve en administratieve hart van Essentiel klopt in een pand aan de Antwerpse Schuttershofstraat, dat het duo in de begindagen nog deelde met Walter Van Beirendonck. “Een charmante tijd”, herinnert Onsea zich. “En soms hilarisch wanneer onze deftige inkopers hier in de toiletten of op de gang Walter tegen het lijf liepen. Een verschijning die ze niet verwachtten.” Nu het team de laatste vijf jaar van 2 tot 33 medewerkers aanzwol, zullen ze volgend jaar de Schuttershofstraat inruilen voor een ruimer onderkomen aan de Graanmarkt. Wel met pijn in het hart : het koppel heeft er tot vorig jaar tenslotte zelf gewoond en het is bovendien ook hier dat Essentiel groot werd.

Al moeten we voor het prille begin terug naar Brussel. Daar, aan de keukentafel van hun flat, kreeg in 2000 de allereerste Essentielcollectie vaste vorm. “Enfin, collectie”, glimlacht Eghtessadi. “We zijn begonnen met T-shirts. Alleen T-shirts, ja : één model met korte en één met lange mouwen. Basic, je zegt het. Maar dan wel in 25 kleuren te verkrijgen. Kleur is trouwens wellicht nog altijd het sterkste punt van Essentiel. De T-shirts verkochten we ook ter plaatse, in ons flatje, en ik kookte dan voor onze gelegenheidsmedewerkers en inkopers. Zeer kleinschalig en familiaal, onze klanten vonden dat geweldig.” De aanpak en T-shirts sloegen aan. Niet alleen dankzij de kleuren, ook door de kwaliteit. “Iets dikker en steviger dan gewone T-shirts”, zegt Onsea. “Dezelfde modellen zitten overigens nog altijd in elke Essentielcollectie : ze staan bekend als de Kiki-T-shirts. Kiki, want zo heet de stof. Ze blijven een geweldig succesnummer.”

Essentiel was voor geen van beiden hun maidentrip in de modewereld. Via mama Nicole Cadine, de ontwerpster met het gelijknamige modelabel, kreeg Esfandiar de mode met de fruitpap binnen. “Ik ging overal mee : fabrieken bezoeken, winkels doorsnuffelen, stoffen leren aanvoelen. Ik heb van haar niet alleen het ritme van de modewereld geleerd, ze heeft me vooral een fijngevoeligheid voor mode aangekweekt.”

De eerste eigen stappen zette Eghtessadi als assistent-verkoper bij het label Henry Cottons, daarna als agent bij het Franse westernlaarzenlabel Go West en nog later, al was hij toen nog altijd maar pas 21, bij Mer du Nord, onder de vleugels van eigenaar Luc Duchêne. “Ik ontmoette Luc toevallig in een nachtclub. Het was de tijd dat hij volop scoorde met Chipie en Chevignon. Om vijf uur ’s morgens zijn we aan de praat geraakt. Hij zocht een verkoper voor Mer du Nord, dat hij er toen net bijgenomen had. Et voilà, een maand later ben ik begonnen. Voor tien jaar. Van Luc heb ik ontzettend veel geleerd. Misschien vooral het belang van berekende stoutmoedigheid, van doseren, en al zeker van een goede timing. Ook met Essentiel hebben we vanaf het begin een vast ritme gevolgd en dat is tot op vandaag hetzelfde gebleven. Elk jaar beginnen we op dezelfde dag aan de styling, vertrekken we op dezelfde dag naar het buitenland, starten we stipt de productie… Een vlot en vast ritme aanhouden, dat is van levensbelang.” Ook voor Inge Onsea was dat gekende leerstof, want toen ze met Essentiel begon, had ze er acht jaar als model op zitten voor de showrooms van Max Mara. “Als er één modebedrijf orde en structuur heeft, dan wel Max Mara. Na acht jaar had ik bovendien een goede band met de klanten. Nuttige contacten voor Essentiel uiteraard.”

Aparte mannenwereld

Verbluft door het succes van de T-shirts, smeekten klanten intussen steeds vaker om een volledige collectie. Geleidelijk en voorzichtig nam Essentiel er enkele broeken en wat pulls bij. Al was het vooral toen ze in het Antwerpse Hortacomplex een winkel op de kop konden tikken, dat een en ander in een stroomversnelling raakte. Algauw kwam er een kindercollectie en een uitgebreid gamma accessoires, en sinds drie seizoenen ook een – voorlopig nog prille – mannencollectie. Voor dat laatste klopte Essentiel aan bij ontwerpster Anouk Robyn. “De mannen vragen echt een heel specifieke aanpak”, beseft Eghtessadi. “Mannen kun je er niet zomaar even bij nemen, dat had ik eerlijk gezegd toch wat onderschat. Ook de winkels. Ik wil afzonderlijke mannenboetieks : mannen houden er niet van om kleren te kopen in dezelfde ruimte waar ook vrouwen en kinderen dat doen. Er moet een volledig andere sfeer hangen, zodat ze een eigen mannenuniversum kunnen binnenstappen. Dat is iets waar ik me zo vlug mogelijk op wil toeleggen.”

Nu Essentiel bovendien uitgezworven is naar onder meer Frankrijk, Nederland, Groot-Brittannië (Harrods voorziet zelfs in een afzonderlijke kids corner), Japan, Italië, Spanje, Scandinavië en Canada werd het tijd voor een gloednieuwe en representatieve flagshipstore in thuisbasis Antwerpen. Die opende vorige maand de deuren in de Schuttershofstraat, niet zo ver van de oude boetiek. “Die openden we op een moment dat Essentiel zijn persoonlijkheid nog lang niet had ontplooid. Het interieur zag er vrij klassiek en basic uit. Helemaal niet meer waar Essentiel nu voor staat. Het was hoog tijd voor vernieuwing.”

Onsea : “En binnenkort openen we dan wel onze eerste monomerkboetiek in het buitenland, in Den Haag, voor de rest komt Essentiel buiten de Belgische grenzen voorlopig nog alleen in multimerkenzaken voor. Daar kan de klant niet ten volle zien en ervaren wie of wat Essentiel is. Vandaar de extra nood aan een representatieve flagshipstore in Antwerpen.”

Eghtessadi en Onsea vullen elkaars zinnen razend snel en haast zonder tussenpauze aan. Is hun taakverdeling al even naadloos complementair ? Uit de opgetrokken wenkbrauwen en vragende blik die ze elkaar toewerpen, blijkt die hoe dan ook alvast niet streng afgelijnd. “De styling voor de collecties doen we sowieso altijd samen, uiteraard met onze stylisten erbij”, begint Onsea. “Dat betekent : twee keer per jaar vijf volle weken zij aan zij, van ’s morgens tot ’s avonds. En ja, de discussies laaien dan weleens hoog op – passioneel als we zijn. Maar het is net dat uitvoerig bediscussieerde en zorgvuldig afgewogen voortraject dat een succesvolle en evenwichtige collectie oplevert. Voor de rest hebben we afgesproken dat ik me vooral met de operationele kant bezighoud, en Esfand met de winkels, de export, de contracten, de beurzen… Enfin, toutes les choses chiantes, quoi…

Eghtessadi, haastig : ” Chiantes, voor jou misschien. Ik houd daar net van. En minimaliseer je eigen rol maar niet. Wat je trouwens ook achter de schermen nog voor elkaar krijgt : in de voorbije twee jaar ben je twee keer bevallen en heb je nog eens ons nieuwe huis klaargestoomd.” Onsea haalt glimlachend de schouders op, hij gaat onverstoord verder. “Weet je trouwens hoelang Inges zwangerschapsverlof heeft geduurd vorige zomer ? Vier dagen. Daarna zaten we alweer op het vliegtuig.” En de pasgeborene ? “Mee”, knikt Onsea. “De jongen heeft de eerste maanden geen drie dagen in hetzelfde bed geslapen. Maar we moesten nu eenmaal naar beurzen, en ik wou per se borstvoeding geven. Het heeft absurde taferelen opgeleverd : borstvoeding in pashokjes en in taxi’s. Maar het is gelukt. En vrij goed eigenlijk. Ik kan me voorstellen dat het verregaand klinkt, maar Essentiel is tenslotte ook in zekere zin onze baby. De toewijding en liefde zijn onvoorwaardelijk en volledig.”

Wordt de lijn tussen werk en privé dan niet griezelig dun ? “We waren al twee jaar samen toen we met Essentiel begonnen. Hij was niet eerst mijn baas, we waren eerst geliefden”, benadrukt Onsea. “En dat helpt om de dingen in het juiste perspectief te zien. Je leert dat trouwens hoor : de knop omdraaien. Al heeft Esfand het daar dan wel iets moeilijker mee. Il est torturé, tous le temps. Maar dan neem ik hem zijn gsm af : dan ontspant hij, willens nillens. Net voor de nieuwe collectie uitkomt, kan het weleens gebeuren dat hij me ’s nachts wakker maakt : ‘Was die kleur wel een goed idee ?’ Maar na één streng ‘Laat me met rust’ slaapt hij weer verder. Onze weekends houden we bovendien geheel en al voor het gezin. Die zijn heilig en heerlijk, maar op maandagmorgen staan we allebei ook hard te popelen om er weer aan te beginnen.” “Trouwens,” meent Eghtessadi, “mochten we dit niet samendoen, dan zouden we elkaar wellicht helemáál niet zien. Deze ‘job’ is een manier van leven. En dat leid je ofwel samen, ofwel niet.”

www.essentiel.be

Guinevere Claeys

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content