Lene Kemps
Lene Kemps Lene Kemps is de hoofdredactrice van Knack Weekend.

München, Duitse mode, het zei hem niet veel. Maar omdat Margaretha Ley zo aandrong, wilde hij wel proberen. Ondertussen werkt Brian Rennie al tien jaar voor Escada. ?Elke dag ontmoet ik vrouwen die onze kleren dragen. Ik kan me niets heerlijkers voorstellen.?

Lene Kemps

Escada bereidt zich voor op de twintigste verjaardag en de sfeer in het bedrijf is uitbundig. De dood van Margaretha Ley, het stigma van de jaren tachtig en de stuurloosheid van begin negentig liggen in het verleden. Het grote tankschip dat Escada heet, lijkt de juiste koers te varen.

Grote baas Wolfgang Ley voelt zich goed. De collectie voor zomer ’98 wordt in München voorgesteld en hij is omringd door wat hij de grote Escada-familie noemt : inkopers, klanten en leveranciers. Als een geroutineerde stand-up comedian houdt hij de 1500 gasten bezig met anekdotes, zakenverhalen en grapjes. ?We kregen bericht dat men in Oman graag zaken met ons wil doen. Toen we de collectie daar gingen voorstellen, vond de vrouw van de minister alles zo mooi dat ze de hele collectie heeft besteld. Zo moesten we meer klanten hebben, vind ik.? Openingen van nieuwe winkels worden gesignaleerd, huismodel Paulina Porizkova wordt in de bloemetjes gezet, er worden cadeautjes uitgedeeld aan de Aziatische, Amerikaanse en Engelse partners, en winkels die erg goed verkocht hebben, worden op het podium geroepen. Een Amerikaanse dame heeft dit jaar voor maar liefst vier miljoen dollar Escada verkocht. Je voelt hoe andere winkels de adem inhouden van pure verbazing. ?Vier miljoen dollar ! Het is onmogelijk dat ze nog met de klanten kan bezig zijn, die zit vast en zeker uitsluitend aan de kassa?, wordt er nadien op de receptie wat gegniffeld.

Ley neemt het woord familie erg vaak in de mond en er heerst ook een sfeer van iedereen-kent-iedereen. Het is die sfeer die Brian Rennie zo aangenaam vindt en die hem als Schot aan een Duits huis bindt. ?Toen ik Margaretha in Zwitserland toevallig ontmoette, studeerde ik nog?, zegt hij. ?Ik zat op de Royal College of Art in Londen en had grootse plannen. Escada, München, het zei me allemaal weinig. Maar ze drong aan, ik accepteerde de job en ik heb er geen moment spijt van gehad.?

Voelt u soms niet een beetje frustratie omdat Escada niet wordt beschouwd als ontwerperscollectie of trendsettende lijn ?

Brian Rennie : Ach, persaandacht is omgekeerd evenredig met verkoopcijfers. Wij zijn erg commercieel en veroorzaken dus geen hype. Er vallen geen redactrices in katzwijm in onze showroom voor dat ene stuk dat ze beslist moeten hebben. Maar ik zie liever honderd vrouwen op straat onze kleren dragen.

Wij zijn geen trendsetters. Maar ik ben evenmin van het principe : u vraagt, wij draaien. Ik streef naar een evenwicht tussen commerciële en sterke stukken. Ik probeer Escada steeds een stukje verder te duwen, maar zonder klanten te verliezen. Wij zijn een hele goede, realistische collectie en onze kleren maken veel vrouwen gelukkig. Dat lijkt me het mooiste dat ik me als ontwerper kan wensen.

Confronteert men u met de verkoopcijfers, moet u bepaalde aantallen halen ?

Ik moet dat niet, maar ik weet graag wat verkoopt. En als een bepaald motief of model enorm veel succes heeft, waarom zou ik dan niet proberen om daar het volgende seizoen een variatie op te brengen ? Ik krijg graag informatie van de aankopers en op mijn beurt speel ik dingen aan hen door.

De dag na het defilé hebben we altijd een grote bijeenkomst waarop ik samen met de aankopers nog een keer stuk voor stuk door de collectie loop. Ik denk dat wij het enige bedrijf zijn dat zoiets doet en ik geniet van zo’n dag. De communicatie tussen alle afdelingen van het bedrijf maken deel uit van ons succes.

Escada is dan ook een immense collectie. Je zou erin verloren lopen.

Een internationale collectie wordt onmiddellijk groot, dat kan niet anders. Een broek die goed zit op een Amerikaanse vrouw past een Aziatische niet enzovoort. Ik kan het me niet veroorloven om te zeggen : dit is dé broek van het seizoen, te nemen of te laten ; ik moet keuzemogelijkheden bieden. Maar al die verschillende elementen gieten we in een stevige structuur van kleurgroepen en thema’s, dus verdwalen doen we nooit.

Tijdens de showroompresentatie hoorde ik u tegen de aankopers zeggen : dit jasje heeft geen gouden knopen, maar door het stoffengebruik oogt het toch rijk en luxueus. U moet dus blijkbaar nog steeds tegen de clichés vechten.

Er zijn nog altijd mensen die vasthouden aan het stereotiepe Escada-beeld : schreeuwerige kleuren, gouden knopen, flashy. Maar het is gelukkig een zeer kleine minderheid. Wij hadden gouden knopen toen de tijd daar rijp voor was. Nu hebben we kleren die op een sobere manier luxueus zijn. Vrouwen die Escada kopen, kennen Jil Sander, Armani en ook Hennes & Mauritz. Je kan je ogen niet sluiten voor de buitenwereld en alleen maar in het huis van Escada leven. Je moet rekening houden met wat er buiten gebeurt.

Het jaren tachtig-etiket blijft wel erg hardnekkig plakken. We zijn bijna in het jaar 2000.

Vreemd hé. Escada is nooit blijven stilstaan, we zijn altijd geëvolueerd en toch associeert men ons met dat ene moment. Jonge, moderne vrouwen denken nog steeds niet meteen aan Escada als ze een nieuw pak willen. Maar wat bemoedigend is : als ze het eenmaal hebben geprobeerd, dan zijn ze overtuigd. In Amerika zijn massa’s jonge actrices die Escada dragen : Angela Basset, Jennifer Lopez, Mira Sorvino… Ook Lady Di koopt wel eens iets. Als mensen dat zien, zijn ze verbaasd : tiens, is dat Escada ?

De twintigste verjaardag is op komst. Mist u Margaretha op zo’n moment ?

Enorm. Ik heb zes jaar intens met haar gewerkt. We deden de fotoshootings en de beurzen samen, dus dat zijn periodes dat je elke dag samen aan tafel zit en met elkaar moet werken. Het enige wat ik op zo’n moment als vandaag kan denken, is dat ze er eigenlijk nog is. Ze maakt voor mij nog altijd deel uit van de collectie, het is nog steeds haar spirit die door Escada waait.

Ze moet een indrukwekkende vrouw geweest zijn.

Ze was heel mooi en had een sterke persoonlijkheid. Ze kon veel geven. Ze heeft mij opgeleid en gevormd en ik word me er steeds meer van bewust dat ik met haar ogen kijk.

Voelde u zich voorbijgestoken toen na haar dood Michael Stolzenburg als hoofdontwerper werd aangesteld ?

Nee, want daar hadden Margaretha en ik het samen nog over gehad. Ik was op dat moment bezig met het vergaren van marktinformatie, het organiseren van de defilés, de styling voor fotoshootings en dat soort dingen. En ze vond dat ik die job moest blijven doen omdat ik er goed in was. Michael was veel beter in kleurconcepten en dat soort dingen, dus hij was de logische opvolger.

Na zijn dood werd u hoofdontwerper, maar toen werd u weer met Tod Oldham als creatief adviseur opgezadeld.

Het basisidee was om invloed van buitenaf binnen te halen. We hadden op dat moment nood aan een frisse kijk op ons label. We hadden iemand nodig met knotsgekke ideeën om ons helemaal door elkaar te schudden. En toen ik voor de eerste keer in Oldhams showroom kwam, vol kleuren en verschillende prints, had ik echt het gevoel dat hij bij Escada goed werk zou kunnen leveren. Het project is met een sisser afgelopen. Vreemd genoeg scheen niemand eigenlijk precies te weten wat Oldham kwam doen, en hij wist blijkbaar niet wat wij van hem verwachtten. De samenwerking leverde ons wel flink wat persbelangstelling op encreëerde dat effect van : waw, Escada werkt met een jong en creatief iemand ; dat was natuurlijk mooi meegenomen. Oldham gaat zich nu op twee van onze andere lijnen concentreren : apriori en Kempner. Die collecties zullen hem beter liggen, ze zijn jonger.

U was eigenlijk de pionier van een trend. Tegenwoordig haalt iedereen een Amerikaan in huis.

Dat Amerikaanse gevoel voor verfijnde sportswear ligt erg goed in de markt en zij hebben het in hun vingers. Verder is Amerika natuurlijk een immense markt, waarmee je dus maar beter goede contacten onderhoudt. Wij hebben altijd een hechte band met de Verenigde Staten gehad. Ik ga zo’n acht keer per jaar naar New York, we doen ginder veel trunk shows en we kennen alle inkopers persoonlijk.

De Escada-vrouw lijkt me erg Amerikaans.

Men is geneigd dat te denken, door ons kleurgebruik. Maar we zijn ook erg populair in Frankrijk, doen het goed in Italië en zelfs in Engeland. Escada spreekt verschillende nationaliteiten aan.

Paulina Porizkova is het gezicht van Escada. Is zij ook uw ideale vrouw ?

Ik hou ontzettend veel van Paulina. Ze is mooi en intelligent. Ze is actrice, moeder, fotografe en dan bovendien ook nog aardig en welopgevoed. Ze was nog erg jong toen Margaretha haar ontdekte, en ze is nooit vergeten dat ze bij ons haar eerste stappen zette. Ze maakt deel uit van onze familie. Ik kan me geen beter model wensen.

Brian Rennie (rechts) : persaandacht is omgekeerd evenredig met verkoopcijfers.

Hiernaast : Rennie met Carla Bruni ; linksonder : Wolfgang Ley met huismodel Paulina Porizkova ; rechtsonder : Rennie met Porizkova.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content