In wonen en vooral werken zoekt Jos Devriendt naar pure schoonheid. Gepassioneerd door estetiek komt hij altijd terug tot eenvoudige vormen omdat die het sterkst zijn. Als kunstenaar en ambachtsman ziet hij af van modegrillen.

HILDE BOUCHEZ

FOTO’S : VERNE

Zeven jaar geleden studeerde Jos Devriendt af aan het Gentse Sint-Lukasinstituut. Op die korte tijd wist hij zich een persoonlijke stijl toe te eigenen. Daarvan getuigen tentoonstellingen in binnen- en buitenland. Zijn keramische vormen zijn sober en uitgepuurd, en zowel in zijn vazen als in zijn serviesgoed is het funktionele aspekt belangrijk. “Een vaas moet mooi zijn op zich, maar vooral in kombinatie met bloemen. Ik probeer funktionele en estetische kwaliteiten met elkaar te verzoenen, en vermijd een te uitgesproken vormgeving”, zegt Devriendt. Hij zet zich af tegen objekten die metaforen zijn van vazen en die hun oorspronkelijk doel verloren hebben. Vertrekkend van de oeroude funkties van de gebruiksvoorwerpen streeft hij naar een verheven produkt, zowel qua vorm als qua techniek : “Middelmatigheid is iets waartegen ik mij wil verzetten. Ik ben tevreden als ik kwaliteit lever en kwaliteit zie in het werk van anderen. Moesten de betere kunstenaars in Vlaanderen samenwerken, dan zouden we in het algemeen een hoger niveau en zeker een groter publiek kunnen bereiken. Maar afgunst staat in de weg. Ik heb bijvoorbeeld veel respekt voor een goed ambachtsman. Niet iedere kunstenaar kan even kreatief zijn, maar als zijn werk technisch en poëtisch sterk is, moet dat bewonderd en gestimuleerd worden. Het beheersen van een ambacht is de basisvoorwaarde om een goed ontwerper te worden. Vormgeving impliceert respekt voor de materie, en dat vereist materiaalkennis. Enkel op die manier ontstaan een puurheid en autenticiteit die zich van gadgets onderscheiden. ” Devriendt maakt origineel werk, maar ook seriestukken. Onlangs ontwierp hij een eetservies dat geproduceerd en verdeeld zal worden in België en Nederland.

Het werk van Jos Devriendt wordt vaak beschreven als minimaal. “De term minimalisme is zo beladen dat niemand er nog de betekenis van kent”, meent Devriendt. “Mijn keramiek is juist zo rijk dat ze iets betekent. Een doorgedreven minimalisme resulteert in een erg schraal leven. Veel minimale vormgevers spitsen zich zo toe op de vorm, dat hun produkten niet meer funktioneren. Vanuit dat oogpunt ben ik helemaal geen minimalist. Ook mijn manier van wonen is erg sober, maar niet minimaal. Ik zoek niet naar zo weinig mogelijk, wel naar zo leefbaar mogelijk. Het is een heel andere benadering. Ik reduceer niet tot er bijna niets overblijft. Ik vertrek van niets en voeg net genoeg toe om de nodige betekenis of funktie te geven. “

Jos Devriendt woont in Gent, in een verpauperde buurt achter het Zuid, waar hij een oud koetsiershuis verbouwde tot zijn atelier en woning. Hij creëerde er een sfeer van eenvoud en emotie, waarbij de verhoudingen tussen de verschillende elementen het belangrijkst zijn. Het werd een woning waarin hij uitersten samenbrengt tot een rustgevend geheel. “Alles heeft zijn plaats, en dat is belangrijker dan het meubel op zich”, zegt Devriendt. “Wat je maakt, moet je in een kontekst plaatsen. Dat geldt ook voor een meubel. Als je één stukje verandert, verandert alles, omdat het geheel primeert op het onderdeel. Het inrichten van een woning is eigenlijk niets anders dan het schuiven met volumes, waarbij elk objekt in een ruimte in verhouding moet staan met de andere elementen en met die ruimte op zich. Het Schröderhuis in Utrecht is daar een mooi voorbeeld van. Het is eigenlijk een verzameling van gekleurde panelen die weloverwogen in een bepaalde ruimte geplaatst werden. Door hun plaats definiëren ze een nieuwe ruimte. Zo is ook de rood-blauwe stoel van Rietveld bedacht voor deze ruimte, die er volledig door wordt opgeslorpt. Op die manier ontstaat er een eenheid tussen architektuur en interieur. Neem die stoel uit de kontekst, en hij verliest zijn intrinsieke waarde. Het is uiteraard best mogelijk dat hij in een ander interieur perfekt geïntegreerd wordt, maar over het algemeen wordt hij een sierobjekt dat alle voeling met het oorspronkelijk koncept verloren heeft. “

De meubels in zijn woning heeft Devriendt voornamelijk van de rommelmarkt. Geen oude prullen, maar meubels met een krachtige vorm. De tafel van Maarten Van Severen is nieuw. Een geestesgenoot ? “Ja en nee. We werken beiden met zuivere vormen, maar toch op een andere manier. Het is verkeerd om ons werk te associëren. Maarten heeft ook een totaal andere filozofie over het meubel. Maar dat neemt niet weg dat ik erg veel van zijn werk hou. ” Rond de tafel staan stoelen van De Coene.

Het wonen gebeurt in vier kamers : de slaapkamer, de keuken, de badkamer en de fantastische zolder. Onder de ronde dakgewelven verzamelde Jos Devriendt zijn keramiekkollektie. Daartussen wordt geleefd. Devriendt bracht verschillende elementen zorgvuldig samen, en schiep een feeërieke ruimte. De sfeer die de oude zetels, de tafel van Maarten Van Severen en het zelfgemaakte kastje oproepen, wordt versterkt door het zachte oosterlicht dat door een oud glasraam binnenvalt. Het kunstlicht schept warmte.

In iedere hoek bouwt de kunstenaar stillevens met zijn werken, die in de rudimentaire ruimte optimaal tot hun recht komen. Ondanks het groot aantal objekten straalt de zolderkamer rust uit. Devriendt weet het emotionele meesterlijk te verweven met de eenvoud. Naast de tafel staat een houten kast die hij zelf ontwierp. De ronde lijnen van zijn keramiek komen erin terug. Ook de rieten vazen naast de kast verraden zijn hand : “Ik vind het boeiend met andere materialen te werken. Maar momenteel beperk ik mij tot keramiek, die ik wil toepassen in de meest ruime zin. Zo speel ik met het idee om een meubel te maken met massieve kleilappen. “

De keuken werd in tegenstelling tot de zolder zo leeg mogelijk gehouden : een tafel, twee stoelen en een aanrecht met de voorraadpotten. Dat aanrecht benadrukt de bizarre architektuur van deze woning. De keuken is gebouwd tussen twee verdiepingen, waardoor het grootste, laagste raam onder de vloer verdwijnt. De badkamer is een identieke ruimte. Het bad, een werk van de Gentse kunstenaar Pascal Ghyssaert, staat er centraal. De slaapkamer werd sober aangekleed en doet ook dienst als intieme eetkamer en bureau. Het art-decobed, de nachttafeltjes en de eettafel vond Devriendt op de rommelmarkt. Achter deze ruimte ligt het atelier, dat uit twee delen bestaat : boven wordt er gedraaid, beneden gedroogd en gebakken. Op de tafel wachten de verschillende stukken van het servies om in de ovens te gaan. In de rekken staan de gebruikte gipsvormen zorgvuldig gerangschikt. Hoewel hier dagelijks gewerkt wordt, is het atelier overzichtelijk en heerst ook hier een sfeer van ultieme rust en schoonheid.

“Het inrichten van een woning is eigenlijk niets anders dan het schuiven met volumes”,zegt Devriendt.

Zacht oosterlicht valt binnen door een oud glasraam (rechts). Het bad (onder) is een werk van de Gentse kunstenaar Pascal Ghyssaert.

Onder : Devriendt maakt origineel werk, maar ook seriestukken. Onlangs ontwierp hij een eetservies dat verdeeld zal worden in België en Nederland.

De keuken (rechts) is gebouwd tussen twee verdiepingen, waardoor het laagste raamonder de vloer verdwijnt.

Onder : tafel van Maarten Van Severen, stoelen van De Coene en een zelfgemaakt kastje.

Devriendt : “Mijn manier van wonen is erg sober, maar niet minimaal. Ik zoek niet naar zo weinig mogelijk, wel naar zo leefbaar mogelijk. “

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content