Net als in tv- en muziekland, is ook in modeland het begrip ‘backstage’ omgeven met een spannend aureool. Tijdens de modeweken is het telkens dringen, daar in die backstageruimten. Fotografen, journalisten en filmploegen lopen elkaar voor de voeten en daartussen laveren modellen, make-upartiesten, kleedsters en vaak de ontwerper zelf. Gestreste pr-mensen moeten dan de honderd-en-één interviewaanvragen in goede banen leiden. Druk, druk, dus, want iedereen wil het verhaal achter een collectie brengen. Invloeden en inspiratiebronnen, de make-upstijl, keuze van de modellen, de antwoorden hierop moeten de catwalkcollecties in een ruimer kader zetten.
Backstage zijn er natuurlijk superfotogenieke beelden te schieten. De tafels vol make-up. De meisjes voor de spiegels die met behulp van borstels en kwasten tot topmodellen worden omgetoverd. De rijen kledingrekken, elk silhouet en bijpassend paar schoenen mooi gelabeld met de naam van het model dat dit zal dragen. De ontwerper die interviews weggeeft en omgeven is door camera-, licht- en klankmannen of -vrouwen. Ook een klassieker : twee modellen samen, kopjes bij elkaar, in hun streetwear-achtige modellenoutfit en met onafgewerkt kapsel.
De beelden van achter de schermen van modedefilés geven niet alleen meer informatie, maar zorgen ook voor dat tikje extra glamour of beter nog, emotie.
Dat opwindende backstagegevoel, met extra weetjes, ongeziene beelden en insiderstips, loopt als een rode draad door deze Mode dit is Belgisch.
Hoewel Belgische mode vooral een internationaal gegeven is, met onze ontwerpers die voornamelijk in Parijs showen, wereldwijd verkopen en met buitenlandse pr-bureaus werken, speelt de geografische nabijheid in ons voordeel. Toen we op de redactie het idee hadden om in één modeproductie de nieuwe collecties van onze Belgen te combineren met stukken uit hun archief, durfden we meteen verder te denken. De archieven of ateliers van de ontwerpers leken ons een gedroomde locatie. Styliste Audrey Heselmans had wat overredingskracht nodig voor “Achter de schermen” (p. 41), maar slaagde er toch in om enkele bijzondere deuren open te wrikken. In Antwerpen, Gent en Brussel. Locaties die we konden aandoen zonder over Vogue-budgetten te beschikken, om toch bij enkele van ’s werelds beroemdste ontwerpers te kunnen binnenkijken. Audrey was zeer onder de indruk van het archief van Dries Van Noten en voelde ook elders de magie van the making of van een collectie. Ze trachtte in de modeproductie de leefwereld van de ontwerpers en hun creatieve teams op beeld vast te leggen.
Audrey Heselmans deed overigens nog een economische ontdekking : kledingstukken van de Belgen kun je jaren na datum nog perfect combineren met de collecties van vandaag. Voor wie nog een argument nodig zou hebben : het loont met andere woorden de moeite om te investeren in Belgische mode.
Het backstagegevoel vindt u ook terug in het interview dat Elke Lahousse met Dries Van Noten had (“Tussen god spelen en bloemen telen”, p. 32). Het werd geen afgemeten interview op kantoor, maar ze gingen samen wandelen in de jardin botanique in Antwerpen en praatten over mode en over tuinieren, die andere passie van Van Noten.
“Alles is doordrongen van emotie” (p. 58), het dubbelinterview van Jesse Brouns met stylist Olivier Rizzo en fotograaf Willy Vanderperre is een letterlijk backstageverhaal. Beiden werken in de coulissen van de modewereld, maar ze zijn wel verantwoordelijk voor enkele van de invloedrijkste modebeelden van het voorbije decennium. Daar Olivier Rizzo tien jaar voor Knack Weekend gewerkt heeft, volgen we hem natuurlijk met extra aandacht.
Journalisten horen niet te supporteren, maar we zijn hier toch stiekem trots op al die mode-Belgen.
trui.moerkerke@knack.be
Trui Moerkerke
DE ULTIEMEBACKSTAGE : BIJ ENKELE VAN ‘S WERELDS BEROEMDSTE ONTWERPERS KUNNEN BINNENKIJKEN.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
