Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Uit het straatbeeld zijn ze zo goed als helemaal verdwenen. Toch genieten wandelstokken her en der nog van enige sympathie : bij verzamelaars en bij één enkele Gentse ontwerper.

Pierre Darge Foto’s Lieve Blancquaert

De (wandel)stok waarvan men de bloeiperiode tussen 1840 en 1914 kan situeren, is sinds eeuwen de gezel van de man geweest, aanvankelijk als steun en als wapen, later als symbool voor een elegante levensstijl. De Brugse collectioneur Casimir, een levensgenieter van Bourgondische allure en een notoir verzamelaar van pijpen, heeft in de loop der jaren ook een verzameling wandelstokken aangelegd.

?Niet alleen interesseren ze me omdat het mannelijke attributen zijn, ze hebben ook op zo’n nadrukkelijke manier geleefd en dat vind ik even belangrijk, een kwaliteit die ik ook bij mijn pijpen apprecieer. Daarnaast werden ze in een aantal gevallen uitgewerkt tot kleine sculpturen, al vind ik de omschrijving ‘kunstwerken’ daarbij lichtelijk overdreven. Ze zijn interessant als tijdsfenomeen, en ze getuigen ook van een grote inventiviteit, soms ten dienste van de menselijke zwakheid. Of wat moet men anders denken van de heer met wandelstok voor wie de maker binnenin de schacht ruimtes voorzien heeft voor een minuscuul glaasje en bijhorend flesje ? Toch ben ik niet uitsluitend uit op zeer kunstzinnige wandelstokken, ik kijk met evenveel enthousiasme naar een eenvoudige herdersstaf, of naar wandelstokken die door matrozen op hun lange vaart van eenvoudige afbeeldingen zijn voorzien. Zoekt men de meer verfijnde exemplaren, dan komt men noodgedwongen in de negentiende eeuw uit, een periode die me erg boeit. Er was toen tijd voor een zekere verfijning, een kwaliteit die we in het jachtige leven van tegenwoordig steeds minder terugvinden. Mannen liepen er toen ook eleganter en verzorgder bij, en de wandelstok behoorde tot de versierselen, samen met de hoed, de pandjesjas, de laarsjes, de gestrikte zijden das en het zakhorloge met de gouden ketting.?

We lopen doorheen de collectie waarin ook een paar heel eenvoudige stokken een plaats hebben gekregen : die van de werkman die het geduld opgebracht heeft om een twijg rond een bestaande tak te vlechten, die van de schaapherder, extra lang, om te gebruiken bij het afdalen van de hellingen of die van de bergwandelaar met een handvat dat op twee manieren kan worden gemonteerd en daardoor zowel bij het klimmen als bij het dalen specifieke diensten kan bewijzen.

De waarde van een wandelstok zit vaak in zijn eigenzinnige individualiteit en dat is logisch : niet zelden werd hij op bestelling gemaakt. Casimir vond in de literatuur voorbeelden van gesculpteerde pijpen uit de negentiende eeuw die een derde kostten van de prijs van een werkmanswoonst en met de wandelstok ging het een eeuw geleden dezelfde richting uit.

?De inventiviteit is een belangrijk criterium, en dan komen we al snel bij de cannes à système, de wandelstokken die voorzien waren van een extra, vaak nauwelijks zichtbare functie. Sommige gebruikers lieten ruimte vrij voor een minuscuul kijkglaasje in de handgreep waar bij nader toezien een naakte vrouw in te zien was, een kunstzinnige heer liet een setje pastelkleurtjes in zijn wandelstok monteren, maar ook een klein reservoir voor water en een borsteltje. Klassieker waren wandelstokken met een pillendoosje, met een horloge, een vislijn of met een theaterkijkertje. Een enkele keer vindt men ook wandelstokken met een ingebouwd steekwapen, of zelfs met een compleet geweer. En geobsedeerde verzamelaars blijven natuurlijk altijd zoeken naar de absoluut uitzonderlijke exemplaren waarin een soort viool zit opgesloten of zelfs een complete… autoped.?

Daarnaast zijn ook de gebruikte materialen belangrijk : uitzonderlijk vindt men nog wel eens een wandelstok die geheel uit ivoor is gemaakt, uit de wervels van een potvis, uit de tand van een neushoorn of zelfs uit de uitgerokken en gedroogde penis van een varken. Frequenter komen houten wandelstokken voor, waarbij ebbenhout omwille van de hardheid erg populair was. Het handvat werd dan uitgewerkt tot zeer verfijnde sculpturen, voorzien van een vergulde knop of een porseleinen uiteinde. Vooral in Parijs en Londen waren gedurende de vorige eeuwen artisans bezig met de verfijning van de wandelstok, maar ook in Wenen en Boedapest doken zeer bijzondere exemplaren op. Traditioneel lieten de makers ervan zich inspireren door dierenkoppen (leeuwen, honden, paarden), maar ook erotica waren erg in trek : fallussymbolen en naakte vrouwen behoorden tot de geliefkoosde onderwerpen. Onder andere de befaamde juwelier Fabergé maakte er zo een aantal.

Het zal duidelijk zijn dat de wandelstok, oorspronkelijk bedoeld als hulp bij het wandelen uiteindelijk geëvolueerd is naar een exponent van een levensstijl die nu eigenlijk verdwenen is. Wandelstokken werden tot een paar jaar geleden op speciale veilingen verkocht, maar de meest zeldzame exemplaren zitten inmiddels in privé-verzamelingen zodat er nog maar weinig echt opwindends te vinden is. Terwijl ook op veilingen het aantal wandelstokken flink teruggelopen is. Dat is ook niet zo erg, omdat de echte verzamelaar misschien nog meer voldoening haalt uit het zoeken zelf dan uit het bezit. Of zoals Picasso het zei : Collectionner, c’est voir ce que les autres ne voient pas.

Dat het onderwerp niet helemaal aan de aandacht is ontsnapt bewijzen de nieuwe wandelstokken van de Gentse juweelontwerper Siegfried De Buck die zich aan een reeks van acht studies van wandelstokken waagde. Onderweg vond hij zoveel plezier aan de oefening dat hij zich uiteindelijk aan het ontwerpen van een negende exemplaar zette dat allicht wordt geproduceerd. ?Bij het ontwerpen van de trofee voor de Henry van de Veldeprijs wilde ik geen klassieke beker ontwerpen, maar veeleer een object. Uiteindelijk werd het een soort bul waarin een diploma kon worden opgeborgen. De overpeinzingen rondom dat object brachten me bij de wandelstok omdat die zo rijk is aan symboliek, maar vooral omdat de invloed ervan op de gebruiker zo merkwaardig is. Die invloed van het object had ik al eerder vastgesteld bij juwelen, maar bij de wandelstok ligt het nog complexer omdat er zo’n kracht vanuit gaat, en vooral omdat de wandelstok helpt om het terrein rondom de gebruiker af te bakenen. Bovendien is het één van de eerste attributen van de mens, dat in de eerste plaats op verdediging was gericht. Dat element is grotendeels verdwenen, evenals het element ‘steun. ‘ In de plaats daarvan is de symbolische functie ervan sterk toegenomen. Die functie betreft zowel de gebruiker als de buitenstaander, heeft te maken met een vorm van respect, maar ook van waardigheid.?

De Buck maakte afgelopen jaar acht ontwerpen van wandelstokken, telkens in een combinatie van hout en metaal of edelmetaal, waarbij vooral het exemplaar in buxushout met zilveren handvat in het oog springt. In elk van de gevallen werd het gebruik ervan sterk bepaald door de vormgeving, die eigenlijk maar één gebruik toeliet. De sterkte van de negende wandelstok heeft niet alleen te maken met zijn zeer zuivere vormgeving, en het ontbreken van een echt handvat, maar vooral door de verschillende manieren waarop hij kan worden vastgehouden. De reeks van acht werd de afgelopen maanden in het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond in Amsterdam in het kader van de tentoonstelling Vlaamse Sier getoond, terwijl de negende inmiddels werd geselecteerd voor het International Design Yearbook 1997 dat dit keer onder voorzitterschap van Philippe Starck staat.

Het verrassende kleurencontrast tussen de loop in purperhout en de aluminium kop, de perfecte overgang tussen beide delen, en het aluminium steuntje onderaan versterken nog de uitstraling van deze wandelstok. Maar de voornaamste kwaliteit is ongetwijfeld zijn zeer sobere vorm. Het is een mooie designoefening geworden met een object waaraan jonge designers achteloos voorbij zijn gegaan. Een object ook dat de occasionele gebruiker tot een gedaanteverwisseling noopt omdat hij een ander mens wordt, zich met de wandelstok anders gaat gedragen. Omdat zijn hele wijze van bewegen er als het ware door wordt bepaald, om niet te zeggen : gedicteerd. Zonder voorbij te gaan aan een kwaliteit die de Fransen zo mooi hebben omschreven als la compagne nostalgique du promeneur solitaire.

1. Ivoren sculptuur met vijf kikkers 2. Negentiende- eeuwse erotica 3. Oostenrijk, eind 19de eeuw 4. Wandelstok- toneelkijker 5. Voor drinkers en rokers 6. Met ingewerkte kleipijp 7. Volkskunst 8. Ivoor, verguld email en goud, Engeland, eind 19de eeuw 9.

Siegfried De Buck : Een vorm van waardigheid.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content