Heroïne-shit
Halfnegen, een kille, natte morgen op Cebra Avenue. Ik ben de enige voetganger in het korte steile straatje. Als ik langs een geparkeerde jeep passeer, zie ik een magere man in de passagierszetel een injectienaald in zijn halfontblote arm prikken. Zonder nadenken roffel ik op het raampje. “Get out of here”, roep ik kwaad. Hij schuift vliegensvlug achter het stuur en rijdt weg. Zit de naald nog in zijn arm? Ik weet het niet. Alles ging zo snel. De man moet zich rotgeschrokken hebben. Zelf ben ik ook geschrokken, maar dan van mijn onverwachte kolere.
Ik heb al meer dan eens injectienaalden gevonden op straat of op het strand. Toch is dit nog maar de tweede keer dat ik in New York iemand openlijk op straat de spuit zie hanteren. De eerste keer was in een buurt ver van de mijne. Ik hield me toen koest. Maar Cebra Avenue is vlak bij waar ik woon. Toch krijg ik onmiddellijk wroeging. “Misschien was hij insuline aan het spuiten”, denk ik. “Alhoewel, hij had toch een echte junkiekop.”
Heroïne kopen is geen probleem in mijn wijk. De regel is in heel Amerika dezelfde: concentreer de drughandel in de arme wijken en laat de verslaafden van de betere wijken daar hun gerief gaan halen.
Waarom reageerde ik zo hevig? Misschien door de dagelijkse aanblik van het legertje wrakken dat ik al veertien jaar elke morgen zie voorbijsjokken op weg naar het methadonkliniekje, naar een van de gaarkeukens of naar het bijstandskantoor. Het is een afschuwelijk treurig zicht. Ik weet wel dat niet alle junkies eruitzien of zich gedragen zoals zij. De man in de auto die ik daarnet opschrikte, was misschien op weg naar zijn werk. Een aantal heroïnegebruikers zijn in staat om de schijn van de normaliteit op te houden.
Toen ik in 1985 in deze buurt kwam wonen, dacht ik naïef dat de heroïneplaag aan het uitbranden was. De drug was duur. Men wist toen ook al dat je aids kon krijgen door injectienaalden te delen. Ik dacht dat een jongere wel gek zou moeten zijn om met heroïne te beginnen. Junkie-zijn associeerde ik met de versleten dertigers en veertigers die op slappe benen door de straten en parken strompelden. Ik weet intussen wel beter. Heroïne is zelfs chic. De New Yorkse politie zegt dat er tegenwoordig op sommige plaatsen in de Bronx en Brooklyn heroïne wordt verkocht die meer dan 90 procent puur is, in vergelijking met amper 5 procent in het begin van de jaren tachtig. Spuiten hoeft zelfs niet meer als het spul zo zuiver is. Je kunt het gewoon roken. Een enkele hit kost 10 dollar. Dat is goedkoper dan vroeger, maar het aanbod is dan ook veel groter. De Colombianen nemen 70 procent van de import voor hun rekening.
Drievierde van de drugarrestaties op de New Yorkse luchthavens houdt tegenwoordig verband met heroïne, dat is meer dan ooit. Heroïne smokkelen is een job voor de armsten. Zoals het 21-jarige Colombiaanse meisje dat niet zo lang geleden op de luchthaven van Newark werd gearresteerd. “Ik ben straatarm”, zei ze. “Een onbekende bood me 10.000 dollar om de heroïne naar New York te brengen. Ik had het geld nodig. De drugdealers zijn voortdurend op zoek naar jonge mensen die wanhopig geld nodig hebben.” Het was haar derde trip. Elke keer had ze bijna een halve kilo heroïne ingeslikt, verpakt in meer dan honderd zakjes gemaakt van de vingers van chirurgische handschoenen en condooms. “Ik moest mijn lichaam twee weken op voorhand beginnen voorbereiden. Ik begon met hele druiven en stukken wortel in de vorm van de zakjes te slikken. De dag voor de reis kreeg ik een inspuiting met een spierontspannend middel om het slikken te vergemakkelijken. Voor de vlucht kreeg ik een pil om mijn stoelgang onder controle te houden, samen met een kalmeermiddel en een verdovingsmiddel voor de pijn. De zakjes schaven immers de keel en die begint dan te bloeden.” Twee keer was het meisje erin geslaagd om ongemerkt door de douane te glippen. De derde keer werd ze tegengehouden omdat een collega-smokkelaar haar had verklikt. “De meeste slikkers maken de reis een keer of tien voor de dealers hen gerust laten”, zei ze. “Eens je voor hen begint te werken, hebben ze je altijd nodig. En als je nee zegt, dreigen ze ermee je familie kwaad te doen.”
Niet alle slikkers overleven hun riskante reis. Soms scheuren de zakjes, wat een grote overdosis en een fatale coma kan veroorzaken. De kans op arrestatie is groot. Vorig jaar werden er in de New Yorkse luchthavens 319 slikkers tegengehouden tegenover 233 in 1996. En dan is er ook nog het gevaar dat je darmen na aankomst weigeren om hun kostbare inhoud te lossen. Je probeert in het bijzijn van de ongeduldige drugdealers, maar je heroin shit die straks op straat 350.000 dollar per kilo waard is, wil niet komen. Je wordt ziek. De zakjes barsten. Je verliest het bewustzijn en de dealers snijden je buik open, halen de heroïne eruit en dumpen je lijf op een afgelegen plaats. Vorig jaar werden rond de luchthaven van Newark vijf opengesneden lijken met resten van de drug gevonden. Leuk om aan te denken als de heroïne op het volgende hippe fuifje de ronde doet.
Jacqueline Goossens / Foto Bart Michiels
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier