Nog niet zo lang geleden was de stad één en al vergane glorie, met zwartgeblakerde huizen in sombere straten en aan hels drukke pleinen. Maar welke stad is vandaag de mooiste van ’t Franse land ? Kenners zeggen : Bordeaux. Parijs zou ernaast verbleken en zelfs een tikje vulgair lijken.

Kwade tongen beweren dat bordeaux het meervoud is van bordel, wat ‘puinhoop’ of ‘bordeel’ betekent. Ze hebben ongelijk. Of ze lopen achter. Toch zeker wat die puinhoop betreft. Bordeaux wás chaotisch, nu doet de stad vooral de liefelijker strekking van haar naam eer aan : Bord des Eaux, de waterkant.

Dat Bordeaux merkwaardig is, stelde Victor Hugo al vast in 1843. De Franse schrijver, vooral bekend om De klokkenluider van de Notre Dame en Les Misérables, noemde de stad ‘origineel’. “Misschien zelfs volstrekt uniek”, zei hij. “Neem Versailles, vermeng het met Antwerpen en je hebt Bordeaux.” Dat was toén, ruim 150 jaar geleden. Sindsdien is er veel water door Garonne naar de zee gestroomd, en is de wereld een pak groter geworden. Wat zou hij nu zeggen ? Een snufje New York erbij, nu de homo ludens de stad heeft ingepalmd ? De spelende mens, die het liefst op rolletjes loopt ?

Op dagen dat de zon schijnt, komt iedereen er naar buiten. In de kinderwagen, op de step, op rolschaatsen, skateboard, skeelers, fiets of mountainbike : lijkt wel feest, met de spaken van al die wielen schitterend in de zon. De bronzen Liberté gooit haar ketenen af, vijftig meter hoog op het monument dat hulde brengt aan wie letterlijk het hoofd verloor tijdens de Franse Revolutie. In een ander deel van de stad kijkt ook Onze-Lieve-Vrouw van Aquitanië welwillend neer op het menselijke gewemel, daar ver beneden. Die Glimlachende Gouden Maagd (met op de arm het kind Jezus dat een duif aait) staat op de klokkentoren van de Saint-André – én met de hele kathedraal op de lijst van het Werelderfgoed van de Unesco, als onderdeel van het stadscentrum.

Die klokkentoren is opgetrokken náást de kathedraal en los ervan, om bestand te zijn tegen het geweld van de beierende klokken, want hun gewicht verdriedubbelt tijdens die activiteit. Bij Clémence die het angelus klept, valt dat nog mee. Die weegt nog geen ton. Maar hou je vast als Ferdinand II aan het zwaaien gaat : acht ton, vermenigvuldigd met drie. Ferdinand II hangt doorgaans stil, hij wordt uitsluitend ingezet bij feestelijke gelegenheden. En daarvan heeft Bordeaux zijn portie zeker gehad.

Rijk verleden

Bordeaux kende een formidabele bloei van de twaalfde tot de vijftiende eeuw, en die was te danken aan Eleonora van Aquitanië. Zij was naar verluidt de mooiste en slimste vrouw van de godganse middeleeuwen. Ze zou tal van harten gebroken hebben en heeft ongetwijfeld de loop van de geschiedenis bepaald, toch die van het zuidwesten van Frankrijk.

In haar jonge jaren was ze gehuwd met Lodewijk VII van Frankrijk, met wie ze twee kinderen had. Toen ze van hem scheidde en twee maanden later trouwde met de tien jaar jongere Hendrik II van Engeland was dat niet alleen uit dynastieke overwegingen maar ook uit zinderende liefde, samen kregen ze acht kinderen, onder wie Richard Leeuwenhart en Jan Zonder Land. Niet dat hun huwelijk verder zo’n persoonlijk succes was, maar daarover uitweiden leidt tot puur geroddel. Wat historisch telt, is dat door hun verbintenis Bordeaux, en heel Aquitanië, Brits werd en dat drie eeuwen bleef, al ging dat niet zonder slag of stoot. Even leek het erop dat Aquitanië onafhankelijk kon worden, maar aan het einde van de Honderdjarige Oorlog kwam de regio toch opnieuw in Frans bezit. Door de teloorgang van de handel met Engeland verloor Bordeaux ook de welvaart, en dommelde voor een paar honderd jaar in.

Tot aan de achttiende eeuw, Bordeaux’ Gouden Eeuw. De haven was de belangrijkste van het land. Uiteraard werd er wijn verhandeld, maar ook suiker, vanille, kaneel en andere koloniale waren : Frankrijk had nogal wat exotische overzeese gebieden, zoals Guadeloupe en Réunion. De meeste inkomsten kwamen echter uit de slavenhandel, en de rijkdom maakte van een middeleeuws bastion een ‘moderne’ stad, met majestueuze, pompeuze gebouwen. Steegjes en kronkelstraatjes ruimden plaats voor brede boulevards en esplanades, voor parken en plantsoenen.

Dat is de grandeur die we vandaag de dag te zien krijgen, en die bijna twee eeuwen verborgen bleef, want de glans en glorie was bedolven onder een dikke laag roet. Bordeaux leefde met de rug naar de stroom. Het uitzicht op het water en de groene overkant was aan het oog onttrokken door hangars en entrepots. Bordeaux heette voortaan La Belle Endormie, de Schone Slaapster. Maar ze is ontwaakt. De prins die haar wakker kuste, heet Alain Juppé. Die draaide daar zijn hand niet voor om, hij had al eerder schone slaapsters wakker gekust.

Toen hij in 1995 niet alleen burgemeester van Bordeaux werd maar ook premier van Frankrijk, vormde hij een regering waarin maar liefst twaalf vrouwen zaten, die in de Franse pers prompt les Juppettes werden gedoopt : de minirokjes. Dat die Juppettes na zes maanden bijna allemaal het veld moesten ruimen, was een andere zaak. En het feit dat Juppé op een haar na in een kikker veranderde, ook. Hij kuste niet alleen Schone Slaapsters, maar wekte ook Slapende Honden, waardoor onverkwikkelijke corruptieschandalen aan het licht kwamen die hem bijna de kop kostten.

Maar Juppé werd in eer hersteld, en begon in 2008 een derde ambtstermijn als burgemeester van Bordeaux omdat men er zo blij is met diens verwezenlijkingen. Bijvoorbeeld le tramway, die werkt volgens het APS-systeem : Alimentation Par le Sol. Dat houdt in dat bovengrondse leidingen het stadscentrum niet langer ontsieren, en ook dat de mensen van Bordeaux aanvankelijk bang waren om geëlektrocuteerd te worden als ze op een tramspoor stapten. Maar het zit vernuftiger in elkaar, en met een draadloos, geruisloos en geurloos openbaar vervoer in autovrije straten is Bordeaux opnieuw van voetgangers en fietsers, en met 250.000 inwoners écht een stad op mensenmaat.

Stad onder stoom

Onder Juppés bewind werden bananenrijperijen en pakhuizen van specerijen met de grond gelijk gemaakt of kregen een nieuwe bestemming. Als museum bijvoorbeeld. Aan de Garonne is een park aangelegd, met uitbundige bloemborders. Verderop aan het water liggen terrassen van cafeetjes, bistrots en restaurantjes.

Was in de achttiende eeuw de Place de la Bourse het orgelpunt van de welstand, nu is Le Miroir d’Eau de kers op de taart van de 21ste-eeuwse opknapbeurt daarvan. Met het bassin dat – behalve in de winter – met geregelde intervallen gevuld wordt met twee centimeter water en vervolgens begint te stomen als een Turks bad, heeft Bordeaux er sinds 2007 een betoverende attractie bij. Op de kade van de Garonne, ter hoogte van de fontein de Drie Gratiën, rukken kleuters zich de kleren van het lijf om te gaan stoeien en spetteren, en zich in het water te spiegelen als waren ze Narcissus zelve. Pubers dansen er traag alsof ze gewichtloos op de maan wandelen. Geliefden wanen zich in de zevende hemel en zoenen eindeloos, daar bij de Place de la Bourse.

Door Griet Schrauwen – Foto’s Wouter Van Vaerenbergh

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content