Het gaat een andere kant uit met Yves Saint Laurent. De rijpere man maakt plaats voor jonge heren. Hedi Slimane, ontwerper van Rive Gauche Homme, legt uit hoe en waarom.

Het huis Yves Saint Laurent ondergaat veranderingen. De prêt-à-porter voor vrouwen is vanaf nu in handen van Alber Elbaz, en de mannenlijn, Rive Gauche Homme, wordt sinds vijf seizoenen getekend door de jonge Hedi Slimane. Niemand kende hem, maar nu is hij een naam.

Hedi Slimane heeft een verkoudheid en is een beetje suf. Buiten schijnt de zon. Heel even maar, want ook in Parijs blijft de winter duren en loopt iedereen te mokken. In de showroom van Yves Saint Laurent Rive Gauche Pour Homme zit hij achter een enorme tafel met een glazen blad, en schuift hij heen en weer op zijn stoel. Zijn gezicht – sprekend, mager, met helblauwe ogen – kennen we van artikels en foto’s in buitenlandse bladen, want Hedi Slimane is de nieuwe lieveling van de internationale modepers. Hem valt dezelfde aandacht en idolatrie te beurt als Tom Ford bij Gucci, een tijdje geleden. In de ogen van journalisten en andere watchers is hij de redder in nood: een jonge, ambitieuze en gedecideerde ontwerper, die een wat afgekoeld huis nieuw leven inblaast. Het verschil met Gucci, en ook met Givenchy of Dior, is dat de initiatiefnemer ervan nog leeft en werkt, hoewel Yves Saint Laurent zich nog enkel concentreert op zijn haute couture. Zijn huis, met de vele kleding- en parfumlijnen, draait nog op volle toeren, roddels over zijn gezondheid en mentale staat ten spijt.

Hedi Slimane krijgt het etiket van provocateur-met-smaak opgekleefd, want iedereen lijkt wakker geschud door zijn werk. Voor Yves Saint Laurent creëert hij opnieuw een manbeeld dat er stààt, en dat was een beetje verwaterd. Tot voor een paar seizoenen dacht je bij de mannenmode van Yves Saint Laurent aan iets onbestemds; een pak, een glanzende das, een hemd met streepjes misschien, een outfit voor een zakenman. Nu kan die mode weer wedijveren met de collecties van de belangrijkste designers, want YSL Rive Gauche Pour Homme is weer fashion, en dus hip. Het vernieuwde silhouet is slank, scherp en lang, dicht bij het lichaam en lichamelijk.

Het oogt chique en nonchalant, maar valt meteen op. De kleren van YSL Rive Gauche Pour Homme scheppen sfeer. En veeleer die van salons en VIP-party’s, dan die van kantoren en gezinswagens. Het zijn overduidelijk kleren voor mannen die zich bewust kleden om te verbazen, te behagen en te verleiden. Subtiel en onderhuids, want een YSL-silhouet fonkelt in alle bescheidenheid, maar fonkelen doet het. Slimane heeft nu al vijf collecties klaar. De twee eerste presenteerde hij voor een besloten cliënteel, zonder veel medeweten van de pers. De drie laatste – die voor winter 2000 incluis – toonde hij tijdens kleinschalige, maar druk besproken defilés.

Hoe bent u bij YSL Rive Gauche Pour Homme terechtgekomen?

Hedi Slimane: Het huis heeft mij gecontacteerd, ik denk niet dat ik het ooit gedurfd had om mezelf hier te komen presenteren. Twee jaar geleden was ik consultant voor Mendes Engreco, die de licenties van YSL Rive Gauche voor vrouwen beheerde. Je kan dus stellen dat ik al een beetje voor Yves Saint Laurent werkte. Vóór die tijd assisteerde ik Jean-Jacques Picart, die voor verschillende merken consultatie-opdrachten uitvoerde. Ik heb indertijd ook meegewerkt aan het project rond de verjaardag van het Monogram van Louis Vuitton, waarbij diverse ontwerpers werden gevraagd: Helmut Lang, Alaïa, Vivienne Westwood

Nog verder terug in de tijd heb ik voor José Levy gewerkt, als assistent voor de mannencollecties, hoewel die job eigenlijk bestond uit organiseren en de boel in goede banen leiden. Ik heb zowat alle kanten van de mode-industrie gezien, wat misschien de doorslag gaf om uitgerekend mij te vragen voor de YSL-mannencollectie.

Heeft u mode gestudeerd?

Nee. Vooral omdat het systeem van de Franse modescholen mij niet aanstond. In dit land biedt geen enkele academie een volledig pakket: óf er heerst volstrekte willekeur, een doe-maar-raak-sfeertje, óf het lessenpakket is heel erg op marketing gericht. Die opgefokte sfeer heeft me nooit aangetrokken. Niet dat ik erop neerkijk, maar toch. Mode op zich heeft me wel altijd geboeid. Het zit in mij verankerd, denk ik, al van toen ik klein was. Maar ik heb nooit één favoriete ontwerper gehad. In mijn herinnering is het heel gefragmenteerd: nu eens was het een foto die me hypnotiseerde, dan weer een kledingstuk. Een fashion victim was ik allerminst; ik volgde nooit één enkele richting. Mijn moeder nam me ooit mee naar een tentoonstelling met kleren van Yves Saint Laurent, en ik was geshockeerd door zijn kleuren en de combinaties ervan. Ik vond het lelijk. Pas later heb ik het leren appreciëren.

Hoe komt het dat de mannenlooks van Yves Saint Laurent zo in het slop waren geraakt?

Yves Saint Laurent begon dertig jaar geleden met het ontwerpen van mannenkleren, maar hij heeft nooit volledige collecties gebracht. Hij maakte die outfits omdat hij er zin in had, heel snel en direct, kleren die hij als juist beschouwde, of die zijn vrouwencollecties chaperonneerden. Het waren items, een kostuum, een hemd, meer niet. Daarna werd het een business, en dat had gevolgen. Het spontane was er een beetje uit. Maar de mannencollectie wordt nu niet letterlijk opnieuw gelanceerd; de lijn hield nooit op te bestaan. Het huis wilde gewoon terug naar de werkwijze van weleer.

En toen werd u gevraagd. Toch een risico, want u had wel ervaring en een mooi curriculum, maar geen naam, dus geen gewicht.

Ik was erg verbaasd, dat wel, maar van in het begin mocht ik mijn zin doen. Natuurlijk in overleg met hogerop, maar dat is normaal. Er zijn toch altijd zaken waarmee je rekening moet houden: een huisstijl, een sfeer… Maar dit huis heeft duidelijk zin in een nieuwe, hedendaagse visie. Ik heb wel vlug geleerd dat het huis Yves Saint Laurent allesbehalve hiërarchisch of duf is, integendeel. Het is een instituut en een klinkende naam, wat zeker niet wil zeggen dat het dus ook hooghartig en hermetisch is. Saint Laurent heeft zelf voor die sfeer gezorgd: zeker in het begin stelde hij alles in vraag, en verbaasde hij iedereen. Hij heeft de vrouwenmode bevrijd en geëmancipeerd, lang voor vele andere couturiers. En die pioniersgeest leeft nog steeds. Dit huis geniet een enorm respect, ook bij de jonge generatie ontwerpers, volgens mij omdat het integriteit uitstraalt. Het feit dat men steeds weer hommages aan Yves Saint Laurent brengt – sommigen komen er rond voor uit, bij anderen is de invloed stilzwijgend maar overduidelijk: dat betekent toch iets. Hij heeft bepaalde wetten geschreven, waar men nog steeds niet omheen kan. Waarschijnlijk zonder dat hij dat expliciet voor ogen had: je kan geen tijdloze klassieker tekenen door je een tijdloze klassieker te willen ontwerpen, wel?

Hoe ging u te werk?

Ik liet me vooral leiden door archiefbeelden van de eerste manbeelden, getekend door Saint Laurent. Het silhouet zoals ik het graag zie: smal, lang, gedistingeerd en toch eigenzinnig. Men vraagt mij altijd om inspiratiebronnen te noemen, en dan vermeld ik mensen als Nurejev, of David Bowie, om hun persoonlijkheid, hun stijl, de attitude die ze uitstralen. Het is waar dat zulke namen in een bepaald tijdperk thuishoren, maar het laatste wat ik wil, is het klakkeloos overnemen van een look. Mijn werk heeft niets te maken met de seventies, laat dat duidelijk wezen. Namen noemen, referenties… dat is te anekdotisch. Ik vertrek van het silhouet, en daarop werk ik verder. Volumes, stoffen, coupes, proporties, dàt zijn mijn dada’s. Hoe een broek valt, hoe een mouw zich verhoudt tot een vest, de manier waarop een kraag op een kledingstuk staat…

Vergeet niet dat dit een couturehuis is. Ik beschik over een volledig atelier, met traditioneel geschoolde naaisters en modellisten, en dat is formidabel. Ik ben trouwens erg te vinden voor prêt-à-porterlijnen van couturehuizen. Zoiets staat toch voor niveau, voor uitstraling. Die notie is een beetje verloren gegaan: de meesten denken dan aan de accessoires die je in duty free-shops in luchthavens koopt. Maar de aanpak van dergelijke collecties is toch anders dan de rest. Er is een traditie, een savoir-faire dat onmiskenbaar aanwezig is. Het draait om luxe, en daar is niets mis mee. Integendeel.

U koos voor uw collecties voor een bepaald type mannequin. Nu zijn de jongens jong en tenger, niet langer rijpere mannen.

Ik houd niet van de typische mannequin: gebruind, spierbundels, macho. Bovendien passen dergelijke mannen niet in het beeld dat ik met mijn kleren wil tonen. Deze collectie vraagt om een fragieler iemand. Niet omgekeerd: de kleren zijn er eerst, pas dan zoek ik er een bepaald type bij. Ik zie geen andere manier om de collectie te presenteren dan op die jonge, tengere modellen. Ze hebben de gratie en de frisheid om dergelijke luxueuze stukken juist te doen overkomen. Het is niet de bedoeling om YSL Rive Gauche Pour Homme geforceerd jong te maken. Maar het valt niet te ontkennen dat mijn generatie – ik ben 30 – een andere esthetiek heeft, en ik denk dat het andere type man mijn invloed is op deze YSL-collecties.

Moet deze lijn eigenlijk verkopen? Sommigen zien er een zoveelste manier in om de naam van het huis levendig te houden, om de verkoop van parfums en andere lucratieve bijproducten aan te zwengelen.

Flauwekul. Alle stukken uit de collectie zijn te koop, ze verkopen ook goed. Dat was altijd de bedoeling. En als een collectie aanslaat, dan gaat de verkoop van alle nevenproducten omhoog, inderdaad. Dat is de logica zelve.

Hoe heeft het cliënteel van Yves Saint Laurent gereageerd op uw nieuwe aanpak?

Tot nog toe bemoedigend. Ik begin het cliënteel pas te leren kennen, beetje bij beetje. Het is een zeer uiteenlopend publiek, van handelsreiziger tot popster. Hoe heet hij ook weer… Robbie Williams. Hij koopt wel eens iets van YSL Rive Gauche Pour Homme.

Zo te horen bent u niet echt thuis in de wereld van de glitter en de sterren.

O nee, ze interesseren me hoegenaamd niet.

En als we over mannenmode praten: waar houdt u niet van?

Ik verdraag geen uniformiteit. En dat is nu aan de gang in de mannenmode. Alles begint op elkaar te lijken: het origineel is niet meer van de kopie te onderscheiden. Dat irriteert me. Ik heb de buik vol van al die zogenaamde sportinvloeden in de mannencollecties. Pas op: al die innoverende materialen zijn fantastisch, maar er is méér dan dat om mee te werken. Je bent bijna verplicht om óók die weg in te slaan, maar dat weiger ik. Daarenboven kan je die sportswear-obsessie nauwelijks de toekomst van de mode noemen. Men praat er al dertig jaar over, te beginnen bij Courrèges. Nieuw is het allerminst. Nee, dat hele concept ligt me niet, en het heeft trouwens niets te maken met Saint Laurent, voilà.

Denkt u na over de toekomst van de mode?

Toekomst en mode: voor mij zijn die twee onverenigbaar. Mode is altijd nu, en dat verandert altijd. Dat is net wat ik er zo mooi aan vind. En dat is een systeem dat je maar beter aanvaardt. Want als je per se iets moderns of futuristisch wil neerzetten, dan verzand je snel in academische, meteen achterhaalde toestanden.

Maar over het algemeen is de mannenmode een beetje eenzijdig. Vergelijk het met de jaren ’80. Toen had iedere ontwerper onmiskenbaar zijn eigen stijl. Er was Gaultier, en tegelijk Mugler, met zijn brede schouders. Dat waren twee totaal andere invalshoeken. Nu is de mode veeleer geglobaliseerd, met looks die blijkbaar iedereen moeten passen. Ik vrees dat dit niet de juiste weg is. Ik hou meer van individualiteit.

Wat is er voor u persoonlijk veranderd, sinds u voor dit huis werkt?

Ik denk dat het te vroeg is om daarop te antwoorden. Eigenlijk ben ik voortdurend aan het werk. De job slokt me op, maar ik vind dat niet erg. Men vraagt mij nu al wanneer ik mijn eigen collectie uitbreng, maar die gedachte komt niet bij me op. Mijn hele carrière was altijd een samenloop van omstandigheden. Ik heb nooit een bepaalde zet gepland. On verra. Bij Saint Laurent is er nog werk genoeg.

Peter De Potter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content