We hebben onze thermometer meegenomen naar de coutureshows, want hoewel het daar vooral draait om de eenstemmige viering van de naaikunst, zijn er toch schommelingen waar te nemen in de euforie. Aldus, op een rij: zij die een victoriekreet kunnen slaken, en zij die hun enthousiasme maar beter temperen.

Hot

Jean Paul Gaultier

Gaultier is in erg groten doen dit seizoen. Zijn prĆŖt-Ć -porter voor mannen en vrouwen wordt maar lauw ontvangen, maar met dit couturedefilĆ© wordt het duidelijk dat hij vooral in het laatstgenoemde al zijn energie heeft gestopt. En zijn creativiteit: de hele show sprankelt en vonkt, en geen enkele outfit is uit de maat. Het valt meteen op dat hij deze keer geen ode brengt aan ‘zijn’ Parijs (zijn vorige coutureavonturen wemelden van de Eiffeltorens en Montmartre-postkaarten) maar aan het lichaam van de vrouw zelve. Zijn modellen hebben versgeplukte bloemen in het haar, en dragen hangers die ‘ Amour‘ zeggen. En ze dragen kleren waarin het gerechtvaardigd is te heupwiegen: smokings die een blote rug onthullen, tulen tops die ontspruiten in regale mantels of in reepjes getrokken jurken (niet vlug-vlug gescheurd, maar origami-achtig geconstrueerd). Gaultier brengt ook het korset terug, het kledingstuk dat hij indertijd vanonder het stof haalde en dat meteen zijn carriĆØre lanceerde. De finale, met de voluptueuze Sophie Dahl, is een babyroze insnoerjurk die tegelijk erg sexy en verbluffend is, van hoe-heeft-hij-dat-in-elkaar-gekregen.

Yves Saint Laurent

De couturedagen van Monsieur Yves zijn nu echt geteld, want met Tom Ford als baas van zijn bedrijf zal deze toplijn er in de toekomst beslist anders gaan uitzien, wat de stipulaties in de honderden contracten ook mogen eisen. Op een tegelijk ontroerende en venijnige manier draagt Saint Laurent deze collectie op aan Christian Dior, de grootmeester bij wie hij het vak leerde, decennia geleden. Toch draagt het defilĆ© helemaal Yves’ stempel: de superieur geknipte en gemodelleerde mantelpakken, de met zwarte kant en velours goochelende avondjurken, de polka dots, de breedgerande hoeden: allemaal zijn ze present, vitaler dan ooit. Yves is in een zonnige bui, waarvan bedrukkingen met kersen en ananassen getuigen, en zijn kenmerkende paysanne-jurken fladderen voorbij als een vlucht vlinders. Hij toont ook een serie blouses, items die soms vergeten worden in de race naar de meest verbluffende avond- of trouwjurk: bij hem zijn ze volumineus en toch koket, het mooiste bewijs dat Saint Laurent nog steeds als geen ander met een schaar overweg kan.

Chanel

Karl Lagerfeld speelt het veilig en brengt toch magie op de loopplank. Voor dit Chanel-defilĆ© gaat hij terug naar de begindagen van Coco, toen ze nog rondhing in Deauville. Deze Franse stad sprak toen tot de verbeelding, en doet dat nu nog: het decor is een meticuleus nagebouwd zeilschip en de achtergrond is een (geschilderde) valavond. De collectie grossiert niet geheel onverwacht in marine en wit, en is dus vintage Chanel, maar Lagerfeld zorgt toch voor een geslaagde updating. Want de tailleurjasjes zijn deze keer zo smal en krap geknipt, dat ze als hemden in de broeken en rokken gedragen worden, een trompe-l’oeil die werkt. De afdeling avondkledij laat chiffons en tule over elkaar waaien, ook zonder de hardnekkige wind die men soms op de pier ervaart.

Warm, zij het aan de lauwe kant

Versace

Donatella staat nog steeds niet officieel op de kalender, maar daar trekt ze zich niets van aan. (Wat stopt haar eigenlijk wel?) De Helleense invloed is verdwenen, en heeft nu plaatsgemaakt voor een niet mis te verstane hommage aan het korset, die bij Versace nog smallere tailles dan die van wespen oplevert. Het levert een sexy, maar hard beeld op: Mugler is soms niet ver weg, maar Donatella’s immer op de moderne tijd afgestemde uurwerk zorgt ervoor dat er weliswaar vrij ongenaakbare vampen over de catwalk stormen (tik-tik, gaan de hoge hakken), maar geen karikaturale wezens. Wanneer de outfits voor soberheid kiezen, zoals bij een aantal broekpakken en een reeks sluike avondjurken, dan wordt de stijl van Versace het duidelijkst. Lichtjes decadent, maar toch pro-vrouw.

Valentino

Valentino ziet het deze keer wat minder glamoureus en opulent, en gaat voor de onderkoelde aanpak, wat een hoop Hollywood-actrices in de kou zet. Nu ja, niet letterlijk dan, want er zijn nog genoeg ruisende japonnen om soirees mee op te vrolijken. Maar toch: het grootste deel van de couturecollectie is, ongewoon voor de Romeinse kleermaker, streng en haast nijdig sober, met potloodrokken en hooggesloten, militair aandoende jasjes. Hier en daar zijn er vinnige uitsnijdingen, bloemen in stof en subtiele glitters, maar die veranderen niet veel aan de koele sfeer.

Ungaro

Ouwe rot Ungaro bouwt een hele Indiase tuin na, maar er moet dan ook een thematisch gelinkt parfum gepromoot worden. Dan mag het wat kosten, maar de setting blijkt ook de jurken naar een hoger niveau te tillen: de typische bloemen- en blaadjesprints zien er nog fleuriger uit, en de sprookjesboekkleuren – van lila over roze tot violet en geel – zijn als het palet van een romantische tekenfilm. Licht, lichter, haast onbestaand: de zucht-en-ze-zijn-weg-japonnen van Ungaro fladderen en zoeven, waardoor de sari-geĆÆnspireerde ontwerpen vanzelf prinsesallures krijgen. De comeback van Ungaro dreigt al een tijdje en met dergelijke collecties moet het er heel binnenkort van komen.

Afgekoeld

Louis FĆ©raud

Komt het ooit nog goed met luxehuis FĆ©raud? Nu de stichter er niet meer is, groeit de interesse voor zijn werk uit de vroege jaren ’70, dat toen nog een soort (misschien onbedoelde) van psychedelische grandeur had, maar zijn vervangers zal dezelfde eer niet te beurt vallen. Zie het recente coutureschouwspel, dat allerlei met abstracte lijntekeningen en trompe-l’oeil doet. Moedig, maar weinig geslaagd, want de jurken en mantelpakken zien eruit als van karton zo stug, en de glamour is ver te zoeken.

Dior

Galliano blijft doof voor kritiek en strompelt verder op zijn absurdistische weg. Dat hij de erg professionele Dior-ateliers ter beschikking heeft, helpt om zijn losgeslagen ontwerpen er nog indrukwekkend te doen uitzien (de zin voor detail is vrij ongeĆ«venaard) maar het maakt de outfits er niet minder tragisch om. Toch is het een verbetering in vergelijking met de vorige seizoenen, want ondanks de lukrake styling oogt de collectie krachtdadig en strijdlustig. Maar dat laatste doet hem ook de das om, want dat adjectief neemt Galliano te zeer ter harte: cowgirls, wonderwomen, lichtekooien en amazones moeten het gegeven van de sterke vrouw illustreren, maar zelfs dat clichĆ©matig vertoon wordt onderuit gehaald door het te laten contrasteren met een reeks ‘huisvrouwen’, die sip baby’s voeden, en potten en pannen op hun bolle jurken terugvinden. Heeft Galliano een handboek over rolpatronen gevonden? Uit 1802?

Lacroix

Lacroix is het noorden kwijt, anders valt het niet te omschrijven. Hij die anders zo gul kan strooien met bonte kleuren, brokaat en borduursels, houdt er nu de knip op en construeert schetsmatige, te hoekige silhouetten die niet alleen pover, maar ook onflatteus ogen. Lacroix doet het nog wel, het schalkse combineren en contrasteren, maar de schwung en de verwondering is eruit. De couturier heeft zich al zoveel keer gedwongen moeten heruitvinden (hij is legendarisch ‘bijna failliet’), dat hij diep in zichzelf zal moeten graven om het nog maar eens te doen. Volgende keer wordt het dus opnieuw uitkijken.

Peter De Potter

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content