Journalist Tom Vandyck verhuisde enkele jaren geleden naar de Verenigde Staten. Hij schreef een boek over zijn inburgeringsproces, dat voor een belangrijk deel ook culinair verliep. Waarin hij meteen enkele diepgewortelde mythes over de Amerikaanse eetcultuur weerlegt.

U hebt u verdiept in de Amerikaanse keuken als onderdeel van uw inburgering. Tom Vandyck: Toen ik verhuisde naar Amerika nam ik me voor om niet te proberen te eten zoals ik dat gewend was in Belgiƫ, maar ik heb me enthousiast gesmeten op alles wat typisch Amerikaans was. Tot kaas in een tube toe heb ik geprobeerd, maar dat is echt niet te vreten.

Ik was altijd al een barbecueliefhebber, en ben me er hier serieus op gaan toeleggen. Ik ben zelfs naar Kansas City gegaan, de bakermat van de barbecue, voor een opleiding als jurylid in wedstrijden. Die wordt gegeven door de Kansas City Barbecue Society, de grootste in de Verenigde Staten. Zij stellen de regels op voor de wedstrijden die in heel het land worden georganiseerd. Zo’n jurering wordt zeer ernstig genomen, want er is veel geld mee gemoeid. Je hebt grote prijzenpotten, tot 50.000 dollar, wat verklaart waarom mensen zoveel geld investeren in hun materiaal. Je moet voor de zes juryleden vier soorten vlees klaarmaken : kip, spareribs, beef brisket (runderborst) en pulled pork (varkensschouder). Die worden allemaal anders bereid, dus heb je verschillende toestellen nodig. Deelnemers hebben soms barbecuestellen bij zich die heuse aanhangwagens zijn. Die kosten natuurlijk duizenden dollars. Mensen rijden vaak honderden kilometers voor zo’n wedstrijd, en komen meestal al een dag vroeger omdat sommige stukken langzaam moeten garen.

Barbecue is hier in verschillende kringen een hip gespreksonderwerp, en als je laat vallen dat je een gecertifieerde barbecue- expert bent, dwing je respect af. De buren vonden ons eerst maar rare yups, maar zijn helemaal bekeerd door mijn barbecuekunsten. Ik voelde me plotsklaps een echte Amerikaan.

Wat zijn de grote verschillen qua eetcultuur met Europa ? Amerikanen gaan meer uit eten, want het is goedkoop : voor tien dollar kun je bij de Chinees al lunchen, dineren vanaf veertien dollar.

Verder ligt het tempo enorm hoog. Je hoeft geen kwartier te wachten op de menukaart en dan nog eens tien minuten op je drankje, dat krijg je binnen de minuut. Soms staan de diensters bij wijze van spreken zelfs naast je bord te wachten, en voor het leeg is, vragen ze al : ‘Are you still working on that?’ Een goede service vindt men hier vaak vooral snel. Op drie kwartier ben je dan ook meestal rond. Lang tafelen en blijven plakken zit er dus niet in, dat gebeurt eerder wanneer je bij vrienden thuis gaat eten. Maar zelfs sociale gebeurtenissen als familiefeesten zijn hier doorgaans sneller afgelopen dan in BelgiĆ«. Als het eten op is, gaan sommige mensen door.

Ook aan de wachtrijen raak ik niet gewend. Vaak sta je dan eerst drie kwartier in de lobby te zweten met je jas aan voor je aan tafel kunt. Maar hier vinden mensen dat normaal.

Er bestaan veel vooroordelen tegenover de Amerikaanse eetcultuur. Je zou er niet goed kunnen eten ? Dat is pertinent niet waar. Je hebt hier een enorme variĆ«teit aan keukens. Chinees is hier bijvoorbeeld veel beter dan de pseudo- Indonesische rommel die je vaak in BelgiĆ« krijgt voorgeschoteld. Ik zie het van ver aankomen : Belgen willen hier per se een steak met frieten eten, maar zijn dan teleurgesteld omdat het vlees niet goed is en de frieten niet lekker. Daarvoor moet je naar een steakhouse. Ze gaan dan nog een paar keer naar McDonald’s – omdat ze dat kennen – en eten hier en daar nog wat junk, waarna ze besluiten dat je niet goed kunt eten in de Verenigde Staten. Maar dat is omdat ze naar de verkeerde plekken gaan.

Tweede vooroordeel : de Amerikaanse keuken mist verfijning. Als je tegen een Amerikaan zegt dat je graag stoofvlees eet met frieten en mayonaise, dan vraagt hij zich af hoe je dat binnenkrijgt. Je kunt hier wel degelijk verfijnd eten, in de grootsteden zitten sommige van ’s werelds beste restaurants. Maar ook barbecue bijvoorbeeld is hier een stuk verfijnder dan in BelgiĆ«. Mensen zijn daar dagen mee bezig, weten perfect welk stukje vlees ze moeten hebben en marineren dat dan een dag op voorhand in eigengemaakte kruidenmixen waarvan ze het recept angstvallig geheim houden. Naargelang het soort vlees gebruiken ze ander hout : appelhout is bijvoorbeeld ideaal voor varkensvlees, liefst eerst een paar uur in water geweekt voor een optimale rookontwikkeling. Het vlees gaat dan uren in de smoker, op een constante temperatuur van 225 graden Fahrenheit. Het is echte slowfood, volgens de regels van kunst. In BelgiĆ« is barbecue beperkt tot wat worsten, burgers of koteletten vijf minuten boven hete kolen braden en een kwak cocktailsaus van Devos Lemmens erover.

Derde vooroordeel : Amerika heeft een ongezonde eetcultuur. Als je ongezond wilt eten kan dat hier perfect. Er zijn hier inderdaad meer dikke, ongezonde mensen, hoewel overgewicht ook in Europa in opmars is. Maar er zijn dingen aan het veranderen. Michelle Obama bijvoorbeeld voert campagne tegen zwaarlijvigheid. Ze zet zich in voor een betere voeding voor kinderen thuis en op school en pleit voor meer sport en beweging. Zo trokken haar aerobicsessies met veertienjarige meisjes en de moestuin die ze aanlegde in het Witte Huis veel aandacht in de pers. In verschillende staten lopen er projecten om de kwaliteit van schoolmaaltijden omhoog te krijgen. In de Twin Cities ( het verstedelijkte gebied rond Minneapolis en Saint Paul) worden nu ook boerenmarkten gesubsidieerd in armere buurten. En in enkele steden bestaat al zo’n vetheffing op verzadigde vetten. De fastfoodrestaurants vermelden er de voedingswaarde en de calorieĆ«n van elk gerecht op het menu.

Wordt je voedingspatroon bepaald door je sociale klasse ? Doordat dit land zo groot is, heb je er natuurlijk meer extremen. Enerzijds heb je afgetrainde mensen die uitsluitend biologisch eten, fair-tradekoffie drinken in kleine onafhankelijke bars en hun verse groenten op boerenmarkten kopen. Het is een onderdeel van hun lifestyle, net zoals het hebben van een iPhone of met een Prius rijden. Anderzijds heb je ook veel dikke mensen die leven op ongezonde fastfood. Als je niet veel geld hebt, is een Big Macmenu van zes dollar een gemakkelijke optie. Een alleenstaande moeder met twee jobs is niet snel geneigd om nog in de keuken aan de slag te gaan met marktverse ingrediƫnten. Vaak hebben ze van thuis uit geen notie van gezonde voeding meegekregen en zijn er in de armere buurten ook geen biologische supermarkten of markten. Als je arm bent in Amerika, betekent dat doorgaans dat je slecht eet. Je onderwijsniveau, je inkomen en de plek waar je woont, kortom je sociale klasse, bepalen in grote mate hoe je eet en bijgevolg ook je gezondheid.

Amerika zoals het is (24,90 euro) van Tom Vandyck is uitgegeven door Uitgeverij Vrijdag :

www.uitgeverijvrijdag.be.

DOOR SOFIE ALBRECHT

“Je kunt hier wel degelijk verfijnd eten. In de grootsteden zitten sommige van ’s werelds beste restaurants.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content