Hans Weyers (33) & Klaas Borms (30) kregen de Henry van de Velde-prijs voor jong talent. De ene keer wordt hun werk kunst of toegepaste kunst genoemd, de andere keer design.

Moniek E. Bucquoye Foto : Lieve Blancquaert

We zijn natuurlijk zeer tevreden met de prijs, maar onze selectie door de Italiaanse design goeroe Alessandro Mendini voor het Internationaal Design Yearbook 1996 zint ons zeker evenveel. Het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, dat de Henry van de Velde-prijs uitreikt, kent ons al jaren, terwijl we nu zien dat onze koppigheid ook door anderen opgemerkt wordt. Mendini weet niet dat we al zolang bezig zijn, en we vragen ons dan ook af welke selectiecriteria hij hanteert. Bovendien wordt er voor dit soort boeken normaal geselecteerd op design kwaliteit en op reproduceerbaarheid. Ons werk hoort noch in de ene noch in de andere groep echt thuis.

Omdat we werken op een artisanale manier, kunnen we niet veel meer produceren, tenzij we een nieuw publiek zouden kunnen bereiken dat ons hetzelfde gunt als de 25 klanten die we nu elk jaar hebben. Ofwel nemen we mensen aan en zorgen we voor een productie van kleine series, maar daar zijn we niet echt voor. Ofwel doen we verder. Op een bepaald moment is ons publiek voorzien, en dan, hoe moet het dan verder ? Daarom vinden we die internationale selectie zo belangrijk. We weten het, we zitten met ons werk even buiten de normen. Daarom is het ook zo fascinerend dat het in een designboek kan. Is het omdat Mendini op zoek is om het fin de siècle te vatten dat ons werk er nu plots bijhoort ? Het is niet echt functioneel, we horen niet thuis bij de industriële vormgeving, maar het komt wel tegemoet aan de invulling van spirituele en emotionele noden. Thema’s die Mendini na aan het hart liggen. Het enige gevaar is dat ze van die stroming een trend of een mode maken. Daar zijn we voor op onze hoede. Het was tien jaar geleden al voorspelbaar dat de dingen waar wij mee bezig zijn, waar Jan Godijns mee bezig is, waar Hilde De Decker mee bezig is, uiteindelijk moeten uitmonden in een bredere verspreiding. Dat er op een bepaald ogenblik bij sommigen ergens een belletje gaat rinkelen, is normaal.

Dat onze weg de goede is, worden we gewaar omdat oude ideeën van ons door anderen gerealiseerd worden. Bijvoorbeeld het felgecontesteerde kunstwerk de doorgesneden koe en haar kalf op sterk water van de Brit David Hirst. Wij werken al zeven, acht jaar met hersens en koeienogen. Wij noemen ons geen artiesten maar zelfbouwkundigen. Dat betekent dat we zelf leerden bouwen aan ons werk en aan onszelf. We staan niet echt stil bij waaar we mee bezig zijn, we doen gewoon ons ding en het werkt. En of sommigen het nu lelijk of mooi vinden, daar trekken we ons weinig van aan. We bereiken Jan met de pet niet, maar we staan al in de musea. We maken ook niet echt bruikbare dingen, hoewel het dat kleine stukje bruikbaarheid is dat ons werk met de werkelijkheid bindt en mensen aantrekt. We maken luchters en lampen of bouwsels die onder de noemer verlichting passen. Maar eigenlijk is het een excuus om een wereld te creëren en die dan onder het mom van verlichting aan te bieden. Veel van onze werken worden aanvaard omdat er nog licht inzit : ze hebben een lamp in zich om zichzelf te verlichten ; ze kunnen niet echt functioneren als verlichting, wel als sfeerbrengers of dingen om de weg te vinden in huis.

Het wringt af en toe, en het is zeker dat we dingen beu worden, en het zal op een dag misschien wel eindigen met het schilderen op doek. Ons werk en ons denken verloopt niet echt gestructureerd. Er zijn werken die nog altijd zeer commercieel zijn, anderen ontsnappen eraan en zijn puur nutteloos. Maar ze plezieren ons, omdat we ze kunnen maken en we de geïnteresseerden iets bieden dat hen nog nooit aangeboden is geweest. Zo zijn we voor het ogenblik bezig met een soort kijkkast waarin je je hoofd moet stoppen en waarin we tekst, muziek, computergeluiden en beweging combineren. We houden van het spel tussen licht en duisternis, van vuurwerk, van occulte dingen, van ex-voto’s, van fotograaf Witkin. De Simpsons zijn onze idolen en karikaturist Gerry Larson houdt ons braaf. We beïnvloeden elkaar, maar we worden vooral beïnvloed door het buitengewone.

Klaas Borms (links) en Hans Weyers : We hebben schrik van de zoveelste hype.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content