Een goed model is een artiest. Daarom zit ik in de modewereld : een artistieke drijfveer. Fotografen weten dat ik betrokken wil worden op de set. Ik wil de polaroids zien tijdens de shoot – en dat is echt niet om te zien hoe ik erop sta. Het gaat niet om mij. Het gaat over de compositie. Over hoe ik mijn lichaam het best kan gebruiken om de ideeĆ«n van de fotograaf en de stiliste af te maken.

Je moet het spel meespelen. Als model moet je meedraaien in het commerciƫle circus eromheen, maar je beslist zelf hoever je daarin gaat. Ik probeer dat op een eerlijke manier te doen. Het hoort erbij, maar ik wil me er niet in verliezen. Ik blijf vasthouden aan mijn waarden en normen. Ik wil mezelf recht in de spiegel durven kijken. En het moet plezierig blijven. Dat is ook wat ik in iemand als Marc Jacobs bewonder : dat hij in zijn hele imperium nog altijd de fun weet te bewaren.

Als model moet je in control zijn. Topmodellen zijn stuk voor stuk sterke, verstandige, gedreven vrouwen die weten wat ze willen en hard gewerkt hebben om te staan waar ze staan. Wij zijn geen mooie poppetjes die van defilƩ naar defilƩ gevlogen worden en alles maar ondergaan. Zo begin je misschien, maar als je zo blijft, red je het niet. Ik doe dit al tien jaar. Dat ik zo lang meedraai, is alleen omdat ik ergens voor sta.

Ik voelde me als kind een octopus op het droge. De stoere meisjes van de klas waren altijd klein, ik wilde ook korte benen hebben en niet wapperend over de speelplaats lopen. Neen, het mooie meisje van de klas heb ik me nooit gevoeld.

Jezelf mooi vinden is een vorm van zelfrespect. Dus ja, ik vind mezelf mooi, maar ik denk dat iedereen zichzelf mooi vindt. Ik had pas echt door dat ik mooi was toen ik het favoriete model was van fotograaf Steven Meisel. Of toen mijn agent – ik kende toen nog niet veel van de mode-industrie – zei : “Je kent Naomi Campbell toch ? Wel, dĆ”t is jouw niveau.”

Het modellenleven is een nomadisch bestaan. Ik heb net een maand lang rondgevlogen. Landen in Parijs, dan weer de trein op naar NormandiĆ«, het vliegtuig naar Los Angeles, terugvliegen naar Londen, dan weer naar Milaan, Londen, weer Parijs. Ik wist niet meer waar ik was. Ik moest ’s avonds aan de productie vragen om mijn hotel op een post-it te schrijven, omdat ik zelfs niet meer in mijn e-mails terugvond waar ik was. Altijd onderweg, altijd stand-by.

Muziek is mijn medicijn, mijn beste vriend. Ik ben veel alleen, maar nooit zonder muziek. Die zegt wie ik ben. Mijn platen van Donna Summer laten zien dat ik lol wil maken, zonder me daarbij af te vragen wat anderen ervan zullen zeggen. Chet Baker vertelt hoe ik mij voel als ik triestig ben. Fever Ray laat mijn donkere kant zien, zegt dat ik van melancholie hou, maar wel als het huppelende melancholie is. Weet je, als je mij in een hokje wilt stoppen, moet het een groot hok zijn.

Ik ben trots dat Tim een plaat over mij heeft gemaakt. Dat ik het waard ben om een plaat over te maken, ook al gaat die dan over onze breuk. Ik heb alle nummers gehoord terwijl Tim (Vanhamel) eraan werkte, maar ik heb hem nog niet in Ć©Ć©n keer kunnen beluisteren. Hij is ik en ik ben hij, en dat zal nooit veranderen.

Of ik me nuttig wil voelen ? Ik voel me nuttig in mijn leven : als ik een boek lees of als ik met mijn neefje ga zwemmen – de gewone dagdagelijkse dingen. En ik weet wel dat een fotoshoot niet de meest nuttige bezigheid is op deze planeet, maar ik haal er wel voldoening uit. Dat ik nu het gezicht ben van Models Against Aids is dus niet om mijn leven meer zin te geven. Ik ben geen Moeder Teresa. Ik doe dit niet voor mezelf, ik doe het om de organisatie te helpen. Omdat mijn gezicht helpt het aidsprobleem onder de aandacht te brengen bij jongeren.

Hannelore Knuts (31) is het nieuwe gezicht van Designers Against Aids – Models Against Aids, een organisatie die via mode en popcultuur jongeren probeert bewust te maken van het aidsprobleem. Info : www.designersagainstaids.com

Door Geert Zagers / Foto Ann VallƩ

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content