GOEDE FILMS VOLSTAAN NIET

Niet-Bruggelingen associëren de naam Lumière al vaker met dvd's dan met de bioscoopzaal. © FOTO'S DIEGO FRANSSENS

De Lumière is niet meer weg te denken uit het cultuurleven van Brugge. Maar Jan De Clercq en Alexander Vandeputte, de oprichters en zaakvoerders van het inmiddels legendarische filmproductie- en distributiehuis, hebben wel andere katten te geselen. Nu zwaait Elsie Roose er de scepter.

Al twee jaar is Elsie Roose general manager van Cinéma Lumière in Brugge, omdat de stichters Jan De Clercq en Alexander Vandeputte er geen tijd meer voor hebben. Te veel andere dingen aan hun hoofd. Die jongens werken hard, hebben een fijne neus voor zaken en weten verdomd goed waar ze naartoe willen. Wat zestien jaar geleden begon met één zaaltje, lieten ze uitgroeien tot drie met een capaciteit van driehonderdtal zitjes, maar ze keken ook over de grenzen van Brugge. Ze hebben een kantoor in Gent en één in Amsterdam, waar in totaal dertig mensen werken. Lumière Publicing verdeelt films in de bioscoop en op dvd, brengt tv-series op dvd en legt zich toe op pay-tv. Lumière is de enige distributeur die de rechten van Scandinavische series koopt en verhandelt in de Benelux. De eerste was de crimereeks Wallander. Later volgden The Killing, Those who kill, Borgen… De Clercq en Vandeputte leggen zich steeds meer toe op filmproductie, en dat gaat ze zo goed af dat ze in het najaar starten met een tiendelige internationale serie, The Team, die zich afspeelt in België, Denemarken en Duitsland. Lumière is inmiddels zo’n groot bedrijf, dat het filmhuis in de Sint-Jakobsstraat nog amper drie procent van de omzet beslaat. Slechts drie procent ? Waarom houden ze dat nog in stand ? “Omdat het hun kindje is”, zegt Elsie Roose. “En omdat ze het belangrijk vinden dat Brugge de Lumière nog heeft. Het is een instituut geworden. Nee, ze zitten niet stil. En ik ook niet. Voor mij was cinema compleet nieuw. Behalve dat ik zeer graag naar de bioscoop ging, had ik er geen benul van hoe de filmwereld in elkaar zat. Compleet van nul begonnen, meteen in het diepe gegooid.”

BREDERE KIJK

Elsie Roose, 54 jaar oud en moeder van vier kinderen, was zeker geen groentje toen ze op 1 januari 2011 in vaste dienst kwam. “In 1998 werkte ik aan de stad in een functie die me niet echt goed lag en wou een job die beter bij me paste. Toen werd bekendgemaakt dat in 2002 de titel Culturele Hoofdstad van Europa aan Brugge zou worden toegekend. Ik ben dus op het juiste moment een betere baan gaan vragen”, zegt ze. “Ik heb de lange aanloop naar Brugge 2002 meegemaakt, dan het hele jaar 2002, daarna de overgang naar Brugge Plus. Uiteindelijk was ik de enige van een ploeg van 150 man die nog overbleef. Ik was een spilfiguur, een Bruggelinge bovendien, en de naaste medewerkster van intendant Hugo De Greef. Door al die dingen had ik heel wat ervaring opgedaan in de culturele sector. Bij Brugge Plus heb ik Cirque Plus uit de grond gestampt, dat deze zomer aan de zevende editie zit. Ik deed ook de administratie van een cultureel magazine en had contacten met alle culturele huizen van Brugge. Ik draaide al zes jaar mee als vrijwilligster bij De vrienden van Lumière en raakte er steeds meer bij betrokken. Jan en Alexander hebben mij gevraagd de leiding van het filmhuis op mij te nemen omdat zij de voeling met Brugge wat waren kwijtgeraakt. Er zijn uitdagingen te over, en er is nog ontzettend veel te doen. Ik beschouw het ook als een voordeel dat ik niet uitsluitend met cinema ben bezig geweest, want daardoor is mijn kijk veel breder, en dat is broodnodig.”

GEEN KABOUTER PLOP

Toen Jan De Clercq en Alexander Vandeputte zestien jaar geleden met Cinema Lumière begonnen, was het bioscoopwezen in Brugge op sterven na dood. “De Liberty heeft het tot een jaar of twee geleden uitgezongen”, zegt Elsie Roose. “En toen een jaar of acht geleden Kinepolis acht zalen neerpootte net buiten de stad, vonden Jan en Alexander dat helemaal niet erg, want de bioscoopcultuur was in Brugge zo karig geworden, dat het voor Lumière ook niet goed was.”

“Cinema Lumière was opgestart vanuit het idee een arthouse te maken, maar dat is veranderd”, zegt Elsie Roose. “We draaien nu zowel mainstream als auteursfilms. Een aantal films draaien we parallel met Kinepolis, maar sommige komen zeker niet op onze affiche. Hier geen Pirates of the Carribean. Geen Kabouter Plop.”

Waarom Lumière commerciëler is geworden ? “Omdat het landschap van de cinema erg geëvolueerd is”, zegt Elsie Roose. “Om te beginnen heeft de digitalisering zware investeringen gevergd en die moeten opbrengen. Wij willen dus films programmeren waar volk naartoe komt. Komt daarbij dat de filmcultuur nu totaal anders is. Vroeger volstond het om goede films te programmeren, maar dat is lang niet meer het geval. Nu moet je andere invalshoeken vinden om mensen naar de cinema te lokken, want er zijn grote bedreigingen voor de bioscopen : iPad, dvd, betaaltelevisie, home cinema, grote flatscreens. Vorige week hoorde ik van een architect dat een aantal nieuwbouwprojecten over een eigen visiezaaltje beschikken, een eigen cinemaatje. De terugloop van het bioscoopbezoek is niet alleen het probleem van kleine filmhuizen, ook de grote bioscoopcomplexen Kinepolis zoeken manieren om mensen weer warm te maken voor de cinema. Ze organiseren ladies’ nights, avonden waarop vriendinnen samen naar de cinema te gaan. Of seniorennamiddagen, waar de mensen een kopje koffie krijgen. En er is Opera in de cinema, of Ballet in de cinema. Zulke evenementen hebben succes.”

STUDENTENNACHT

“Vorig jaar heb ik een initiatief ontwikkeld om met de stad iets te organiseren”, zegt Elsie Roose. “Straatco- mités krijgen van de stad zomercheques om feesten te organiseren. Waarom zouden ze niet eens naar de film komen ? De Lumière draaide vier films voor de straatfeestencomités. We hadden meteen al negenhonderd inschrijvingen, de eerste keer dat we het organiseerden. Een gigantisch succes. Maar we mikken vooral op jongeren, want dat is het publiek van de toekomst. Hoe ? Door een aangepaste programmatie, en door een goedkoper tarief te rekenen voor de vertoning van halfelf. Jonge mensen gaan immers graag laat uit en verkiezen een late vertoning. We zoeken allerlei manieren om jong volk aan te trekken. Zo gingen we onlangs met een populaire kledingwinkel overleggen : ‘Zien jullie het zitten om met jullie klandizie een première te doen in de Lumière ?’ Die mensen waren laaiend enthousiast, want zo’n actie is goed voor hen, én voor ons. Ik heb ook aan de twee hogescholen van Brugge voorgesteld om bij de aanvang van het academiejaar een studentennacht te houden. Dan zetten we na de reguliere vertoningen de drie zalen open met langspeelfilms, kortfilms en studenten die hun eindwerk presenteren. Veel variatie, iedereen zaal in, zaal uit, met animatie in de foyer. En daarna kunnen we misschien iets organiseren met studentenpasjes en kortingen. We hebben er veel voor over om jongeren weer naar de filmzalen te krijgen. En het liefst naar de onze.”

GEEN GERITSEL VAN WIKKELS

“Kinepolis is als een uitstapje, een soort van pretpark, een totaalbeleving,” zegt Elsie Roose. “Grote zalen, 3D, eten en drinken. Dat is er bij ons allemaal niet. Lumière wíl geen pretpark zijn. Wij zetten vooral de kwaliteitsfilm centraal, én het gezellig samen naar de bioscoop gaan. Maar het prijsverschil telt ook. Bij Kinepolis varieert de prijs van elf tot dertien euro. Bij Lumière is acht euro het normale tarief. Zeven euro voor jongeren, en tickets voor de vertoningen van vijf uur en halfelf uur kosten 5,50 euro.”

“Onlangs zat ik met mensen van achttien, negentien jaar aan tafel : ‘Vertel eens, waarom gaan jullie automatisch naar Kinepolis en niet naar ons ?’ De meeste antwoorden waren niet onverwacht : ‘Wat saaie films’ – ‘Veel Franse films en die interesseren ons niet’ – ‘Jullie hebben geen popcorn’. Dat hebben wij inderdaad niet. Ons vast publiek stoort zich aan eten en drinken tijdens de film. Ooit hebben we repen chocola en flesjes water verkocht. We wilden wel iets aanbieden, maar iets wat niet stinkt en geen lawaai maakt. Maar zelfs dát was al te veel : kritiek over het geritsel van die chocoladewikkels, over de geur van die chocola ! Maar goed. Eén opmerking in dat gesprek heeft me met verstomming geslagen. Zo’n jonge kerel zei : ‘De Lumière, dat is de cinema van mijn ouders. Stel je voor dat ik daar met mijn liefje zit en plots komen mijn vader en moeder er binnen.’ Daar had ik nog nooit bij stilgestaan, dat jongeren misschien niet samen met hun ouders in dezelfde bioscoop willen zitten. Hoe kun je daar in godsnaam op inspelen ?”

GROOTSE PLANNEN

“O ja, er zit nog groei in. We willen er bijvoorbeeld nog een zaaltje bij en hebben grote plannen. Ons filmhuis is een onderdeel van De Republiek. Dat is een oud concertgebouw, een eigendom van de stad Brugge die het in erfpacht heeft gegeven aan vzw De Korrelatie, van wie Lumière de zalen huurt. Het gebouw biedt ook onderdak aan een café en enkele kantoren, maar veel ruimtes staan leeg omdat ze niet of moeilijk toegankelijk zijn. We zouden die moeten kunnen uitbaten of verhuren. Jan en Alexander hebben architecten aangesproken om dit gebouw grondig aan de pakken, en die hebben een schitterend ontwerp gemaakt. We hebben dat voorgelegd aan de stad Brugge en die heeft zich er meteen achter geschaard, het stadsbestuur maakt één miljoen euro vrij voor de verwezenlijking ervan. De bouwvergunning ligt klaar. Het is wachten op de juiste timing.”

DOOR GRIET SCHRAUWEN & FOTO’S DIEGO FRANSSENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content