Achter de strakke vormentaal van designer John Pawson schuilen verrassend barokke hersenspinsels. De ongeduldige, soms chaotische workaholic is een atypische minimalist. Hij heeft het over rituelen, religie, chaos, perfectionisme, werken en bezit.

John Pawson veroverde de wereld met supereenvoudige interieurs met kale witte wanden, zonder een spatje kleur. Ondertussen ontwierp de paus van het minimalisme, die doorgaat voor een asceet, ook winkels voor Calvin Klein, een keuken voor Obumex, kookpotten voor Demeyere en een jacht. Dat doet vermoeden dat hij toch ook iets van een levensgenieter heeft. In de meeste interviews wordt hij echter opgevoerd als een mediterende monnik. In 2004 bouwde hij trouwens in TsjechiĆ« een heus klooster. Toch is dit geen ‘droge’ man, hij houdt van een lekker glas bordeaux, een goede mop Ć©n blijkbaar ook van rituelen. Niet alleen het bekende gezegde van zijn illustere voorganger Mies van der Rohe, less is more, is hem op het lijf geschreven. Mies beweerde ook : ” Gott steckt im Detail”. Hoewel niet religieus heeft het minimalisme van Pawson toch enkele ‘hogere’ wortels. Een gesprek met de man achter de designer die je zelden te horen krijgt.

Bent u een perfectionist ?

John Pawson : Ik hou van perfectie, maar ik ben zelf niet perfect en ook niet echt goed in het ‘maken’ van perfectie. Ik ben bovendien heel ongeduldig en kan me niet altijd goed concentreren. Ik ben wel obsessief bezig. Ik roep ook snel de hulp in van iemand anders. Mijn team is dus wel goed in perfectie. Maar als je mij persoonlijk vraagt om iets te tekenen, schets ik heel snel, want ik wil het vlug op papier.

Van een minimalist verwacht je toch dat hij heel beheerst werkt en van orde houdt ?

Ik hou van orde, maar in mijn hersenen heerst een enorme chaos. Zoals de meeste mensen heb ik een dubbelzinnige verhouding met orde en chaos. Veel mensen houden er bijvoorbeeld van om te verzamelen, anderen gooien liever weg, maar vaak doen we beide. We zijn ook terzelfder tijd sedentair en nomade. Ik ga door voor een serieuze mens. Dat ben ik ook als ik werk, maar op kantoor gaat het er soms aan toe als in een komedie, we maken de hele dag door grapjes. Het is geen klooster. Mijn fans zijn ook verbaasd dat ik blauw draag en geen zwart, en dat ik niet kaalgeschoren ben.

Verzamelt u zelf ?

Ik beleef er geen plezier aan om dingen te bezitten. Ik vind sommige voorwerpen wel mooi, maar haat bezit. Ik denk dat het te maken heeft met verantwoordelijkheid. Ooit overwoog ik om kunst te kopen en ik kocht effectief een werk van Donald Judd. Maar nadien had ik er spijt van omdat ik ervoor moest zorgen.

Zijn rituelen voor u belangrijk ?

Zeker, ze spelen een rol in het leven. Zelfs koken of baden vind ik een ritueel. En al ben ik niet religieus, toch respecteer ik de tradities van het christendom. En die van andere godsdiensten. Alleen ken ik de christelijke het best via mijn familie. Via klanten kom ik wel in aanraking met de tradities van joden, moslims en zelfs van boeddhisten.

In 2004 bouwde u in Novy Dvur een heus cisterciĆ«nzerklooster dat een ‘ritueel gevoel’ uitstraalt. Ook de brug in de Londense Kew Garden heeft zoiets.

Inderdaad. Kijk maar naar de manier waarop de mensen over de brug in het park stappen. Ze doen dat niet snel en rechtdoor, ze vertragen hun stap. Dat heb je ook in het klooster, dat immaterieel lijkt. In mijn architectuur zijn deze ervaringen belangrijk. Je moet door een ruimte stappen en rondkijken. Dat geldt zelfs voor een keuken, waar beweging belangrijk is. Voor mij is die ruimtelijke ervaring het grootste plezier van de architectuur. In een lege ruimte is die ervaring doorgaans nog sterker. Daarom zijn heilige plaatsen meestal eenvoudig. Je hebt natuurlijk barokke kerken, maar ook daarin is er meestal veel ruimte.

Het klooster doet me denken aan de kale kerkinterieurs van de zeventiende-eeuwse schilder Pieter Saenredam.

Hij is een van mijn favoriete kunstenaars. Hij kon tekenen, ik niet. In zijn schilderijen heb je ook het gevoel dat je door de ruimte stapt. Maar niet alleen openheid speelt een rol, ook geslotenheid. Ik hou evenzeer van muren, gecombineerd met doorzichten. In een gebouw moet je altijd naar buiten kunnen kijken, om de tijd, het weer en het seizoen te kunnen volgen.

Bent u, net als Le Corbusier en Piet Mondriaan, beĆÆnvloed door uw calvinistische achtergrond ? Uw ontwerpen lijken strenger dan die van designers uit het zuiden.

Zo voel ik dat ook aan. Die ‘nederige’ ontwerpstijl kreeg ik mee van mijn moeder, die streng methodist was. Het streven naar perfectie en naar het allerbeste heb ik dan weer van mijn vader, die eveneens methodist was. Maar hij was extravagant. Mijn moeder was serieus en van nature zeer bescheiden en goed. Ik streef ook naar een eerlijk design.

Houdt u van ornamenten en decoratie ? Tegenwoordig duiken ze veel op in het nieuwste design maar in uw werk merk ik daar niets van.

Toch hou ik van decoratie-elementen en ik gebruik ze ook, maar niet op een conventionele manier. Vergeet niet dat decoratie een doel heeft. Vroeger gebruikte men ornamenten niet zelden om iets te camoufleren of aantrekkelijker te maken. Decoratie creĆ«ert ook sfeer. In mijn werk herken je het decoratieve bijvoorbeeld in de patronen die ik gebruik voor het hout van de vloer. Of het hout zelf heeft een decoratief patroon. Ik speel dus met texturen en natuurlijke materialen, maar nooit met exuberante vormen. Ik gebruik ook veel wit omdat dat het licht reflecteert en de schaduw verruimt. Wit is ook meer ‘licht’ dan kleur.

Is de natuur voor u een inspiratiebron ?

Ik gebruik de natuur om in te vluchten, dat heb ik echt nodig. Maar ik word er niet door geĆÆnspireerd. Ik ontdek meer in de geschiedenis, in oude gebouwen, schilderijen, noem maar op. Ik heb vroeger veel gereisd. Ik kwam pas laat tot de architectuur, ik was dertig en heb voordien veel gezien. Onder meer oude architectuur uit allerlei culturen. Hedendaagse creaties inspireren mij minder. Ik neem ook nooit iets klakkeloos over. Sommige architecten zien bijvoorbeeld een nautilusschelp en gaan die vorm gebruiken om een gebouw te ontwerpen. Zo werk ik nooit. Ik vertrek vanuit iets, maar ik kan net zo goed het tegenovergestelde ontwerpen.

U houdt van muziek ?

Ik heb altijd veel muziek gehoord, mijn moeder was zeer muzikaal. Maar ik kan niet naar muziek luisteren terwijl ik werk. Dan verdraag ik geen enkel geluid. Ik zou wel graag meer tijd uittrekken voor muziek. Maar als ik naar een concert of een opera ga, denk ik toch weer aan architectuur. Ik droom weg. Op zich is dat wel prettig, maar daarna voel ik me altijd wat schuldig omdat ik amper iets heb gehoord. Ik zou ook meer willen lezen, maar meestal heb ik er amper tijd voor. Hetzelfde met koken.

Is dat ook een bron van inspiratie ?

Zeker. Ik denk dat je niet goed kunt ontwerpen zonder bepaalde ervaringen. Zo moet je zelf een beetje koken om een goede keuken te ontwerpen. Het gaat niet zover dat je een monnik moet zijn om een klooster te bouwen, maar je moet je wel kunnen inleven in die mensen. Via dat koken komen we terug bij uw vraag over rituelen : ze maken inderdaad een essentieel deel uit van het hart van een huis. Daarom schreef ik ook een kookboek.

U werkt graag.

Ik geniet ervan, het is boeiend. Maar ik voel me wel schuldig dat ik me niet kan ontspannen. Ik kom geen weekend of vakantiedag door zonder een beetje te werken. Ik vergeet vaak dat er een balans nodig is in je leven, werken is de gemakkelijkste oplossing. Het onderhouden van familierelaties en vriendschappen is moeilijker. Maar ik voel me gelukkig bij mijn vrouw, die mij zeer goed begrijpt. Normaal hoor je vrouwen klagen dat hun man laat thuiskomt. Als ik om 19 uur thuiskom, is zij verbaasd dat ik zo vroeg ben. Of als ik midden in de namiddag zeg dat ik ’s avonds nog naar New York moet, dan zegt ze gewoon : great !

Wat zijn uw plannen voor 2009 ?

Het begrip nabije toekomst is in architectuur altijd relatief, omdat het een langzaam werk is. Elk project dat gerealiseerd wordt, is drie Ć  vijf jaar eerder opgestart. Bovendien hebben we maar een klein bureau. Nu werken we aan de vormgeving van enkele wijnkastelen nabij Margaux, zoals het ChĆ¢teau LabĆ©gorce dat bestaat uit een wijnatelier en een kunststichting. Voor Bulthaup ontwerpen we een slaapkamer en wat livingmeubilair. En onlangs hebben we een prachtig jacht afgewerkt.

Door Piet Swimberghe Foto’s Pieter Jan Depue

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content