Piet Swimberghe

Zeventig jaar na de geboorte van de beroemde buisframezetel Wassily, maakt het bedrijf Belgo Chrom nog steeds artisanale buismeubels.

PIET SWIMBERGHE

JAN VERLINDE

De Wassily werd in 1925 ontworpen door de Hongaar Marcel Breuer voor de woning van Kandinsky. Dat was een biezonder vruchtbaar jaar voor de meubelkunst en de architektuur : in Parijs vond de Exposition Internationale des Arts Décoratifs et Industriels Modernes plaats, waar de moderne, funktionele stijl van de twintigste eeuw definitief gestalte kreeg. Tussen ’25 en ’30 veranderde de moderne meubelkunst helemaal van vorm en afwerking. De ontwerpers dachten niet langer in hout, maar in metalen buizen. Dat was na de innovatie van Thonet, ruim een halve eeuw vroeger, een nieuwe mijlpaal in de geschiedenis van het meubel. Rond ’25 experimenteerden wel meer ontwerpers met dit materiaal, maar Breuer was dé voortrekker. In die tijd leidde hij de meubelwerkplaats van het Bauhaus, de vermaarde kunstschool waar de avant-garde gekoesterd werd. Vreemd genoeg werd het prototype van zijn revolutionaire zetel elders vervaardigd : in een fietsenfabriek. Breuer schijnt trouwens zijn inspiratie voor dit model uit een fiets te hebben gehaald. De Wassily kende zo’n overweldigend sukses, dat alle ontwerpers buismeubels begonnen te maken. Het voorbeeld kreeg navolging in het buitenland met Mart Stam, Le Corbusier en Mies van der Rohe, en in het binnenland met Louis De Koninck, Marcel Baugniet, Huib Hoste en Gaston Eysselinck.

In de jaren dertig waren de buismeubels bestemd voor een klein publiek. Daarom zijn de antieke nu zo goed als onvindbaar. Jan Modaal verkoos het traditionele houten meubilair. Toch wilden veel ontwerpers buismeubels maken voor de massa omdat ze zich uitstekend lenen voor serieproduktie. Toch veroverden ze de markt pas na de Tweede Wereldoorlog. In de jaren ’60 en ’70 kenden ook de vooroorlogse modellen een nieuw sukses : Knoll en Cassina brachten heruitgaven van de oude ontwerpen van Breuer, van der Rohe en Le Corbusier.

Sinds de jaren ’80 verschenen vele nieuwe ontwerpen op de markt. Vooral buismeubels zijn in trek, denken we maar aan de kreaties van Philippe Starck en Norman Foster. Ook het bedrijf Belgo Chrom uit Deinze, een van de belangrijke Europese producenten, heeft een eigen produktie : de Bi-Ci-Collection, deels ontworpen door het eigen design-atelier. Belgo Chrom werkt ook samen met de designers Jan des Bouvrie, Claire Bataille, Paul Ibens, Claire Van Biervliet, Johan Cops, Ludo Verbeke en Jacques Vernest. Een van de meest bekende modellen is de Sevilla-stoel van Frans Van Praet. Hoewel dit zitje uit 1992 stamt, is er nu pas veel belangstelling voor bij het grote publiek. Dit zou wel meer het geval zijn bij metalen meubels : het sukses komt maar na enkele jaren.

Bij ons bezoek aan de werkplaatsen van Belgo Chrom stonden we versteld van de hoeveelheid handwerk die bij de produktie komt kijken. Wie denkt dat de vervaardiging volautomatisch gebeurt, heeft het mis. De ambachtslui spelen een niet te onderschatten rol. Natuurlijk nemen de computergestuurde machines die de buizen en platen, zagen, doorboren en lassen een groot deel van het werk voor hun rekening. Maar de afwerking en de kontroles gebeuren door gespecializeerde vaklui. Afwerken betekent onder meer het afslijpen van de littekens ontstaan door het lassen. Een sekuur werkje, want je mag geen enkele oneffenheid zien. Hieraan herken je trouwens de kwaliteit van een buismeubel. Na het afslijpen wordt elk stuk, hoe klein ook, gepolierd en nogmaals op fouten gekontroleerd.

Daarna komen de onderdelen in het galvanizeeratelier. Wat daar gebeurt, is spectaculair : men tovert er een gewoon stuk staal om tot zilver of goud, zonder edele metalen aan te wenden. Daarvoor dompelt men de onderdelen in waterbaden waarin een stuk koper hangt voor de goudkleur, of nikkel voor de zilverkleur. Door een lichte elektrische stroom lost dit metaal op en zet het zich neer op het voorwerp. Als basis wordt er steeds een laag nikkel gelegd. Door daarop geelkoper of roodkoper aan te brengen, ontstaat een heel gamma aan effekten : van goudkleur tot en met brons. Het galvanizeren is technisch sterk geëvolueerd. Door ver doorgedreven reinigingssystemen wordt vermeden dat de aangebrachte lagen metaal afpellen. Vooral oude buismeubels lijden aan dit euvel. Na het galvanizeren wordt het metaal manueel gepatineerd. Ook dit gebeurt nog grotendeels op artisanale wijze. Voor een satijnglans wordt er bijvoorbeeld met staalwol op gewreven.

Vervolgens verdwijnen de stukken in het montage-atelier, om er als afgewerkt een produkt uit te voorschijn te komen.

Bij de produktie komt nog verbazend veel handarbeid kijken. Een vakman slijpt hier de littekens van het laswerk.

Zowat de meest bekende telg van Belgo Chrom : de Sevilla-stoel van Frans van Praet.Deze kreatie wordtsteeds populairder,nu ook als tuinstoel.

Deze klaptafel heet Kid, en is een kreatie van het design-team van Belgo Chrom.

Ook het patineren gebeurt gedeeltelijk manueel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content