Meisjespop is verdacht. Vrouwen die rock of jazz brengen, noemt men sterk en persoonlijk ; wagen ze zich aan popmuziek, dan gaat de typering van marionet tot stoeipoes. Van Shangri-la tot Dolly Dot, een pleidooi voor meer eerbied voor popgodinnen.

Peter De Potter

GIRL GROUPS VORMEN EEN VAAK verguisd genre binnen de popwereld. Ze zijn het meest aanlokkelijke uithangbord voor een industrie die zich niet schaamt om z’n vluchtigheid, en die imago even belangrijk vindt als inhoud. De meisjes die je op platenhoezen, glanzende foto’s en in flitsende videoclips ziet, worden niet geacht een revolutie in de muziekgeschiedenis te veroorzaken. Ze presenteren een samenvatting van de muzikale trends die op dat moment heersen, op de meest bondige en aantrekkelijke manier. Of ze nu zelf op die plaatjes zingen of spelen, maakt niet zoveel uit. De echte ster is het eindresultaat, het totaalpakket van strofen en refreinen, kleren en gezichten, logo’s en uitroeptekens.

Meisjespop wordt ingezongen door vrouwen, maar geregisseerd door mannen. Een werkmethode die nog niet meewarig werd bekeken tijdens de eerste damespopexplosie, in de eerste helft van de sixties. Amerikaanse productiehuizen als The Brill Building in New York en het Motownlabel in Detroit penden het ene nummer na het andere, op zoek naar een wereldhit. Het materiaal werd willekeurig uitgedeeld aan formaties met snoeperige namen als The Chiffons, The Chantels, The Shirelles en The Dixie-Cups. Piepjonge meisjes uit de zwarte wijken, die het nummer invulden met stemmenwerk en houterige danspasjes. Een gouden formule, zo bleek. De eerste generatie naoorlogse tieners was uitgekeken op Doris Day en Lassie en kocht en masse de plaatjes die nadrukkelijk voor en over hen waren geschreven. De verwisselbare meisjeskoren zagen er net als hen fris en keurig uit en bezongen de complexe gevoelswereld van de kalverliefde. De vlinders in de buik, de eeuwige trouw, huwelijksklokken zelfs. Maar ook de onbegrijpende ouders, de gebroken harten, de slapeloze nachten van verdriet. Hun vertolkingen overstegen de meligheid van de teksten, zoveel pathos en overtuiging legden ze erin. Superproducer Phil Spector blies zijn popsongs op tot miniopera’s en stelde zijn Ronettesvoor, een trio dat menig tienermeisje van kleerkast deed veranderen. Ze droegen zwarte, glanzende broekpakken in plaats van lieve bloesjes en witte sokjes, maakten hun ogen op met zware eyeliner en crepeerden hun haar hoerig hoog op.

Shadow Mortonvan het Red Bird-label recruteerde dan weer The Shangri-las, de beste act uit die periode. Hun repertoire werd bevolkt door wilde jongens en hunkerende meisjes die het onbekende niet konden weerstaan, vaak met dramatische gevolgen. De leader of the pack verongelukte en moederlief stierf van zorgen, zoals een weggelopen dochter vol spijt vertelt in I can never go home anymore, een succes uit ’65. Toch bleven de Shangri-las de bad boys achternazitten, hoewel dat toen gewoon motorrijders waren en nog geen Charles Mansons. Ze zagen eruit alsof ze van de zondagse koffietafel waren weggeplukt maar, zo onthulde leadzangeres Mary Weiss later, dat bleek maar schijn. De jongedames hielden van gore feestjes en bedachten een reeks curieuze hobby’s. Zo kochten ze overal waar ze optraden een nest witte muizen die ze een kleine parachute aanbonden en vervolgens gillend uit het raam van het hotel of de tourbus gooiden.

De meest gevierde formatie van de sixties was The Supremes, voor velen, van huismoeders tot aspirant-travestiet, nog altijd de ultieme meisjesgroep. Zij aan zij stonden ze in de hitparade met The Beatles en Bob Dylan, tot in het begin van de jaren zeventig, lang nadat de originele lichting jongedames uitgehuild was. De drie sirenes uit de arme buurten van Detroit bleven niet bij de schoolpoort hangen en ruilden de driestuiverromantiek voor het echte werk. De teen-beat maakte plaats voor zijden popsoul, de look werd verfijnd en hun leefwereld zoals die van hun fans werd de metropool.

De vroege Motownsound van The Supremes kan je sindsdien in vele, al dan niet geslaagde doorslagjes herkennen en de zoektocht naar een nieuwe zwartemeisjesact met dezelfde klasse en vooral langdurige hitpotentie gaat verwoed door. De huidige R&B- en swingbeatsien in de Verenigde Staten doet de beste gooi. Namen als Jade, SWV, Mokenstef en En Voguezijn niet echt te spreken over de vergelijking, maar elke afzonderlijke zangeres zou er niets op tegen hebben de nieuwe Diana Ross te worden.

De vocal groups voeren de Amerikaanse hitlijsten terug aan, MTV is een grote fan en de muziekpers plakt er de naam New Jill Swing op, als tegenhanger van Jack. De Jacks zitten traditioneel achter het mengpaneel en in de schrijversstoel. Muzikaal laten ze rap en swingbeat samenvloeien ; tekstueel hun fantasie en hun libido. New Jills zingen wat de New Jacks van een vrouw willen horen en niet alleen via een 006-lijn. Toch is de stijl allesbehalve seksistisch ; te vaak wordt de humor en zelfspot van de mannelijke swingzangers en producers over het hoofd gezien. Het draait om het spel van het verleiden, niet om macht en vernedering. De New Jack met zijn geoliede borst en protserige auto is zelf een karikatuur die zich gewillig van repliek laat dienen door z’n Nuttin Nyce en Changing Face.

De onvolprezen TLC zijn de aanvoersters van het zusterfront, zowel in verkoopcijfers als in attitude. Magazines maar ook horden tieners citeren hen als rolmodellen voor de nineties en het geblondeerde haar van zangeres T-Boz, zo fluistert men in R&B modekringen, is de nieuwe bob. TLC heeft op een paar jaar tijd voor meer controverse gezorgd dan de RollingStones in hun volledige carrière. Ze overleefden drank, drugs, een bankroet en een bijna-veroordeling voor brandstichting. Toen rapster Lisa Lopez haar vriendje (de sportheld André Rison) op overspel betrapte, reageerde ze woedend door zijn enorme villa volledig in de as te leggen. Vlak voor de rechtzaak vergaf hij de kleine misstap van Lopez, want een fiancée met zoveel lef vind je niet zomaar. Na de hele heisa poseerde ze met haar twee collega’s op de cover van swingblad Vibe in… brandweeruniform.

Ook seks, maar dan zonder de nuances, ligt aan de basis van de haremgroepjes, bijzitjes van bekende, goeroe-achtige popsterren die de illusie moeten scheppen dat ze niet alleen de opnamestudio maar ook de lakens deelden. Slaapkamerprofeet Barry White had zijn Love Unlimited Orchestra, Rick James z’n verzetje met de Mary Jane Girls. En Prince kon z’n Playboys weggooien eenmaal hij zijn Vanity 6-project bij elkaar kreeg. Het genie uit Minneapolis mocht één keer niet mee voor het uitkiezen van de podiumlingerie en doekte het boeltje op.

Dansmuziek vindt vaak de weg naar de hitparade door meisjesgroepen in te zetten. Exotische juffrouwen als The Three Degrees of The Weather Girlswaren voor het grote publiek de gezichten van stromingen als Disco en Hi-NRG. Aan een tienjarenplan dachten de discoproducers niet bepaald : de single en liefst nog de maxisingle regeerden ’s nachts over de oplichtende dansvloer, waar zangeressen diva’s werden en hun zoete stemmen bedwelmden, lost in music.

De extravagante Labelle beloofde allerlei verbodens, The Ritchie Family moedigde triomfantelijk het hedonisme van hun American Generation aan en Sister Sledgebewierookte Halston, Gucci en Fiorucci. Lang uitgesponnen, meeslepende muziek die dansen een deugd vond en haar vertolksters letterlijk en figuurlijk op een verhoog plaatste. De outfits waren chic en flinterdun, glitter en voile, bolgeblazen door windmachines en gefotografeerd onder neonlicht. Disco schonk ons de vernuftig gedrapeerde harembroek en Baccara, die bij hun deelname aan het Songfestival in ’78 (met het uitstekende Parlez-vous Français) aan den lijve moesten ondervinden dat nog lang niet iedereen klaar was voor de discorage. ?Had ik punten voor jullie dansprestatie moeten toekennen, dan hadden jullie een maximum gekregen?, sprak een jurylid. ?Helaas gaat het hier om het liedje en daar heb ik niet veel van gehoord.?

Later leerde je via The Flirts, drie lonkende deernen uit Brooklyn, de genadeloos opzwepende elektrodisco van eenmansfabriek Bobby O. kennen ; in de botsautootjes zoefde je aangedreven door de knetterende Benetton-pop van Fun Fun, ?a word so nice they had to put it twice?.

Het meisjespopfenomeen is wereldwijd verspreid. Elk land, elke uithoek heeft zijn eigen zelfgekweekte damesgroep(en), zoals elk tv-station z’n omroepsters bezit en elk gala z’n showballet. Het soort dat voor plaatselijke consumptie en vermaak gefabriceerd wordt, ter opluistering van buurtfeesten of het openen van een winkelcentrum, of als vrolijke noot in de pauze van een kwisprogramma op de televisie.

Onze Lage landen maakten eind zeventig, begin tachtig kennis met de zingende fotomodellen. Luvwas het eerste groepje en hun bijval bracht menig gehaaide manager op een soortgelijk idee. Het Luv-project bestond uit drie rondborstige, langbenige meiden die iemand inderhaast bij elkaar had getrommeld om de tune van Wim T. Schippers‘ schunnige Waldolala-programma te visualiseren. Het plaatje verkocht zo goed dat men in aller ijl het imago van pikante animeermeisjes liet varen. Bij de volgende singles zorgde men ervoor dat zowel de modale huisvader als zijn kinderen het leuke aan Luv konden zien. Kortgerokt lipte het trio hit na hit, deuntjes in een stijl die nu nog moeilijk te definiëren valt. Liedjes als Casanova en Trojan Horse hielden ergens het midden tussen hoempa-carnavalsstampers, cabaret en kinderliedjes. Om het seizoen plugde de televisie hun langspeelplaten met heuse specials : Luv op kastelentocht in Schotland, Luv op het strand, Luv thuis.

De Dolly Dots zouden Luv van de troon stoten. Ze waren met zes en helemaal zichzelf. Ze populariseerden de voddebaal-look van het Leidse Plein : tweedehands gecombineerd met fluo uit winkels die waarschijnlijk namen droegen als Neon Rose of Flash ! Als je hun plaatjes beluistert, vraag je je af of ze de Engelse taal wel machtig waren, behalve fonetisch dan. Een nummer over rolschaatsen kan je nog plaatsen ; Leila, the queen of Sheba of iets over Merlijn de Tovenaar al wat minder.

Door het Dot-succes kwamen meisjesgroepen in een stroomversnelling. Doris D. & The Pinskwamen regelrecht uit de aerobicklas, Babe uit een rij gesjeesde kleuterjuffen. Zingende zusjes Maywoodcomponeerden zelf aan de ouderlijke witte vleugel, maar zagen er net iets té doordeweeks uit. Deze Chorus Line uit Holland floreerde in tienerblaadjes als Hitkrant en Popfoto waarin je kon lezen wat Esther meenam op de picknick, welke toekomst een handlezer zag voor Marga en hoe Angela ging joggen met haar hond. De hoesjes vermeldden steevast waar hun schoenen vandaan kwamen en overal dook wel een ontwerp van de illustere Carla V. op, een dame die haar volk lamé en franjes leerde dragen.

Engeland is een geval apart. De Britse popmuziek gaat over een mijnenveld van concepten, nu nog duidelijker dan ooit met de mannelijke bimbo’s. Geen enkele andere markt ter wereld doet vermaak zo samenlopen met schuldgevoel, entertainment met cynisme. Het lijstje meisjesgroepen illustreert dat.

Bananarama zong in de jaren tachtig shoop shoop songs vanonder postpunkkapsels. Het popblad Smash Hits vroeg zich bezorgd af waarom er bij het trio nooit een lachje vanaf kon ; ze leken ook altijd te moe om een danspasje te wagen. Strawberry Switchbladeklonk stroperig en zelfs lief, maar joeg de overzeese jeugd de daver op het lijf met heksenoutfits in polka dots en zwarte kant. Amazulu en The Belle Stars scoorden duidelijk tegen hun zin hits. Niemand kon geloven dat de alarmerende Fuzzbox thuis nog welkom was. Allemaal worstelden ze met de vraag of ze wel authentiek genoeg overkwamen ; of het grote publiek hen al dan niet samenharkte met ontzettend vulgaire groepjes als Toto Coelo of Belle & The Devotions, uitwasemingen van het page 3-ideaal.

Tot Stock, Aitken & Waterman hun coup d’état op de hitparades pleegden. De drie producer-liedjesschrijvers maakten in alle mogelijke kringen vijanden de charts uitgezonderd door het uitspreken en uitvoeren van enkele grondregels van de popmuziek. ?Pop?, zeiden ze, ?is een massaproduct dat geen geheim hoort te maken van z’n doel : geld, roem, de top. Om het even welk middel is goed om het publiek te lokken.? SAW stelden dat simpel nog altijd het meest doeltreffend is. ?Onze acts zingen over de blauwe ogen van hun liefje?, maakten ze zich sterk, ?en ze geven geen ene moer om zijn of haar opvattingen over de werkloosheid of de gezondheidszorg.? Blauwe ogen, ja. Politiek, neen. Zodoende lieten ze Mel & Kim, twee zusjes met opgeheven hoofd en kaarsrechte power-schouders, een leven van showing out en fun, love & money celebreren. Toen Acid House als een wolk boven Engeland kwam te hangen, reageerden SAW met een krasse maar effectieve tekst voor The Reynold Girls : Golden oldies, Rolling Stones/We dont want them back/I’d rather jack/than Fleetwood Mac !. Bananarama sloot zich aan bij hun gelederen, ruilde de gatentruien voor nauwe jurkjes en werd prompt de meisjesgroep met nog meer hits dan The Supremes.

In onze jaren negentig overleeft zoeterige, onschuldige meisjespop niet langer. Zelfs Barbie laat haar schimmel op stal en gaat snowboarden. De nieuwe lading meisjesgroepen is geëngageerd, zelfstandig en zelfverzekerd. Managers met knallende zweep worden de deur gewezen en popmuziek zingen ze omdat ze er zelf van houden. ? Girl Power !?, keelt de wonderlijke Shampoo, een tweehoofdig peroxide monster uit Londen. ? Silence is golden but shouting is fun !?, roepen de Spice Girls, de meest recente hitfabriek. ? Fake !?, schreeuwt de rockpers die wel vaker een probleem heeft met meisjespop. Het unieke aan Shampoo is dat men ze niet hoefde uit te vinden. Het duo houdt van Barbie-tandenborstels, East 17-badges, trashy nepbont, mini T-shirts vol strass, plastic haarspelden en punky zonnebrillen ; alles daarbuiten vinden ze saai. Wie hen ?schatje? noemt, kan een kwartier lang alle variaties op de kleurigste cockney-krachtwoorden aanhoren. Toen ze twee jaar geleden hun hitsingle ? Trouble? op tv kwamen promoten, kreeg je twee stokstijve, hooghartig blikkende dames te zien met Smiling is for Bimbo’s op hun T-shirts gekalkt. Vooral in Japan verkopen hun cd’s zo goed dat ze in een onlangs gepubliceerde lijst van de rijkste Britse vrouwen één plaatsje onder Naomi Campbell eindigden. En nog steeds weigeren ze te glimlachen op hun hoesfoto’s.

De Spice Girls ogen vriendelijker maar zijn evenzeer baas in eigen huishouden. Ze zijn nu al een Brits instituut en iedereen heeft zijn favoriete Spice Girl. De betekenis van ?zigga-zig-aah?, het cryptische sleutelwoord uit hun hit Wannabe, is er een nationale kwisvraag. Niemand had kunnen denken dat notabene een meisjesgroep de kroon van de ter ziele gegane Take That zou overnemen, maar dezelfde jonge meisjes die dweepten met boybands, schakelden zonder verpinken over op de joligeSpice Girls. Zwijmelen is leuk, maar samenzweren met vijf oudere zussen is nog spannender. De groep zingt over jongens en hoe je ze moet aanpakken en zoeft je voorbij als een jaaroverzicht van hippe trends. Navelpiercings, schoenen met vreemde hakken, glanzend housegear, blote buiken en het kapsel van de maand. De zelfgepende hits blijven komen, wereldwijd. In minder dan een jaar tijd werden ze de best verkopende Engelse popact. Een regelrechte overwinning voor de meisjespop. Noem het oppervlakkig tienervoer of wegwerpmuziek, iedereen luistert en kijkt stiekem mee.

Mel & Kim

Spice Girls

Dolly Dots

Vanity Six

Sister Sledge

The Supremes

Shampoo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content